Anarchie bij ABN AMRO

 

De aanstaande ondergang van ABN AMRO als zelfstandige en Nederlandse bank is de tot nu toe meest spectaculaire illustratie van waarvoor Aad Jacobs, bestuursvoorzitter van ING, bij zijn afscheid afgelopen jaar waarschuwde: de filialisering van Nederland. Hij vreesde dat steeds meer Nederlandse bedrijven zouden worden opgekocht door buitenlandse ondernemingen met geen ander belang dan winst op korte termijn.

De gebruikelijke verklaring luidt: dat komt door de mondialisering, opgevat als een natuurverschijnsel. De belangrijkste factor is in dit geval echter de wetswijziging die minister Gerrit Zalm in 1994 doorzette.

Daarbij werd het bestaande Nederlandse structuurregime met betrekking tot bedrijven nagenoeg gesloopt ten gunste van kapitaalverschaffers. De voorstanders prijzen deze ook internationaal ongehoorde liberalisering als het summum van democratie, namelijk aandeelhoudersdemocratie.

Maar wie naar de praktijk kijkt, moet het opvallen dat het hier toch wel gaat om een heel eigenaardige vorm van democratie, als je die vergelijkt met politieke democratie. Het begint er vanzelfsprekend mee dat het stemrecht over het lot van de onderneming uitsluitend toekomt aan aandeelhouders. Andere belanghebbenden, de mensen die er werken, de afnemers en gebruikers van diensten en producten, hebben geen stem, evenmin als de overheid die de infrastructuur verzorgt waarop de onderneming is aangewezen, de fysieke zowel als de sociale (onderwijs, politiek klimaat). In dit opzicht is aandeelhoudersdemocratie nog het best te vergelijken met het censuskiesrecht, waarbij alleen rijke mannen mochten stemmen.

Een tweede verschil met politieke democratie is dat de politieke is gebaseerd op de burger. Die heeft een stem. De aandeelhouder kan een natuurlijk persoon en een rechtspersoon zijn, maar in beide gevallen is zijn stemrecht evenredig aan de hoeveelheid aandelen die hij bezit.

Een ander groot verschil is dat in een politieke democratie het kiezerskorps grotendeels stabiel is. Wie eenmaal Nederlands staatsburger is, blijft dat meestal zijn hele leven. Verandering van nationaliteit is bovendien een moeizaam proces. Maar het aandeelhouderschap is nauwelijks aan beperkingen gebonden als het gaat om instappen of uitstappen. Het woord is dan ook al lang niet meer op zijn plaats, want het kenmerk van aandeelhouderschap onder het huidige casinokapitalisme is dat je de aandelen niet houdt.

In vergelijking met de politieke democratie komt daar nog een complicerende factor bij. In een politieke democratie is de kiezer ordentelijk op een kieslijst terechtgekomen. Maar van zo'n registratie is bij de aandeelhoudersdemocratie nauwelijks sprake. Pas wie over ten minste 5 procent van de aandelen in een onderneming beschikt, moet zich volgens het Nederlandse recht als zodanig bekendmaken. Het grote verschil met een politieke democratie is hier dus dat niemand bij aandeelhoudersdemocratie weet wie op een gegeven tijdstip de kiezers zijn.

In een politieke democratie staat vast wanneer de verkiezingen plaatshebben. Dat verandert alleen als een meerderheid van de volksvertegenwoordiging het vertrouwen in de regering opzegt. Althans in een parlementaire democratie. In de aandeelhoudersdemocratie heeft eenmaal per jaar een aandeelhoudersvergadering plaats, maar de opkomst daar is altijd ver beneden wat in een politieke democratie als minimaal toelaatbaar zou worden beschouwd.

Wat verder opvalt, is dat hier het beginsel van de meerderheidsbeslissing pas in de laatste fase van belang is, en dat kleine groepen aandeelhouders een disproportionele invloed kunnen uitoefenen. De ABN AMRO-crisis begon met de eis van het hedgefonds TCI, dat bij benadering over 1 procent van de aandelen beschikt, om de bank te splitsen.

Daarbij is meteen een volgend verschil met de politieke democratie aangegeven. In het huidige aandeelhouderskapitalisme zijn de grenzen aan het vervagen tussen de verantwoordelijkheden van bedrijfsleiding en aandeelhouders. Wij zien steeds vaker dat een groep aandeelhouders op de stoel van de eerste plaatsneemt. Eerder dit jaar begonnen twee andere hedgefondsen, op grond van een heel beperkt pakket aandelen, van de leiding van Stork te eisen dat deze een heel andere strategie ging volgen en daartoe belangrijke delen van de onderneming zou verkopen.

Ook in dit opzicht doet het aandeelhouderskapitalisme denken aan de realisering van anarchistische en extreem-linkse denkbeelden, die op het niveau van de politieke democratie gelukkig nooit wortel hebben geschoten.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
19-05-2007

« Terug naar het overzicht