Veredeld toerisme

 

In 1990 kwamen 29 staten in Europa tot overeenstemming over een gemeenschappelijke structuur van het universitair onderwijs. Die moest internationale uitwisseling en concurrentie mogelijk maken. De Bologna-verklaring was een Frans initiatief, maar de uitwerking - het BAMA-stelsel - is allerwegen uitgelegd als de overname van het Amerikaanse universitaire systeem, met zijn onderscheid tussen een eerste en een tweede fase. Dat kenden wij in Nederland vroeger ook: je moest eerst het kandidaatsexamen afleggen, en dan het doctoraal. Maar de terugkeer naar het oude was een stap te ver voor onze onderwijsvernieuwers, en zonder mankeren zijn bij wet Engelse termen ingevoerd: 'bachelor' en 'master'.

Voor de bachelorfase staat drie jaar waarna men zonder probleem de arbeidsmarkt op moet kunnen.

Dat is een illusie. De praatjes over een korte academische opleiding waaraan behoefte zou bestaan, blijken op niks gebaseerd. Voor de 'masterfase' is in Nederland een jaar uitgetrokken, met uitzondering van betastudies. Die hebben er twee gekregen, zoals in de meeste landen met dit BAMA-stelsel.

Ik ben op het ogenblik voorzitter van de visitatiecommissie die de Vlaamse universitaire opleidingen in de politieke wetenschappen moet beoordelen. Het is een positie waardoor je snel inzicht krijgt in de werking van het BAMA-stelsel, want Vlaanderen en Nederland lopen wat de inrichting ervan aangaat bij elkaar in de pas. Het is nu eenmaal iets anders om als individueel hoogleraar met de werking van het stelsel te maken te krijgen, dan als voorzitter van zo'n commissie alle informatie dienaangaande over de Vlaamse universiteiten te moeten verwerken.

Als het gaat om internationalisering - het uitgangspunt dat het goed is als studenten een deel van hun studie in een ander land doen - neig ik op grond van mijn Vlaamse ervaringen tot de slotsom dat het BAMA-stelsel averechts werkt. In de Europese Unie bestond al voor de invoering van dit stelsel het Erasmus-programma, dat uitwisseling van studenten tussen universiteiten in de lidstaten vergemakkelijkte.

Het is nu echter moeilijker geworden daar gebruik van te maken. Als je als student in een jaar je 'master' moet doen, kun je je eigenlijk niet permitteren een half jaar, laat staan een jaar, aan een buitenlandse universiteit door te brengen. Tijdens het bachelorprogramma dan? Maar dat is bedoeld om de basiskennis te verwerven op grond waarvan het zinvol is in het buitenland te studeren. Zo heeft het keurslijf van het BAMA-stelsel tot gevolg dat het onaantrekkelijk wordt om een tijd aan een andere universiteit door te brengen.

Dat is niet het enige. Een ander land betekent een andere taal. Wat mij in Vlaanderen tamelijk schokte, was dat van tweetaligheid eigenlijk geen sprake meer is. De jongere generaties in Vlaanderen - en in Nederland - beheersen het Frans niet of nauwelijks. En Duits lijkt al helemaal niet te bestaan. Voor internationale uitwisselingen is de voertaal Engels geworden. Maar Engelse universiteiten zijn niet bijster geinteresseerd in uitwisselingen met universiteiten op 'het continent'. Waarom zouden zij hun studenten naar universiteiten sturen waar in veel slechter Engels wordt gedoceerd?

Het kan anders. Ik heb een student gehad die na vier maanden in Gottingen met een in perfect Duits geschreven doctoraalscriptie voor de dag kwam. Maar nu weet ik dat hij een uitzondering was. De internationalisering van de Europese universiteiten komt er feitelijk op neer dat studenten uit het niet-Engelstalige land naar het andere niet-Engelstalige land gaan, om daar colleges te volgen in hetzelfde steenkolen-Engels dat zijzelf beheersen. Dit is in betawetenschappen en psychologie, waar met een voorraad van tweehonderd woorden volstaan kan worden, minder een bezwaar dan in disciplines waarin taal een belangrijke factor is.

Ten slotte viel het mij op dat de voorkeur van de Vlaamse studenten vooral uitging naar universiteiten in zuidelijke en zonnige landen, ook al gaven zij achteraf op dat het academisch niveau toch wel beneden dat van Antwerpen, Gent, Leuven en Brussel lag. (Niettemin waren er ook die zeer tevreden van een Noorse universiteit boven de poolcirkel waren teruggekeerd.)

Als universitaire internationalisering in Europa meer wil zijn dan een vorm van veredeld toerisme, dan dient ook in Den Haag grondig te worden nagedacht over de factoren die dit kunnen bevorderen. Een verlenging van de masterstudie en een taalbeleid lijken mij daarvoor noodzakelijke voorwaarden.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
02-06-2007

« Terug naar het overzicht