CDA is als de dood voor kritiek

 

CDA is als de dood voor kritiek

De enige manier om Bert De Vries met succes te bestrijden is een weerlegging van zijn kritiek.

bart tromp


Bert de Vries, oud-fractievoorzitter (1982-1989) van het CDA en oud-minister van Sociale Zaken in het derde kabinet-Lubbers (1989-1994), oefent in zijn boek Overmoed en Onbehagen een even bedaarde als vernietigende kritiek uit op het beleid van het zittende kabinet. Die kritiek is, om in de terminologie van de mannenbroeders te blijven, architectonisch van aard. Ze richt zich niet op onderdelen, maar op het regeringsprogramma als zodanig, dat hij kenmerkt als ‘ neoconservatief’. Daaronder verstaat hij de afbraak van de verzorgingsstaat op basis van doemscenario’s over onbetaalbaarheid en vergrijzing
Het bijzondere aan deze architectonische kritiek is dat De Vries deze op centrale beleidsterreinen gedetailleerd uitwerkt en laat volgen door voorstellen voor een alternatieve politiek, meer in overeenstemming met de oorspronkelijke uitgangspunten van de christen-democratie.
Het is hem niet in dank afgenomen. En zijn kritiek kan niet worden genegeerd. Daarvoor geniet De Vries te veel prestige binnen het CDA. Hoe dan met hem en zijn boek om te gaan?
De eerste verdedigingslijn bestond eruit De Vries te verwijten dat hij zijn kritiek niet ‘ gewoon’ binnenskamers had geuit, in plaats van een boek te schrijven dat iedereen kan lezen. Dit is de klassieke reactie van een politieke partij die vindt dat de neuzen altijd in één richting moeten wijzen. De CDA-voorzitter in Groningen, die werkelijk IJzebrand Rijzebol heet, verklaarde een interne discussie geprefereerd te hebben; andere CDA-bonzen spraken van ‘ een mes in de rug’ en CDA-voorzitter Marja van Bijsterveldt verzuchtte: “Van je familie moet je het maar hebben. ”
Maar toen 36 CDA-prominenten, onder wie De Vries, vorig jaar een vertrouwelijke brief schreven waarin zij het kabinetsbeleid niet sociaal noemden, kwam daarop geen enkele inhoudelijke reactie. Aan interne discussie heeft het CDA blijkbaar een broertje dood.
Kortom, het werd De Vries kwalijk genomen dat hij het kabinetsbeleid had gekritiseerd. Op dit niveau ben ik maar één voorbeeld tegengekomen waarin een argument werd gebruikt. Dat was afkomstig van de secretaris van de commissie die het CDA-verkiezingsprogramma in 2002 opstelde. Volgens hem stond daar alles in waar De Vries zich nu tegen keert. Maar toen prees De Vries, op dat moment interim-voorzitter, dit programma juist.
In zijn boek valt De Vries echter CDA-nota’s en het beleid van het tweede kabinet-Balkenende aan die van veel recenter datum zijn. Bovendien kan hij natuurlijk van mening zijn veranderd.
Al dit op de man spelen – of doodzwijgen – levert niet het beeld op van een politieke partij die weloverwogen en zelfverzekerd een bepaalde politiek steunt, eerder dat van een partij die doodsbenauwd is voor kritiek. Het zou nog wat anders zijn geweest als het kabinet-Balkenende erin was geslaagd zijn calvinistische liberalisme als politiek noodzakelijk te verkopen. Maar daar wijzen de opiniecijfers allerminst op: het CDA staat al twee jaar op fors verlies en de VVD weet zich met moeite te handhaven op het niveau waar de partij bij de laatste verkiezingen belandde.
De enige manier om De Vries met succes te bestrijden is vanzelfsprekend een inhoudelijke weerlegging van zijn kritiek. Ik ben daarvan maar twee pogingen tegengekomen. De eerste is van de hand van minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en staatssecretaris Joop Wijn van Financiën. Zij verdedigen het kabinetsbeleid door de doemscenario’s van het kabinet te herhalen. Het aantal 65-plussers is over 25 jaar verdubbeld, net als de kosten van de AOW, en daarom moet nu al worden bezuinigd. Maar zij gaan helemaal niet in op de berekening van De Vries dat de in de toekomst stijgende kosten van de AOW grotendeels worden gecompenseerd door groei van de belastinginkomsten uit pensioenen, spaargeld en lijfrentes. Partijvoorzitter Van Bijsterveldt ging daar wél op in: met het argument dat De Vries niets nieuws had verteld, waarop De Vries reageerde met de opmerking dat het dan toch aardig was geweest als de partij dat eens hardop had gezegd.
De CDA-denkers Lans Bovenberg en Ab Klink zijn het daar niet mee eens en bestrijden De Vries’ argumenten met… nieuwe doemscenario’s. Het is onzeker of de belastinginkomsten van de 65-plussers wel zo hoog zullen zijn als het CPB raamde, en kosten van de zorg zullen forser stijgen dan De Vries veronderstelt. Maar ze negeren diens veel bredere argumentatie, evenzeer als zijn constatering dat het regeringsbeleid van Balkenendes doemscenario’s juist een zichzelf waarmakende voorspelling maakt.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
15-09-2005

« Terug naar het overzicht