Sophia Loren blijft volgens de biografie dezelfde maar geeft zich niet bloot

In haar laatste film, Pret-a-porter (1994), Robert Altmans sardonische tekening van de Parijse 'haute couture', kleedt Sophia Loren zich feestelijk uit voor haar na dertig jaar teruggekeerde ex-echtgenoot Marcello Mastroianni. Net als dertig jaar eerder, in Gisteren, vandaag en morgen houdt haar striptease op voordat er meer te bloot te zien is dan op een willekeurig strand. Indertijd, in 1962, was Loren al bezig de sluiting van haar beha los te maken, toen haar de gelofte van onthouding te binnen schoot die haar er als succesvolle callgirl aan de Piazza Navona van weerhield tegemoet te komen aan de wellust van handelsreiziger Mastroianni. In 1994 liet Altman Mastroianni in slaap vallen voordat Loren zich zelfs maar bevrijd had van het prachtige corset dat ze om cinematografische redenen over haar eveneens zwarte broekje en beha droeg.

Op haar zestigste zag zij er nog steeds uit als de mooiste en begerenswaardigste vrouw in de filmwereld, al waren er wel enige kunstgrepen aan te pas gekomen om die indruk te vestigen, zo schrijft Warren Harris in de eerste serieuze biografie van Sophia Loren: zacht licht en een vleeskleurige bodystocking. Altmans opzettelijke verwijzing naar het verleden is bij nader inzien exemplarisch: Sophia Loren blijft dezelfde maar geeft zich niet bloot. Dat was al niet zo in die vroege films, waarvan alleen maar de foto's zijn overgebleven waarop ze onschuldig en naief haar borsten laat zien en het is zo gebleven.

Harris beschrijft betrekkelijk nauwgezet het leven van de diva, in grote lijnen al bekend uit meer mythologiserende boeken, waaronder de door A.E. Hotchner opgetekende autobiografie: de ellendige jeugd als 'onwettig' kind, de moeizame pogingen van haar ambitieuze moeder om haar via badpakverkiezingen aan de armoede te laten ontsnappen, Lorens carriere als succesvolle ster in de toen populaire beeldromannetjes en uiteindelijk haar opmars in de film, die begon als figurante in Quo Vadis? (net als die van de even oude Brigitte Bardot).

De doorbraak kwam dankzij Lorens latere rivale Gina Lollobrigida, die het te min vond om in de verfilming van Verdi's Aida voor de sopraan Renata Tebaldi te mimen. Het was mijn eerste en zwoelste Aida. Amneris werd gespeeld door Lois Maxwell, tot op hoge leeftijd de secretaresse van 'M' in de James-Bond-films. Of het verhaal waar is, moet overigens betwijfeld worden. Lollobrigida vond het niet te min om tegenover Tito Gobbi in een verfilming van de opera I Pagliacci Nedda playback te spelen; ik verbeeld me haar ooit ook als Tosca te hebben gezien. Voor Aida speelde Loren trouwens de hoofdrol in de verfilming van Donizetti's La Favorita.

Verfilmde opera's waren na de oorlog een populair genre in Italie. Zoals voor jongens uit de Italiaanse onderklasse een mooie stem (liefst tenor) de weg naar boven was, zo was traditioneel een bella figura dat voor meisjes uit diezelfde laag. De filmindustrie bood een ogenschijnlijk nette weg. Niet iedereen bereikte de top. Daar was meer voor nodig, en niet alleen talent. Op die weg werd Sofia Scicolone - de naam Sophia Loren kreeg ze van iemand die niet wist dat in het Italiaans de 'ph' geen 'f' is, en 'Sophia' daarom als 'Sopia' wordt uitgesproken - mede geholpen door zich te associeren met producent Carlo Ponti, met wie ze later trouwde en getrouwd bleef.

De biografie maakt aannemelijk dat de relatie met Ponti voor haar loopbaan als actrice misschien een zegen is geweest, maar voor de rest een vloek. De zegen zou eruit bestaan dat Ponti haar uit het leger mooie meiden selecteerde en tot topactrice maakte. Ik denk dat Loren hoe dan ook aan de top was gekomen, dankzij haar intelligentie en haar ongelofelijke schoonheid en uitstraling. Haar verbintenis met Ponti, een dubieuze zakenman die er voor zorgde nooit eigen geld in zijn producties te steken, leidde ertoe dat ze, nadat ze ster was geworden, voornamelijk in zowel financieel als artistiek zwakke of mislukte films heeft gespeeld. Ponti's enige grote succes is Doctor Zjivagho, waarbij hij regisseur David Lean tevergeefs Sophia opdrong voor de rol van Lara, het jonge meisje dat uiteindelijk door Julie Christie zou worden gespeeld.

Loren is geen filmactrice uit roeping. Haar autobiografie eindigt met de vervulling van haar hartewens: kinderen. Ze is niettemin een formidabele actrice, niet alleen als comedienne - bij voorkeur met Mastroianni en onder regie van De Sica - maar ook in dramatische rollen, met als hoogtepunten La Ciociaria (1960) en Una Giornata particolare (1975). De films die ze in de laatste vijfentwintig jaar gemaakt heeft zijn voor het merendeel echter in Nederland noch in de bioscoop, noch op de televisie te zien geweest.

Zo laat deze biografie een enigszins paradoxaal beeld achter. Aan de ene kant is er de levensbeschrijving van een onbetwiste ster van het witte doek, die in haar leven de regels van het melodrama volgt tot en met de verklaring van het huwelijk met Ponti (dat zou voortgekomen zijn uit het gemis van een echte vader, want die dook pas op toen het haar voor de wind ging). Dankzij haar waardigheid en discretie zijn er ook geen sappige verhalen over minnaars, behalve dan haar relatie met Cary Grant, die door Ponti halsoverkop werd geneutraliseerd door Sophia in Mexico te huwen. Over de afloop van de lunch die senator John Kennedy na veel gedoe met haar voor mekaar kreeg, kan ook Warris geen uitsluitsel geven. Aan de andere kant zijn er de 72 films waarin Sophia Loren speelde en waarvan maar zo weinig de moeite waard zijn. Wat een verspilling van talent! Kenmerkend vind ik Ponti's poging het succes van The Guns of Navarone af te zetten tegen dat van een even spectaculaire oorlogsfilm vol sterren, Operation Crossbow (1964). Die film is niet goed, maar het ergste wat er mis aan is, is dat Sophia Loren er halverwege om niks in wordt doodgeschoten en in een wasmand afgevoerd. Dat is geen manier om met een diva van het witte doek om te gaan.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
12-06-1998

« Terug naar het overzicht