Burger is de zwakke stee


De problemen van de democratie liggen niet op het niveau van het kiesstelsel, maar op dat van de kiezer.
Bart Tromp in Het Parool, 28 december 2006

De discussie over de inrichting van het politieke stelsel suddert door, al is het minder geworden na de mislukte voorstellen voor een rechtstreeks gekozen burgemeester en een ander kiesstelsel van minister Thom de Graaf – inmiddels benoemd tot burgemeester van Nijmegen. Het zogenaamde Burgerforum Kiesstelsel, vorig jaar ingesteld door De Graafs opvolger Alexander Pechtold, kwam een paar weken geleden met zijn eindadvies. De burger zou in het vervolg óf op een partij óf op een persoon van die partij moeten kunnen stemmen. Zoals bij alle voorstellen om het kiesstelsel te veranderen, rekenen de voorstanders zich rijk aan de veronderstelde voordelen, maar zijn ze blind voor de aanwijsbare nadelen.

Dat geldt ook voor een andere bijdrage. Ayaan Hirsi Ali meldde vanuit Washington dat de huidige instabiliteit van de Nederlandse politiek alleen maar bedwongen kan worden door invoering van een kiesstelsel naar Brits of Amerikaans voorbeeld. Dat zou leiden tot niet meer dan twee partijen, en dan was je van de problemen af. Scheidend Kamerlid Klaas de Vries liet zich in dezelfde zin uit. Ook hier geen aandacht voor de onaangename consequenties van zo’n districtenstelsel. In de VS heeft dat er onder meer toe geleid dat bij de verkiezingen voor het Congres de grote meerderheid van de kiezers thuisblijft, zodat men eigenlijk niet van een volksvertegenwoordiging kan spreken. In Groot-Brittannië wordt zo niet alleen een derde partij systematisch gemarginaliseerd, maar is sinds de Tweede Wereldoorlog geen enkele regering aan de macht geweest die een meerderheid van de kiezers achter zich wist. Rare democratie!

Maar volgens mevrouw Hirsi Ali was het Nederlandse kiesstelsel ‘ verouderd, want het stamt uit 1917.’ Uit 1917! Dat argument hoor je wel vaker. Maar dan is het wel raar om als alternatief kiesstelsels uit de achttiende eeuw als het Amerikaanse en Britse aan te raden.

De problemen van de democratie in Nederland liggen echter niet op het niveau van het kiesstelsel, maar op dat van de burger. Dat is een thema waar politici zich niet aan wagen. In plaats daarvan geven ze bij toerbeurt op hoe hoog geschoold en ontwikkeld het huidige electoraat is. Daar mag absoluut niet aan getwijfeld worden. Nee, er moet juist meer naar de burger worden geluisterd!

En daarom worden de meningen van de burgers soms wel per uur geregistreerd. Een zestigtal bureaus verdient daar een goede boterham aan. Maar naast dit onophoudelijke bombardement aan meningspeilingen vindt men zelden of nooit onderzoek aan naar wat de burgers weten. Toch hebben al die meningen alleen maar waarde als ze gebaseerd zijn op kennis van zaken. Bij het referendum over het ontwerp-grondwettelijk verdrag voor de Europese Unie is wel zo’n onderzoek gehouden. De resultaten waren schokkend. De meeste Nederlandse kiesgerechtigden hadden geen benul van de EU en de belangrijkste Europese organen, zoals de Europese Raad en de Europese Commissie. Het ministerie van Buitenlandse Zaken liet een onderzoek doen waaruit bleek dat de meeste Nederlanders zich daarvan bewust zijn. Ze zouden best wat meer over Europa willen weten, maar dan moet het wel aantrekkelijk gepresenteerd worden en niet meer dan twintig minuten duren.

Nu is ‘ Europa’ een ingewikkeld geheel en heeft het tot voor kort ver van het bed gestaan. Maar ieder Kamerlid kan u vertellen dat het aantal mensen dat zich tot hen richt, maar het verschil tussen parlement en regering niet maakt, buitengewoon groot is.

Is gebrek aan kennis over politiek bij burgers niet een veel groter probleem dan de vraag of een Kamerlid via de partijlijst of op persoonlijke titel wordt gekozen? Houdt het kiesrecht niet in de plicht zich te informeren? Maar als dat laatste het geval is, dan moet dat voor iedereen ook mogelijk zijn. Dan vallen twee zaken op. Al dat opgeven over het gestegen opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking laat buiten beschouwing dat in het formele onderwijs vrijwel geen aandacht aan de inrichting en werking van de politiek op Nederlands, Europees en wereldniveau wordt besteed. Het tweede: dat de media, voorop de audiovisuele, maar nu ook de dagbladen, steeds minder aandacht aan politieke informatie en meningsvorming zijn gaan besteden. Kortom, de burger krijgt ook minder de gelegenheid politieke competentie te verwerven.

Misschien iets voor nieuw ‘ burgerforum’ om zich druk over te maken.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
28-12-2006

« Terug naar het overzicht