Anti-Europeanisme


 

Angst en woede over een heel eigen weg die Europa heeft ingeslagen

In Europa wordt veel ophef gemaakt over het anti-Amerikanisme hier, maar er bestaat weinig aandacht voor het hedendaags anti-Europeanisme in de Verenigde Staten. 

Dit is sinds enkele jaren wijdverbreid in de media en onder politici en commentatoren. Aan het begin van zijn ambtstermijn moet president George W. Bush in kleine kring hebben gezegd: ‘I don’t give a damn about what Europe thinks.’ Dat vat dit Amerikaanse anti-Europeanisme luid en duidelijk samen. Zijn opmerking is van vóór 11 september 2001, dat pas echt een keerpunt werd in de trans-Atlantische betrekkingen. Amerika trok ten oorlog en vond dat het van Europa te weinig steun kreeg. Europa wilde niet en Europa kon ook niet. Denk aan het commentaar van minister van Defensie Donald Rumsfeld toen premier Tony Blair een groot deel van de Britse strijdkrachten beschikbaar stelde voor de aanval op Irak: ‘Ze mogen wel meedoen, maar we hebben ze niet nodig.’

De ‘oorlog tegen terrorisme’ had echter bredere implicaties, indertijd verbeeld in de stelling van de Amerikaanse commentator Robert Kagan dat Amerikanen van Mars komen en Europeanen van Venus. Het is niet alleen dat Europa militair steeds verder achterblijft bij Amerika en dat 
het (daarom?) veel minder geneigd is tot krachtpatserij in de internationale politiek. Dat zou alleen maar wijzen op de zwakte van Europa. Het is veeleer zo dat ‘Europa’ staat voor een heel andere politiek, waarin het handhaven van de rechts-orde, vreedzame samenwerking en desnoods eindeloze diplomatie de hoofdrol spelen.
Vandaar dat de Europese Unie dé boeman is geworden in het Amerikaanse anti-Europeanisme. De neoconservatieven, die in Washington nog steeds dominant zijn, begroetten de negatieve referenda over de Europese ‘Grondwet’ met luid gejuich. The European Union is dead is bij- voorbeeld de tevreden titel van een artikel over dit onderwerp in het belangrijkste tijdschrift van de ‘neocons’, The National Interest. 

Het anti-Europeanisme heeft zo twee gezichten. Aan de ene kant is het de minachting voor het verouderende werelddeel dat politiek steeds minder relevant aan het worden is. Aan de andere kant is het angst en woede over een Europa dat zich kan onttrekken aan Amerikaanse machtspolitiek en dat politiek, economisch en cultureel een heel andere en eigen weg is ingeslagen.

Deze dubbelzinnigheid vertoont ook een recent artikel van Fareed Zakaria in Newsweek. Zakaria is echter geen neoconservatieve ideoloog, maar een bekwaam politiek commentator. Dat maakt zijn sombere visie op Europa de moeite waard. Die somberheid is in eerste instantie gebaseerd op een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), Going for Growth. 

Volgens dit rapport is er sprake van een groeiende kloof tussen Europa en de Verenigde Staten, afgemeten aan het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking. Als het zo doorgaat, is over een jaar of twintig de doorsnee Amerikaan twee keer zo rijk als de doorsnee Fransman of Duitser. 

Dit vond ik niet het sterkste deel van zijn betoog. Zulke statistieken zeggen niets over de spreiding van inkomen en over de kwaliteit van leven. De Amerikaanse groei bijvoorbeeld is deels het resultaat van het feit dat steeds meer Amerikanen twee baantjes moeten nemen om het hoofd boven water te houden. En wat heb je aan meer inkomen als je een veel groter deel dan in Europa kwijt bent aan de dure en inefficiënte Amerikaanse gezondheidszorg?

Evenmin ben ik erg onder de indruk van Zakaria’s argument dat Europa zich in neergang bevindt omdat het militair zoveel minder besteedt dan Amerika. Tenslotte kunnen wij elke dag lezen hoe weinig invloed en veiligheid Amerika in de wereld geniet dankzij een militair budget dat groter is dan dat van alle andere landen bij elkaar.

Maar Zakaria heeft op twee punten gelijk. De bevolkingsopbouw van Europa is ongunstig en wordt ongunstiger. Zonder immigratie op grote schaal is dit tij niet te keren. Dat is een even onaangename waarheid als een eersterangs politiek probleem. 

Zijn tweede punt betreft de achterblijvende technische en wetenschappelijke ontwikkeling in Europa. De voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso, ziet dat ook en heeft voorgesteld een Europees topinstituut op te richten, dat vergelijkbaar is met het Massachusetts Institute of Technology in Boston. Geen goed idee, overigens. Maar het demonstreert wel het redelijke element in het Amerikaanse anti-Europeanisme.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
04-03-2006

« Terug naar het overzicht