De PvdA opzeggen is niet de moeite waard ; BART TROMP (54), POLITICOLOOG, COLUMNIST

Een proefschrift schoot erbij in, maar in plaats daarvan schreef hij 'stukkies' in de krant. Bijna twintig jaar al waarschuwt politicoloog Bart Tromp daarin de wereld voor de laatste maal. Ook nationale onderwerpen hebben zijn belangstelling. Het is de laatste tijd misschien wat minder urgent, maar laat de naam 'PvdA' vallen en Tromp scherpt direct zijn pen. Morgen verschijnt zijn duizendste column in deze krant.

- Duizend columns, duizend keer opwinding. Waar heeft u het steeds vandaan gehaald?

'Het heeft te maken met een grote zucht naar rechtvaardigheid. Dat klinkt misschien clichematig, maar het is nu eenmaal zo. Het heeft ook te maken met mijn studie sociologie. Ik heb nog college gehad van de legendarische P.J. Bouman, die in het begin van mijn studie zei: 'Wat kan je met sociologie? Alles'. Zo is het ook. Als je deze studie hebt gedaan, ben je gepredestineerd om je overal druk om te maken, om je overal mee te bemoeien.'

'De socioloog C.W. Mills heeft een boek geschreven dat in de Nederlandse vertaling de titel De sociologische verbeeldingskracht meekreeg. Daar zit het ook in. Je ziet dingen die anderen niet zien, en je ziet ze overal. In feite lees je dus nooit meer een slecht boek, want er staat altijd wel weer wat in dat sociologisch gezien interessant is.'

- Dus als ik zeg: de Nederlandse politiek is saai, dan weet u daar nog wel iets boeiends in te ontdekken?

'Nou, de Nederlandse politiek is vrees ik toch echt oninteressant geworden. Dat komt doordat politiek tegenwoordig zo technocratisch is. Juist onder Paars. De politiek is geslotener dan ooit, beslissingen worden genomen in een circuit van belangengroepen en ambtenarij. Alle onderwerpen die te maken hebben met Nederland Distributieland, of het nu gaat om de uitbreiding van Schiphol, de aanleg van de Tweede Maasvlakte of de Betuwelijn, ze komen pas in beeld bij de politiek als de kaarten zijn geschud. De Kamerleden en de politieke partijen zijn te lamlendig om deze onder Paars sterk gegroeide praktijk te veranderen.'

- Is Wim Kok u erg tegengevallen?

'Nee, want ik had niets anders van hem verwacht. Als partijleider heeft hij het vanaf zijn aantreden laten afweten. Kok beschouwt de ingreep in de WAO in 1992 als de grootste politieke blunder uit zijn loopbaan, maar hij is daar nooit op afgerekend. De partij daarentegen is de crisis die erop volgde niet meer te boven gekomen. De PvdA verloor zestigduizend leden, en dat waren niet de minsten. Dat gat is nooit meer opgevuld. Ik heb eens geschreven: de PvdA is een reclamebureau voor Wim Kok en een uitzendbureau voor Kamerleden geworden. De partij is verambtelijkt en oninteressant geworden.'

- Bent u nog lid?

'Ja, en ik ben al 22 jaar voorzitter van een werkgroep van de Wiardi Beckman Stichting (Partijpolitieke Processen, FvD) die bestaat uit sympathisanten die geen lid zijn en uit mensen die niet sympathiseren met de huidige PvdA maar juist wel met de sociaal-democratie en daarom lid zijn.'

- Ik vind het zo onvoorstelbaar dat u nog sympathiseert met een partij die u zo vaak heeft bekritiseerd.

'Het lastige is dat je maar een keer in je leven kunt opzeggen. Liever zou ik een, twee keer per jaar willen bedanken, maar dat gaat nu eenmaal niet. Als ik had willen opzeggen, dan waren er in het recente verleden betere aanleidingen geweest. Om dat dan nu nog eens een keer te doen, terwijl de partij zowat is afgeschaft, vind ik niet de moeite waard.'

- De partij is afgeschaft?

'De partij wordt centralistisch geleid. Wat er nog aan relikwieen over was, is uitgehold. Kijk naar het partijcongres: vroeger was dat een sociale en politieke gebeurtenis, tegenwoordig krijgen de partijgenoten nauwelijks tijd om over een stuk te discussieren. Het is klapvee geworden, dat om 16 uur snel het gebouw verlaat om de trein naar huis te halen.'

- Maar 'het debat' in de partij is toch aanmerkelijk opgebloeid? Als staatssecretaris Vermeend bij voorbeeld zijn belastingplan presenteert, gaat er toch een hele delegatie het land in om uitgebreid met de leden daarover te discussieren.

'Dat soort bijeenkomsten is er slechts op gericht de partijbonzen de gelegenheid te geven uit te leggen hoe hun plan in elkaar zit. Discussie veronderstelt dat leden invloed hebben. Dat hebben ze helemaal niet. Laatst zag ik Vermeend op televisie zijn belastingplan uitleggen. Op een gegeven moment heb ik het geluid uitgedraaid, want ik kon het niet meer aanhoren. Dan zie je de lichaamstaal van zo'n man, en daaruit sprak iets van: 'Ieder die mij tegenspreekt, deugt niet'. Wat nou, discussie? Overigens moet mij wel van het hart dat de PvdA maar een beperkte plaats inneemt in mijn politieke en intellectuele belangstelling. Dat blijkt ook wel uit mijn columns.'

- Zou u zelf staatssecretaris willen zijn? Of minister?

'Er heerst een merkwaardig misverstand in dit land: als je zoals ik als gewoon staatsburger geinteresseerd bent in politiek, dan denken beroepspolitici al gauw dat je hun baantje wil. Niets is minder waar. Op mijn 28ste ben ik gepolst voor het Kamerlidmaatschap, maar daar heb ik toen al voor bedankt. Daarbij: wat kun je nou echt doen als staatssecretaris of als minister? Bar weinig.'

- Maar stel dat Kok u zou vragen voor het hoogste ambt, naar welk departement gaat uw voorkeur dan?

'Dan zou dat Defensie, Cultuur of Onderwijs worden. Als minister van Onderwijs zou ik vier jaar lang niets doen. Onderwijs gaat aan beleid ten onder. De rust moet daar terugkeren. Jo Ritzen heeft de universitaire wereld volledig op z'n kop gezet met al zijn dwaze plannen voor grootschalige structuurhervormingen, speerpunten, kernpunten, dieptestrategieen en wat dies meer zij. En de chaos is bij het voortgezet onderwijs en op de basisschool zo mogelijk nog groter.'

'In dit beleid gaan sinds jaar en dag grootse vernieuwingen van een ouderwets Sovjet-karakter vergezeld van nieuwe bezuinigingen. Dat is een perfect recept om diegenen die het echte werk verrichten, namelijk onderzoek doen en onderwijs geven, te demotiveren en te demoraliseren.'

- Zou het premierschap iets voor u zijn?

'Nee. Wat valt er ook te doen voor een premier in een periode van volstrekte bewegingloosheid, want daarin verkeren we momenteel. Het lijkt allemaal dynamisch, met al die plannenmakerij voor Schiphol en zo, maar de Nederlandse politiek consolideert. Het is louter uitvoering van beleid, terwijl bijvoorbeeld vragen over wat we bij de inrichting van het volgebouwde land gaan stimuleren en wat niet, niet worden gesteld.'

'Over een thema als zinloos geweld wordt ontzettend hypocriet gedaan. We weten allemaal dat het leeuwendeel van alle gevallen van zinloos geweld is te wijten aan drankmisbruik. Maar zodra minister Borst daar ook maar een heel bescheiden meninkje over geeft dat tendeert in de richting van beperkende maatregelen, staat de hele Kamer op z'n achterste benen.'

- Hoe verklaart u die algehele politieke lethargie?

'Dat is niet zo eenvoudig.'

- Merkt u bij uw studenten ook iets van die desinteresse?

'Er is een klimaat ontstaan waarin sommige studenten, overigens een minderheid, voor politicologie hebben gekozen omdat ze voor andere studies niet aan bod kwamen. Als ze voor de School voor de Journalistiek worden uitgeloot, doen ze maar politicologie. In de jaren zeventig las een student politicologie Vrij Nederland, tegenwoordig moet ik, bij wijze van spreken, bijna uitleggen wat Vrij Nederland is.'

- Dat geldt toch niet voor groeperingen als Niet Nix van de PvdA of voor de D66-jongeren van Opschudding?

'Zij doen mij denken aan die verdrietige, morsige schilder die op een feestje stevig aan de boemel is, rond drie uur in de ochtend luidruchtig wordt en roept: 'Als ik ideeen had, dan zouden jullie wat zien'. Zo is het ook met die jongerenbewegingen. Zij zijn jong en ze willen van alles, maar ik heb geen idee wat in godsnaam. Ik schrijf deze kritiek met enige regelmaat, maar om een of andere reden komt de discussie met Niet Nix en Opschudding maar niet op gang.'

- Ze denken waarschijnlijk: daar heb je die Tromp weer.

'Nee, dat is het niet. Het is een mentaliteit: men gaat in het huidige tijdsgewricht de discussie, de polemiek uit de weg.'

- En de columnist wordt genegeerd.

'Nou, wat ergerlijk is, is dat de polemiek helemaal 'uit' is. Als je in de jaren zeventig ergens te Amsterdam het spreekgestoelte beklom, klonk al meteen vanuit de zaal 'gelul' of iets dergelijks. Als je tegenwoordig in De Balie een rede mag houden, dan horen de aanwezigen het allemaal braaf aan, drinken nog een kopje koffie in het naburige cafe en gaan dan weer gesticht naar huis.'

- Maar er was in die jaren zeventig toch ook veel 'gelul'.

'De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat Nederland eigenlijk nooit echt van het publieke debat heeft gehouden. Kijk eens naar grote literatoren als W.F. Hermans en Lodewijk van Deyssel: die mannen konden niet polemiseren, die hielden scheldkanonnades. Briljante scheldkanonnades, dat wel, maar er viel geen zinnige uitwisseling van standpunten met hen te voeren.'

'Het hedendaagse establishment in de literatuur en politiek nodigt al helemaal niet meer uit tot enig debat. De literatuur is het terrein van academici geworden. Ik zelf probeer alles altijd helder en eenvoudig te stellen. In het academische milieu wordt me dat niet zelden kwalijk genomen. De specialisten rukken overal op. De kloof tussen deze specialisten, die de regenten van vandaag zijn, en het geinteresseerde publiek wordt almaar groter. En er is geen enkele kracht die daar tegenin gaat.'

- Voelt u zich als columnist miskend?

'Daar maak ik me helemaal niet druk om. De mensen die mij serieus nemen doen dat - de anderen die dat niet doen zijn niet belangrijk. Dat ligt heel eenvoudig bij mij.'

Auteur
FRANS VAN DEIJL
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
19-10-1999

« Terug naar het overzicht