Potsierlijke journalistiek

Tegenwoordig vinden de media dat in verkiezingscampagnes de berichtgeving bovenal over personen moet gaan, en daarnaast over de campagnes. Mocht er dan nog ruimte over zijn, dan kan eventueel aandacht aan de programma’s worden besteed.

Recent onderzoek wees echter nog eens uit dat de Nederlandse kiezers bovenal geïnteresseerd zijn in inhoudelijke standpunten. Zij stemmen niet op personen, maar op partijen. Dat is niets nieuws voor wie de politiek-wetenschappelijke literatuur over stemgedrag kent. Politici en journalisten delen echter in grote meerderheid het waandenkbeeld dat het in de hedendaagse politiek enkel draait om personen. De verkiezingscampagnes van bijna alle partijen zijn op basis van dit uitgangspunt gevoerd. Zij gingen dan ook maar weinig over inhoud — dat was de klacht van de kiezers in het bovengenoemde onderzoek.

De verslaggeving in de media versterkte deze tendens. De aandacht voor opiniepeilingen, even misleidend als onverantwoord gepresenteerd als prognoses van zetelaantallen in de Tweede Kamer, was aanzienlijk groter dan die voor de programmatische voornemens van partijen. Het overweldigende gebruik dat van stemwijzers op internet is gemaakt, vormt echter een onafhankelijke bevestiging van de behoefte onder de kiezers aan inhoudelijke informatie.

Overigens is het merkwaardig dat de gelovigen in personendemocratie na de verkiezingen onmiddellijk afvallig werden. Volgens hun leerstuk moet de lijsttrekkers van GroenLinks (-1), d66 (-3), cda (-3), vvd (-6) en PvdA (-9) het zetelverlies persoonlijk worden aangerekend. Maar geen van de commentatoren die drie jaar geleden concludeerden dat de electorale wederopstanding van de PvdA geheel en al op het conto van Bos moest worden geschreven, meende nu dat hij ook verantwoordelijk was voor het op twee na grootste zetelverlies in de geschiedenis van de PvdA. Geen van de verliezende lijsttrekkers trok zijn of haar consequenties en stapte op. Consequent is het dan echter om in geval van winst straks niet weer te pretenderen dat die aan de lijsttrekker is te danken.

Dan was er de bloei van een verschijnsel dat men ‘metajournalistiek’ zou kunnen noemen: beschouwingen niet over de inhoud, maar over de vorm van de verkiezingscampagnes. Tot ver na de verkiezingsdatum kwamen dagelijks op radio en tv ervaringsdeskundigen als Dig Istha, Kay van der Linden en Jacques Monasch aan het woord. Zij legden dan uit wat Rutte verkeerd had gedaan en Marijnissen juist goed. Deze overdreven aandacht voor de vorm kreeg door de keuze van commentatoren een potsierlijke allure.

Dig Istha was campagneleider van de PvdA in 1994, toen de partij de grootste nederlaag leed uit haar geschiedenis tot dan toe. Later leidde hij het team dat er in 2001 niet in slaagde om de gedoodverfde winnaar Sharon Dijksma tot voorzitter van de PvdA te laten kiezen. Kay van der Linden orkestreerde in 2002 de campagne van Leefbaar Nederland, die uiteindelijk twee schamele Kamerzetels opleverde, en was de spindoctor van Rita Verdonk bij haar mislukte greep naar het lijsttrekkerschap van de vvd in 2006. Jacques Monasch maakte deel uit van het campagneteam van de PvdA in 2002. In dat jaar leed de partij een nog grotere nederlaag dan in 1994, maar Monasch schreef daarna een heus boek waarin hij uitlegde dat dit kwam omdat er niet naar hem was geluisterd.

Allemaal mislukkelingen dus. Dat maakt de vanzelfsprekendheid waarmee ze nu hun oordeeltjes velden even lachwekkend als de keus van de media voor deze ‘deskundigen’.

Bestandstype: pdfTromp, Bart_Interventie_Potsierlijke journalistiek_SD2006-12.pdf (0 B)

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Socialisme & Democratie
Datum verschijning
11-12-2006

« Terug naar het overzicht