Struisvogelpolitiek

 Het huidige onderwijsstelsel doet er alles aan de jeugd dommer te houden dan ze zou kunnen zijn.


CDA en PvdA proberen de verkiezingsstrijd te verengen tot wie de grootste wordt en dan de premier mag leveren. Volgens traditie willen generaals altijd de vorige oorlog uitvechten. Daar lijkt het hier ook op. De spindoctors van CDA en PvdA zijn kennelijk vergeten wat hun voorgangers in 2002 oogsten, toen die de verkiezingen dachten terug te brengen tot de keuze tussen Hans Dijkstal en Ad Melkert.

Ergerniswekkend is dat de verkiezingsstrijd niet gaat over de thema’s die centraal zouden moeten staan. De eerste stelde ik vorige week aan de orde: de verzorgingsstaat.
De tweede is de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Ons land behoort in veel lijsten tot de top tien of zelfs top vijf in de wereld als het gaat om welvaart en welzijn. De voornaamste basis daarvan is tot nu toe de kwaliteit van het onderwijs geweest.

Maar het Nederlandse onderwijs bevindt zich na dertig jaar ‘ constructief onderwijsbeleid’ over de hele linie in een desastreuze situatie. Voor het lager onderwijs leveren pabo’s onderwijzers en onderwijzeressen af die nauwelijks beter kunnen lezen, schrijven en rekenen dan de leerlingen die zij afleveren. Ze kunnen achteraf toch altijd nog een cursus spelling doen, vond een pabo-directeur, geconfronteerd met het bedroevende niveau van zijn afgestudeerden.

Dat de veel besproken ‘Poolse loodgieters’ zo in trek zijn, heeft vooral te maken met het feit dat op het vmbo geen Nederlandse vaklieden meer worden opgeleid, omdat ambachtelijke vaardigheden zijn afgevoerd ten dienste van algemene vorming. De kwaliteit van havo en vwo daalt al jaren. Eindexamens vwo vormen allang niet meer een geldig toegangsbewijs tot de universiteit. Daarvoor zijn de standaarden niet alleen te veel verlaagd, ze worden ook niet eens landelijk gehandhaafd. Er is sprake van een voortgaande inflatie van de waarde van eindexamens.

In de Tweede Kamer wil niemand het daarover hebben. Maar stilzwijgend heeft de meerderheid ervan dit allang geaccepteerd. Anders zou diezelfde meerderheid er immers niet voor zijn om een apart toelatingsexamen voor de universiteit in te stellen. Dit voorstel tot ‘ selectie aan de poort’ is zowel onuitvoerbaar als onbruikbaar als middel om geschikte van niet geschikte studenten te scheiden. Dat kan iedere deskundige op dit terrein in twee minuten uitleggen.

Maar staatssecretaris Mark Rutte stelde een commissie in van vijf, van wie niemand op dit terrein over enige deskundigheid beschikte, en de meerderheid van de Tweede Kamer slikte hun advies, zoals de meerderheid van de Tweede Kamer in de laatste dertig jaar keer op keer onzinnige en steeds weer faliekant mislukte onderwijsvernieuwingen heeft gesteund.

De huidige minister van Onderwijs, Maria van der Hoeven, mag geprezen worden omdat ze de eindeloze weg van zulke onderwijsvernieuwingen heeft verlaten. Het ministerie van Onderwijs is daardoor opgehouden een breinloze machine van onderwijsvernieling te zijn. Maar het afremmen van achteruitgang is nog geen verbetering. In het onderwijs is allang een negatieve dynamiek zelfstandig werkzaam.

Deze manifesteert zich in de steeds lagere kwalificaties van het onderwijzend personeel, in al tientallen jaren voortgezette bezuinigingen, in een rendementsdenken dat tot kolossale en onbeheersbare onderwijsinstellingen heeft geleid, en in perverse financieringssystemen, die tot een systematische verlaging van kwaliteitsstandaarden leiden – want wie leerlingen of studenten niet laat slagen, wordt daar financieel voor gestraft.

Deze neergang gaat gepaard met de invoering van onderwijsmethoden die goedkoper zijn, omdat ze competente leerkrachten afschaffen. Dit ‘ nieuwe leren’ wordt met name in het hbo doorgedrukt door veel te veel betaalde managers die het nog geen uur in een klas zouden volhouden. Het berust op niets anders dan een obscuur bijgeloof. De Onderwijsinspectie maakt zich er niet druk over. Die geeft liever slechte cijfers aan scholen die normaal onderwijs geven.

Het onderwijsstelsel doet er, in één woord, alles aan de jeugd van Nederland dommer en slechter gekwalificeerd te houden dan ze zou kunnen zijn. Dat is niet alleen een schande, maar het is ook de belangrijkste bedreiging van de positie van Nederland als een van de welvarendste landen ter wereld.

Maar de grote politieke partijen vinden dit, gezien hun programma’s, geen probleem. Ze denken dat het volstaat om deze keer wat meer geld aan onderwijs uit te geven. Dat is struisvogelpolitiek; alleen bij de SP vond ik een serieus programma over onderwijs.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
09-11-2006

« Terug naar het overzicht