Belazerd Turkije

 

 Met het mislukte beleg van Wenen in 1683 begon de neergang van het Osmaanse Rijk, die pas eindigde met de ontbinding ervan in 1921. In die lange periode ontwikkelde de Osmaanse diplomatie een bijzondere stijl, gebaseerd op de wetenschap altijd vanuit een zwakkere positie te moeten opereren. Die stijl heeft het Osmaanse Rijk overleefd en kleurt nog altijd de Turkse onderhandelingstechniek.

 Dat is een factor in de patstelling die is ontstaan in de betrekkingen tussen Turkije en de Europese Unie (EU). Turkije heeft geweigerd de Republiek Cyprus te erkennen, dat wil zeggen, zijn havens en vliegvelden te openen voor vliegtuigen en schepen uit Cyprus, zoals twee jaar geleden toegezegd. Nu het Finse voorzitterschap hiervoor geen oplossing heeft gevonden, stelt de Europese Commissie voor om de onderhandelingen met Turkije over toetreding tot de EU gedeeltelijk op te schorten. De onderhandelingen betreffen 35 dossiers. Acht daarvan, de meest gevoelige, zouden moeten worden stilgelegd. Ze gaan over internationale handel, waaronder landbouw, het vrije verkeer van goederen en transport. Ze zouden pas mogen worden hervat als Turkije Cyprus eindelijk erkent. Binnenkort moet de Europese top van regeringsleiders dit voorstel bekrachtigen.

 Op het eerste gezicht is dit een redelijke stap. Redelijker in elk geval dan wat het Nederlandse parlement vorige week in meerderheid besloot: dat de onderhandelingen over de hele linie moeten worden gestaakt. Nog verder gaat de regering van Cyprus. Deze heeft aangekondigd dat zij niet instemt met de voorgestelde maatregelen. Het dreigt zelfs met een veto op voortgang van de onderhandelingen met Turkije als de EU niet veel verdergaat.

 Maar het eerste gezicht misleidt. Aan de basis van het geschil ligt de grove fout die de toenmalige leden van de EU maakten toen ze Cyprus als lid toelieten, hoewel het VN-herenigingsplan per referendum in het Griekse deel was verworpen. Voorwaarde tot toetreding was altijd de hereniging van de eilandstaat geweest, die sinds 1974 uit een door Grieken en een door Turken bewoond deel bestaat. Die voorwaarde is toen genegeerd. Om Turks-Cyprus tot ondersteuning van het herenigingsplan te bewegen, had de EU hulpprogramma's in het vooruitzicht gesteld. En tot opluchting en verbazing van vrijwel iedereen stemden de Turkse Cyprioten wel voor hereniging. Maar van de beloofde hulp is helemaal niets terechtgekomen, omdat het nieuwe lid Cyprus die binnen de EU tegenhoudt. Geen wonder dat Turkije zich belazerd voelt.

 Een tweede factor is dat de kwestie-Cyprus nu wordt aangegrepen om de toetredingsonderhandelingen te saboteren. De EU heeft twee jaar geleden weloverwogen tot deze onderhandelingen besloten, maar de regeringen van sommige lidstaten (Frankrijk, Duitsland, Cyprus) hebben sindsdien laten weten of doorschemeren dat ze niets zien in een Turks lidmaatschap.

 Dit legt zonder meer een zware last op de onderhandelingen, waarvan Turkije met recht kan vermoeden dat deze van de kant van de EU niet te goeder trouw worden gevoerd. Door de kwestie-Cyprus op de spits te drijven, wordt deze indruk alleen maar versterkt.

 Dat is spelen met vuur. Of Turkije in de toekomst lid van de EU wordt of niet, de verhouding tussen Turkije en de EU is voor allebei van levensbelang. Er zijn legitieme argumenten tegen een Turks lidmaatschap. Maar afwijzing kan nu alleen nog maar de uitkomst zijn van serieus gevoerde onderhandelingen.

 Gemakzuchtige praat als van bondskanselier Angela Merkel over een of andere vorm van geassocieerd lidmaatschap negeert de vergaande politieke consequenties die zo'n afwijzing tot gevolg kan hebben. De EU kan het zich niet permitteren het meest pro-westerse, seculiere en ontwikkelde moslimland van zich te vervreemden. Nog afgezien van het feit dat uitzicht op het EU-lidmaatschap het effectiefste middel is tot versterking van de rechtsstaat en de democratie in Turkije, zoals dat ook bij eerdere kandidaat-leden het geval is geweest.

 De Turkse weigering om binnen twee jaar na het lidmaatschap van Cyprus schepen en vliegtuigen uit dat land toe te laten, kan vanzelfsprekend niet zonder consequenties blijven. De nu voorgestelde stappen van de Europese Commissie gaan echter ver genoeg.

 Het is nu eerst zaak dat de EU zich niet langer door Cyprus laat ringeloren en er werk van maakt dat de toezeggingen aan de Turkse Cyprioten gestand worden gedaan. Dat zou Turkije uit zijn egelstelling bevrijden.

 



Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
09-12-2006

« Terug naar het overzicht