Zwakke staat


Stamverbanden doen er in de Iraakse samenleving nog altijd meer toe dan de staat
Elsevier, 17 december 2005


In augustus 1995 vluchtten Hoessein en Hakem Kamel met hun vrouwen en kinderen naar Jordanië. Beiden bekleedden hoge posities in Irak en beiden waren getrouwd met dochters van Saddam Hoessein. In februari 1996 keerden ze terug, nadat hun schoonvader had beloofd dat alles was vergeven en vergeten. Weer in Bagdad werden hun vrouwen en kinderen in een paleis geconsigneerd. Daarna werden de broers vermoord, tezamen met hun vader, hun zusters en de echtgenoten van dezen. Vader Kamel was een neef van Saddam Hoessein. Na de moorden volgde een verklaring dat hiermee de familie-eer was hersteld.


Maar de moorden passen helemaal niet in de regels van de bloedwraak, volgens welke bijvoorbeeld vrouwen niet mogen worden vermoord. Antropologen denken dat de zoons van Saddam en Hakem nu de plicht hebben de dood van hun vaders en grootvader te wreken, want volgens de geldende verwantschapsregels behoren zij niet tot de clan van Saddam Hoessein.


Deze kwestie herinnert eraan dat traditionele verwantschapsrelaties nog steeds van doorslaggevende betekenis zijn voor de structuur van de Iraakse samenleving. Het regime van Saddam mag met recht als totalitair worden beschouwd, dat neemt niet weg dat zijn regerende elite heel anders van samenstelling was dan die van Stalin en Hitler: ze bestond bovenal uit leden van zijn eigen Tikrit-clan. Grote ontwikkelingen als modernisering en urbanisering hebben de traditionele clan-structuren verzwakt. Maar het is opmerkelijk hoe sterk ze in veel delen van de wereld zijn gebleven, niet zelden door zich gewiekst aan te passen aan zulke ontwikkelingen.


De betekenis van zulke tribale structuren is samengevat in de titel van het boek van de Amerikaanse politicoloog Joel Migdal, Strong Societies and Weak States (1988). Migdal stelt dat waar er sprake is van sterke, door zulke tribale structuren bepaalde samenlevingen, de staat de kans niet krijgt staat te worden. Het eerste bewijsstuk in zijn studie is Sierra Leone, nog altijd het pronkstuk onder de zogenoemde failed states.


De Iraakse staat heeft zich ondanks de krachtpatserij van opeenvolgende dictatoriale regimes na de staatsgreep van 1958 nooit tot een orgaan ontwikkeld dat werkelijk boven de maatschappij stond.

De Britten wisten dat al, toen ze begin jaren twintig de opstand tegen de door hen uitgevonden staat Irak bedwongen. Niet alleen door gewelddadig optreden, inclusief het gebruik van gifgas tegen burgers, maar toch vooral door het op een akkoordje te gooien met de tribale leiders. De huidige Amerikaanse bezetters zijn echter te werk gegaan volgens een aan Washingtonse tekentafels bedachte blauwdruk die geen rekening hield met de sociale realiteit van Irak. 


Die harde tribale werkelijkheid is geen Iraaks monopolie. Ze is bepalend voor vele staten in het Midden-Oosten, van Saudi-Arabië tot en met Afghanistan, en evengoed voor het hedendaagse Albanië. Het Koerdische gebied in Irak is al jaren het vreedzaamste deel van het land. Maar ook dit is bovenal een tribale samenleving, bepaald door coöperatie en conflict tussen de twee voornaamste clans, altijd aangevoerd door een Barzani danwel een Talabani. Halverwege de jaren negentig gooide de een het nog op een akkoordje met Saddam Hoessein om met de ander te kunnen afrekenen. Bij de vredesregeling van 1919 kwam het door de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog beoogde Koerdistan er niet omdat de Koerdische clans zich niet wisten te verenigen op een delegatie die hen in Parijs kon vertegenwoordigen. 


In Europa bespeuren wij de invloed van deze tribale structuren in de wijze waarop zij zich in Sicilië, Zuid-Italië, Albanië en andere gebieden op de Balkan en het Midden-Oosten hebben getransformeerd in bovennationale misdaadorganisaties en zo hun afkeer van de staat een profijtelijke invulling hebben gegeven.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
17-12-2005

« Terug naar het overzicht