Kiezer weet te weinig

Kiezer weet te weinig

Bart Tromp

Het debat over politieke democratie beperkt zich ten onrechte tot de inrichting van het staatkundig stelsel, meent Bart Tromp.

Sinds de `Fortuyn-revolte' zijn politici en de meeste journalistieke en wetenschappelijke commentatoren van de Nederlandse politiek de kluts kwijt. Dat komt naar voren zowel in een door hen vrij algemeen gedeelde diagnose van het politieke bestel als in de remedies die zij voorstellen om `de kloof tussen kiezers en gekozenen' op te heffen.

De diagnose beperkt zich vrij algemeen tot het staatkundig stelsel. Als het kiesstelsel maar veranderd wordt in de richting van een districtenstelsel, als er maar een rechtstreeks gekozen formateur of minister-president komt; op provinciaal niveau een gekozen commissaris van de koningin en gemeentelijk een rechtstreeks gekozen burgemeester, dan zal iedereen gelukkig en tevreden zijn met de werking en de uitkomsten van politieke vernieuwing. Of in ieder geval niets meer te zeuren en te klagen hebben, is de stille boodschap van deze vernieuwers.

Helaas ontberen al die voorstellen tot `politieke vernieuwing' elke overtuigingskracht zodra ze gemeten worden aan elders opgedane ervaringen. Zo heeft Israël, de enige staat die een experiment ondernam met een gekozen minister-president, daaraan een eind gemaakt nadat was gebleken dat deze `staatkundige vernieuwing' volkomen averechts werkte. Meer in het algemeen geldt dat in staten met districtenstelsels en andere zogenaamd directere vormen van democratie die Nederlandse `vernieuwers' voorstaan, helemaal niet minder ontevredenheid, helemaal geen kleinere `kloof tussen kiezer en gekozene', bestaat. Veel van de voorgestelde `staatkundige vernieuwingen' komen er bovendien op neer dat zij de politieke democratie uithollen.

Het debat over politieke democratie beperkt zich ten onrechte tot de inrichting van het staatkundig stelsel. Het laat buiten beschouwing dat dit slechts één niveau van de democratie betreft. De twee andere zijn dat van de burgers, en dat van de instituties die enerzijds de burgers informeren (media), anderzijds dezen de kans geven hun opvattingen gestalte te geven (vooral politieke partijen).

Vertrekpunt van vrijwel alle voorstanders van `staatkundige vernieuwing' is dat de `de burger' van nu veel beter is opgeleid dan die van `vroeger' en dus zelf wel zijn of haar politieke keuze kan maken. Dit geloofsartikel ontbeert elke empirische steun. Ik weet niet hoe het `vroeger' was, wel dat zelfs op universitair niveau de meeste studenten geen benul hebben van de wijze waarop het huidige staatkundig stelsel in elkaar zit. Is dat verwonderlijk bij een onderwijssysteem waarin op geen enkel niveau verplicht onderricht bestaat in wat vroeger `staatsinrichting' heette?

Met behulp van de media is het onmogelijk deze leemte te vullen. Niet alleen de commerciële, maar ook de publieke nieuwsrubrieken reduceren het politieke bedrijf tot een aantal afzonderlijke scènes in een richtingloze soap. Normale parlementaire verslaggeving bestaat al twintig jaar niet meer en is vervangen door kleedkamerjournalistiek. Wat is het nut van staatkundige veranderingen, als grote delen van het electoraat geen benul hebben van het onderscheid tussen regering en Tweede Kamer? Zouden media die wekelijks nieuws fabriceren op basis van peilingen over wat kiezers zouden vinden er niet beter aan doen te laten uitzoeken wat kiezers weten?

Ten slotte: waarom wordt de remedie van de problemen van de Nederlandse politiek door de `vernieuwers' alleen maar gezocht op het niveau van het staatkundig stelsel, nooit op dat van een neoliberaal beleid van pseudo-liberalisering en -marktwerking dat opeenvolgende kabinetten, ongeacht hun politieke samenstelling, al ruim vijftien jaar doorvoeren ondanks het feit dat de grote meerderheid van de burgers van het nut daarvan met steeds meer recht in het geheel niet overtuigd is?

Bart Tromp is bijzonder hoogleraar in de theorie en geschiedenis van de internationale betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam en Senior Fellow van Instituut Clingendael. Hirsi Ali en Tromp debatteren morgen tijdens het Nieuwscollege `Paradigmawisseling!' over de toekomst van de Nederlandse politiek. Plaats: Lange Houtstraat 5, Den Haag. Aanvang 17.00 uur.

Verschenen in
NRC Handelsblad
Datum verschijning
27-06-2005

« Terug naar het overzicht