Een historicus over de toekomst

 

Een historicus over de toekomst

‘ Als de VS nu een oorlog tegen Irak beginnen, doen ze precies hetzelfde als Oostenrijk-Hongarije in juli 1914.’

bart tromp


Het internationale systeem bestaat sinds de fameuze vredes van Münster – voor de ouderen onder ons: het eind van de Tachtigjarige Oorlog – en Osnabrück, samen de vrede van Westfalen (1648), uit soevereine staten. De beste hedendaagse analyticus van het toen ontstane statenstelsel is naar mijn oordeel de Amerikaanse historicus Paul Schroeder.


Schroeder noemt zichzelf in politiek opzicht conservatief. In oktober 2002 – een half jaar vóór de Amerikaans-Britse aanvalsoorlog tegen Irak – schreef hij in The American Conservative een artikel waarin hij uiteenzette dat de door president Bush voorgenomen oorlog in het geheel niet kon worden gerechtvaardigd, politiek noch juridisch.
De oorlog werd door Bush voorgesteld als preëmptief, dat wil zeggen dat deze begonnen moest worden omdat anders Irak zou beginnen.


Voor een preëmptieve oorlog kunnen steekhoudende argumenten bestaan, zelfs al zijn deze niet in overeenstemming met het internationale recht, dat oorlog uitsluit, tenzij als zelfverdediging of als de Veiligheidsraad stelt dat het handhaven van vrede en veiligheid militair ingrijpen wettigt.
Schroeder somt die argumenten op. Er moet sprake zijn van een onmiskenbare en onmiddellijke dreiging, die van een aard moet zijn dat de vitale belangen van de bedreigde partij er onaanvaardbaar door worden aangetast. En er moeten geen andere middelen beschikbaar zijn om de mogelijke agressor met vreedzame middelen van zijn voornemen af te houden.


Schroeder stelde dat aan geen van deze voorwaarden was voldaan. De Amerikaanse regering beschikte niet over bewijzen dat de Verenigde Staten werkelijk en onmiddellijk door Irak werden bedreigd, met ‘ massavernietigingswapens’ . Evenmin beschikte de Amerikaanse regering over bewijzen, of zelfs maar aanwijzingen, dat het Irak van Saddam Hoessein vitale belangen van de VS werkelijk bedreigde. Er bestond, constateerde Schroeder toen al, geen enkel aantoonbaar verband tussen al-Qaida, het terroristische netwerk dat verantwoordelijk was voor de aanslagen van 11 september 2002, en Irak. De sancties en wapeninspecties van de Verenigde Naties na de Golfoorlog hadden ertoe geleid dat Irak geen bedreiging meer vormde voor zijn buren – laat staan voor de VS.


Kortom, concludeerde Schroeder in oktober 2002: er bestaat geen enkel steekhoudend argument voor een preëmptieve oorlog tegen Irak. Als de VS in deze situatie een oorlog tegen Irak beginnen, doen ze precies hetzelfde als Oostenrijk-Hongarije in juli 1914, toen het Servië de oorlog verklaarde. Net als toen komt het erop neer dat een grote en machtige staat een oorlog begint tegen een kleine en zwakke staat, zonder dat deze een onmiddellijke bedreiging vormt.


Wat de VS dan doen, ondermijnt in twee opzichten de basisregels van het statenstelsel fundamenteel. De eerste basisregel is dat dit stelsel bestaat uit formeel gelijkberechtigde soevereine staten. En de tweede dat die een aantal regels hebben ontwikkeld en aanvaard om vrede en samenwerking mogelijk te maken.
Een oorlog tegen Irak zal net zo’n aantasting van de soevereiniteit van een staat zijn als indertijd de overval van Irak op Koeweit. En in de tweede plaats zullen de VS zich dan niet aan de regels van het internationale stelsel houden, of liever gezegd: de VS zullen het standpunt innemen dat zij gerechtigd zijn wanneer zij dat willen een andere staat aan te vallen, maar uiteraard alle andere staten het recht ontzeggen dat ook te doen.
Dat is, zei Schroeder in oktober 2002, een levensgevaarlijke opstelling, die ook de bijl zet aan de wortel van het Atlantische bondgenootschap, want de andere leden van de Navo kunnen dit standpunt onmogelijk onderschrijven.
Het is een opstelling die Orwelliaans is: alle staten zijn gelijk, maar één staat is veel gelijker dan alle andere. Maar het is ook een imperialistische opstelling en de oorlog tegen Irak zal een imperialistische oorlog zijn, wat voor nobele doeleinden ( bevrijding, democratie, kapitalisme) er ook voor worden aangevoerd. Het negentiende-eeuwse Britse en Franse imperialisme hulde zich ook graag in prachtige slogans, van het brengen van beschaving tot het beeindigen van de slavenhandel.


Een preëmptieve oorlog tegen Irak is onnodig en verkeerd en dient geen nuttig doel, maar brengt grote schade toe aan de VS, de wereld en het internationale systeem, vond Schroeder.
Zelden heb ik een politieke analyse gelezen waarvan de voorspellende waarde zo groot was. Bijna drie jaar na publicatie is het artikel van Schroeder vrijwel woord voor woord bewaarheid. Soms is er een historicus, die eeuwen overziet, voor nodig om de toekomst zo duidelijk in kaart te brengen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
21-07-2005

« Terug naar het overzicht