Geboorte van een fascistoïde partij. De PVV ontmenselijkt politici en ziet het negeren van elementaire fatsoensregels als verrijking van de politiek.

 

Geboorte van een fascistoïde partij

De PVV ontmenselijkt politici en ziet het negeren van elementaire fatsoensregels als verrijking van de politiek.



De première in het Teatro alla Scala in 1904 was een fiasco van historisch formaat. Drie maanden later ging Madama Butterfly, licht gewijzigd, nogmaals in première. Nu niet in Milaan, maar in een klein theater in de provinciestad Brescia. Daar begon het succes dat sindsdien nooit meer is opgehouden.

Het is en blijft een hartverscheurend verhaal, dat niet noodzakelijkerwijs in Nagasaki rond 1900 hoeft te spelen. De musical Miss Saigon, een armzalig aftreksel van Puccini’s origineel, vertelt hetzelfde, maar dan zeventig jaar later, tijdens Amerika’s oorlog in Vietnam.

De vijftien jaar oude geisha Cio Cio San, roepnaam ‘ madama Butterfly’, wordt uitgehuwelijkt aan de Amerikaanse marineofficier B.F. Pinkerton. Een voornaam heeft hij niet. Zijn schip, de kanonneerboot USS Abraham Lincoln (voor minder deden de tekstschrijvers het niet) is voor anker gegaan en de bemanning mag passagieren.

Voor Butterfly is het een echt huwelijk, en dus is ook de liefde die zij voelt echt. Het ‘ liefdesduet’ aan het eind van het eerste bedrijf is juist door zijn melodieuze emotionaliteit van een zeldzame wrangheid. Voor haar is het liefde, voor hem lust. De volgende dag wordt het anker gelicht en is hij vertrokken.

In de drie jaar die volgen weigert Butterfly te geloven dat het huwelijk een truc was om hem met haar te laten slapen. Misschien is verlating wel een scheidingsgrond in Japan, non giá del mio paese, maar niet in mijn land, zingt ze. Haar land is nu ‘ Gli Stati Uniti’. Als de Amerikaanse consul haar bezoekt om de waarheid uit de doeken te doen, heet zij hem welkom ‘ in een Amerikaans huis’. Cio Cio San meent dat ze door haar huwelijk ook Amerikaanse is geworden en die dubbele nationaliteit maakt het onontkoombare einde, haar einde, des te navranter.

Zo vormde de voorstelling van Madama Butterfly op 10 maart in De Nederlandse Opera voor mij een eigenaardig besluit van het zogenaamde debat over de dubbele nationaliteit van drie Nederlandse politici dat de dag daarvoor een dieptepunt had bereikt met de aanval van de fractievoorzitter van de PVV, Geert Wilders, op het PvdA-Kamerlid Khadija Arib. Zij moest van hem haar zetel opgeven, omdat ze naast Nederlandse ook Marokkaanse is.

Geert Wilders is een beklagenswaardig mens. Hij moet nu al jaren leven als een door de overheid beschermde overloper van de maffia, omdat hij bedreigd wordt door islamitische extremisten. Dit is een situatie die je je ergste vijand niet toe zou wensen. Het is ook een situatie die niet bevorderlijk is voor het innemen van evenwichtige politieke standpunten.

Maar Wilders heeft van zijn nood een deugd gemaakt. Hij heeft zijn politieke en menselijke isolement willens en wetens vergroot door zich met zijn nieuwe partij verder te verwijderen van de uiterste rechtervleugel van de VVD, die hij oorspronkelijk als zijn thuisbasis had gekozen. In het ‘ debat’ van vorige week overschreed hij de grens tussen democratische en antidemocratische politiek.

Ik schrijf ‘debat’ tussen aanhalingstekens, want van een debat, een uitwisseling van argumenten, was geen sprake. Wilders weigerde stelselmatig in te gaan op tegenwerpingen van de woordvoerders van andere partijen en herhaalde tot vervelens toe dat hij gewoon bleef zeggen wat hij wilde zeggen.

Daarmee misbruikte hij het parlement, dat nu juist zijn centrale plaats in het democratische proces dankt aan het feit dat er publiekelijk gedebatteerd wordt. De verontwaardiging van andere Kamerleden over zijn aantijgingen lokte hij graag uit, om zo via de televisie zijn gelijk bij een door Maurice de Hond bijeengeschoffeld percentage kiezers te halen.

Hij overschreed nóg een grens toen hij de staatssecretarissen Ahmed Aboutaleb en Nebahat Albayrak en het Kamerlid Khadija Arib aanviel, niet vanwege hun daden maar enkel en alleen omdat ze islamiet zijn en een dubbele nationaliteit hebben.

Het is geen term die ik gauw gebruik, maar vorige week werd de PVV een fascistoïde partij. Dat is een partij die lak heeft aan het in acht nemen van vereisten van democratie, een partij die individuele politici ontmenselijkt door hun integriteit te loochenen, een partij die het negeren van elementaire fatsoensregels als verrijking van de politiek opvoert.

Minstens zo schokkend vond ik echter dat de meeste andere partijen bij het debat inhoudelijk of in stijl dezelfde richting als Wilders insloegen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
15-03-2007

« Terug naar het overzicht