Erfenis van Fortuyn ; zijn succes betekende de doorbraak van een sbs-cultuur naar het domein van de politiek.

 

 De vijfde sterfdag van Pim Fortuyn is door de media uitbundig gevierd. Alleen al op zondagavond waren er drie uitzendingen achter elkaar aan gewijd. Ik zag alleen de laatste, waarin een aantal hoofdrolspelers herinneringen ophaalde aan hem en zijn partij. Wie dit tableau de la troupe nog eens de revue zag passeren kwam toch weer uit bij: with such a cast, who needs a plot?

 Verder wel enkele instructieve momenten. Een van de oprichters van Leefbaar Nederland, Henk Westbroek - die Fortuyn van een tv-spelletje bleek te kennen - moest van Felix Rottenberg eerst uitleggen wie Lodewijk XIV was. Toen mocht hij de democratische instelling van Fortuyn kort samenvatten als 'De partij, dat ben ik'. Geert Wilders heeft dit woord ter harte genomen: zijn Partij voor de Vrijheid telt statutair slechts een lid: Geert Wilders. Dat is alvast een stukje erfenis.

 Vervolgens herinnerde Westbroek Mat Herben eraan hoe de laatste bij Leefbaar Nederland alles in het werk had gesteld om Fortuyn weg te werken. "Verrader!" Zo hoor je nog eens wat. Dat gold ook voor de onthulling dat een LPF-toespraak in de Tweede Kamer a raison de 25.000 euro was geschreven door pr-adviseur Ton Elias.

 Voor de rest was het een oefening in geschiedherschrijving. Achteraf blijken de verkiezingen van 2002 alleen maar over buitenlandse immigranten te zijn gegaan, waarover Fortuyn zo'n vooruitziende blik had vertoond. Maar in het boekje van Fortuyn dat tot verkiezingsprogramma was geproclameerd, ging het over de 'puinhopen van Paars'. Daarin zijn alleen de voorlaatste dertien van de 186 pagina's aan 'vreemdelingen' gewijd.

 Hypocrisie kenmerkte toch al de meeste herdenkingsartikelen en -uitzendingen, met als hoogtepunt premier Balkenendes brief aan broer Marten en de omfloerste lof voor het 'algemeen pardon' waarvan Fortuyn toen voorstander was. Pas kortgeleden is dat door de in de Tweede Kamer verzamelde 'Linkse Kerk' aan een meerderheid is geholpen.

 Het gezeur van de Fortuynaanhangers 'dat er niets is veranderd' vormt een onverdachte getuigenis van de armoede van het 'gedachtegoed' van Fortuyn. Inburgeringsprogramma's waren al onder minister Dales begonnen en de ministers Nawijn en Verdonk deden niets anders dan de door staatssecretaris Cohen, PvdA, ingevoerde wet uitvoeren. Een inhoudelijke bijdrage van Fortuyn en zijn partij was er niet. Tegen het eind van de uitzending bedierf de Somalische schrijfster Yasmine Allas de weemoedige stemming over Fortuyn echter enigszins: "Niemand spreekt over de angst die hij opriep." Die kant van de erfenis bleef onbesproken.

 We zagen ook nog het befaamde post mortem-debat op de avond van de voor Fortuyn in Rotterdam zo glorieus verlopen gemeenteraadsverkiezingen. Ik nam iets anders waar dan 'het volk' toen: een onbeschofte Fortuyn die iedereen in de rede viel, gespreksleider Paul Witteman die hem de ruimte gaf en aan het eind een korzelige Dijkstal, die hoopte dat het de volgende keer over inhoud zou gaan. Inderdaad: het meest besproken debat op de Nederlandse televisie ging politiek helemaal over niks. Het was de triomf van een bepaald soort stijl over inhoud.

 Daar ligt de werkelijke betekenis en erfenis van Fortuyn voor de Nederlandse politiek. In al die herdenkingsartikelen raakte alleen de socioloog Van Doorn (NRC Handelsblad, 5 mei) de kern van de zaak. Dat Fortuyn altijd een mislukkeling was geweest, die door zijn narcisme gegarandeerd zijn eigen glazen ingooide, niet in staat was tot enig bindend vermogen - zie zijn LPF-fractie - en politiek doolde van maoisme tot wat socioloog Dick Pels 'spruitjesnationalisme' noemde, dat is allemaal niet echt van belang. Waar het om gaat, aldus van Doorn, is dat hij een nieuw type politicus op de planken zette, dat het moet hebben van persoonlijke naamsbekendheid. Niet vanwege zijn inhoud, maar vanwege zijn stijl.

 Fortuyn, zo bleek eerder uit onderzoek, kreeg in de campagne van 2002 meer televisietijd dan alle andere lijsttrekkers bij elkaar. Maar hij trad zelden op in politieke programma's en ontweek waar mogelijk politieke discussie. Zijn succes betekende de doorbraak van een SBS-cultuur naar het domein van de politiek.

 Zijn erfenis bestaat eruit dat de meeste gevestigde politieke partijen met de gebruikelijke buigzame ruggengraat van Nederlandse regenten deze stijl hebben overgenomen. Dit gebeurt met allerlei vormen van 'leiderschapsdemocratie' die onverenigbaar zijn met ons stelsel van representatieve democratie: het stelsel dat Fortuyn zowel aan zijn opgang als zijn partij aan haar ondergang hielp.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
10-05-2007

« Terug naar het overzicht