KOLONIE ZONDER ZEE

Ruim zeven jaar wordt Kosovo nu bestuurd door de Verenigde Naties (VN), in afwachting van een definitieve regeling. Drie weken geleden, na eindeloze onderhandelingen, kwam Martti Ahtisaari met zijn eindbod. De voormalige Finse president is al sinds jaar en dag klusjesman van de VN voor lastige problemen. Dit is wel het lastigste uit zijn lange loopbaan.

Omdat de betrokken partijen, Servie en de Kosovaren, verlangens hebben die elkaar uitsluiten, is Ahtisaari met een moeizaam compromis gekomen.

Kosovo wordt niet een formeel onafhankelijke staat, zoals de Kosovaren eisen, maar iets wat daar materieel op lijkt. De rechten van de Servische minderheid worden gegarandeerd, en toezicht wordt ter plaatse uitgeoefend door de Europese Unie, die deze taak van de VN overneemt. Het NAVO-garnizoen blijft om de vrede te handhaven.

Servie heeft dit plan zonder meer verworpen. Het vindt dat Kosovo Servisch is en moet blijven, onder andere omdat zich in het Noorden de monumenten van het Servische verleden bevinden, kloosters en kerken - en het Merelveld, waar de Serviers volgens de historische mythe op 28 juni 1389 verslagen werden door sultan Murad I, de centrale gebeurtenis in de Servisch-nationalistische mythologie.

Rusland heeft zich hier als hindermacht opgeworpen. Het zal in de Veiligheidsraad alleen instemmen met een oplossing als die ook de goedkeuring van Servie heeft. Daarmee heeft president Poetin het Russische veto verpand aan Belgrado.

Ook het Westen kent tegenstanders van het plan. Hun kritiek komt voort uit een traditionele opvatting van het volkenrecht: dat er in een eenmaal gevormde staat geen recht op afscheiding bestaat. Want als dat recht zou worden geaccepteerd, zo zeggen deze critici, dan is het eind zoek. Dit is geen onzinnig standpunt. In Afrika is het het enige wat alle leden van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid delen. Zou eraan worden getornd, dan zou Afrika er nog beroerder aan toe zijn, want alle, door westerse mogendheden getrokken staatsgrenzen zijn betwistbaar. Daarom werd de afscheiding van Biafra veertig jaar geleden evenmin getolereerd als die van Katanga.

In het geval van Kosovo is bij de tegenstanders van onafhankelijkheid echter sprake van wat Britse diplomaten in de jaren veertig van de vorige eeuw smalend 'the blue water fallacy' noemden. Daarmee namen ze de anti-koloniale (en anti-Britse) politiek van bondgenoot de Verenigde Staten op de hak. De Amerikanen, zo schamperden zij, wilden alleen van een kolonie spreken als er zee tussen moederland en kolonie lag. Als die gebieden aan elkaar grensden, heette een kolonie niet 'kolonie'.

Het Merelveld ligt in Kosovo, maar daarom is Kosovo evenmin Servisch als Belgie Brits vanwege de Slag bij Waterloo. Tot de veroveringen van de Balkanoorlogen (1912-1913) die het territorium van Servie verdrievoudigden, behoorde Kosovo, dat daarna door de grote mogendheden niet bij de nieuwe staat Albanie werd gevoegd, hoewel de bevolking in overgrote meerderheid Albanees was (en is). Een definitieve regeling voor het gebied is, door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, nooit getroffen.

In 1918 werd Kosovo ingelijfd bij het nieuwe 'koninkrijk van de Slovenen, Kroaten en Serviers'. Sindsdien zijn het gebied door Servie als een kolonie en zijn bewoners als tweederangsburgers behandeld. In het interbellum probeerde Belgrado het gebied letterlijk te koloniseren, door Servische emigranten in de Verenigde Staten voor volksplantingen in Kosovo te ronselen. De Tweede Wereldoorlog voorkwam de voorgenomen deportatie van Kosovaren naar Turkije.

Alleen in de periode 1971-1990 werden de Kosovaren als gelijkberechtigde burgers beschouwd, dankzij de grondwet die Tito toen invoerde. Daarbij kreeg Kosovo in feite dezelfde status als een deelrepubliek. Maar Milosevic maakte daar in 1989 hardhandig een eind aan en begon een politiek van systematische onderdrukking waar pas met de NAVO-interventie van 1999 een eind aan kwam.

Daarmee is alle kans op de integratie van Kosovo in een groter staatsverband met Servie voor tientallen jaren uitgesloten.

Zoals zo vaak in de afgelopen twintig jaar kiest Servie nu liever ervoor zichzelf in de voet te schieten dan de minst slechte oplossing te aanvaarden, daarin andermaal gesteund door een nihilistische Russische opstelling. Wordt het plan-Ahtisaari verworpen, dan proclameren de Kosovaren immers zonder twijfel eenzijdig hun onafhankelijkheid en kunnen de Serviers VN- en EU-garanties vergeten.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
24-02-2007

« Terug naar het overzicht