Requiem voor een lastpak



Lang gehoopt niet zo'n oudere journalist te worden die van zijn eindredactie het verzoek krijgt: kun jij de necrologie van X. schrijven want jij hebt hem nog gekend. Vorige week donderdag was het zover. M. belde: heb je het gehoord, Bart Tromp is dood. Gelukkig had ik hem twee weken geleden nog de hand geschud bij de oratie van Ko die zich namens het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken nu professor Colijn mag noemen. Want meestal maakten we ruzie. In VN van 12 mei jongstleden tikte hij me per ingezonden brief nog op de vingers. In een beschouwing over de perikelen binnen de PvdA had ik per abuis geschreven dat Wim Kok de verkiezingen van 1994 had gewonnen. Helemaal niet waar, wist Tromp. De oud-vakbondsleider was dat jaar minister-president geworden, maar na twaalf zetels verlies. 'Dat het CDA nog meer verloor, kan moeilijk als een overwinning van de PvdA worden aangemerkt.' Een Pietje Precies, de man die op de langste dag van het jaar aan een hartstilstand bezweek. Tromp had vaak gelijk. Al kreeg hij het van zijn eigen partijgenoten zelden.

Wat een rare speling van het lot dat ze in dezelfde week overleden: Bart Tromp en Piet Reckman. De twee staan symbool voor de vleugelstrijd die de PvdA van 1973 (het kabinet-Den Uyl) tot 1989 (Kok wordt vice-premier onder Lubbers) verdeeld hield. Reckman, de profeet van de sociale actie, de linkse dwarsligger die in 1977 de vorming van een tweede kabinet onder leiding van Joop den Uyl tegenhield omdat een nieuwe coalitie met het CDA alleen maar 'puin zou ruimen voor het kapitalisme'. Tromp die bij mijn weten de eerste was die niets moest hebben van het door Reckman gekoesterde ideaal van de socialistische actiepartij. Een politieke groepering was opgericht om keuzen te maken, vond hij, niet om als een slaafse hond aan te lopen achter belangenorganisaties. Ook niet als dat de Wereldwinkels, de Novib en de stichting XminY waren. 'In deze situatie dient de PvdA zich te herdefinieren als een beginselpartij. Beginselen, in de zin niet van ietwat vage, algemene, fraaie en vrijblijvende uitgangspunten, maar in de zin van een stelsel van doordachte, uitgewerkte, onderling samenhangende en gerechtvaardigde principes, die richting geven aan concrete politieke keuzen,' schreef hij in 1977 in de bundel Democratisch-socialisme in Nederland. Een analyse die door de Reckmanianen destijds voor 'rechts' werd aangezien. Ook de Pvd top was die mening toegedaan. Partijsecretaris Gerard Heyne den Bak verweet Tromp in dezelfde bundel dat hij 'debat-trucs' hanteerde en 'een karikatuur van de partij-in-actie maakte'.

Pas veel later besefte de PvdA dat welvaart en welzijn, economie en milieu, verzorgingsstaat en immigratie wel degelijk lastige dilemma's vormden. Dilemma's die niet konden worden opgelost zonder concrete keuzen te maken. Tromp had gelijk maar kreeg het (nog) niet.

De partijbestuurders van die tijd schilderden de Gronigse politicoloog af als een lastpak, een criticaster, een conservatieve dissident die eigenlijk weinig te zoeken had in een progressieve groepering als de PvdA.

Lastig was hij inderdaad, zoals ik merkte toen ik samen met Joop van Tijn voor VN een portret van het partijbestuur maakte. Tromp was daar toen lid van - tot ergernis van de meeste van zijn collega's. Tromp schreef venijnige columns. Hij keerde zich tegen het streven van de PvdA om Nederland kernwapenvrij te maken. Maar als bestuurder had je weinig aan hem, luidde de klacht. Pvd ideoloog Wouter Gortzak destijds: 'Hij is veruit het interessantste partijbestuurslid in zijn analyses. Maar als ze vragen wat moeten we nou doen valt hij stil.'

Het leuke aan Bart Tromp is dat hij lastig bleef, ook toen de PvdA onder Wim Kok een vervaarlijke zwaai naar rechts maakte. Denkers als Bram Peper en Paul Scheffer papegaaiden Kok na dat de partij haar ideologische veren moest afschudden. Tromp - in 2002 gepromoveerd op een onderzoek naar de beginselprogramma's van SDAP en PvdA - was wars van zulk pragmatisme. De paarse kabinetten van de jaren negentig vond hij te technocratisch. In zijn bundel Hoe de wereld in elkaar zit waarschuwde hij Wouter Bos dat die de verzorgingsstaat en de erfenis van Drees en Den Uyl niet mocht verloochenen. Tromp was niet linkser geworden, maar de partij had hem rechts ingehaald. Ook met de oorlog in Irak. Najaar 2003 interviewde ikTromp (inmiddels senior research fellow aan het Instituut Clingendael en bijzonder hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam) in de riante tuin van zijn huis aan de Haagse Waalsdorperweg. Hij haalde fel uit naar George Bush die landen als Afghanistan en Irak bezette, maar niet thuis gaf als het om de wederopbouw ging. 'De Amerikanen doen me denken aan een zwerm spreeuwen die ergens binnenvliegt, een oorverdovend lawaai produceert, alles onder schijt en dan weer vertrekt. Met serieus veiligheidsbeleid heeft het allemaal weinig te maken.'

Treurig dat zo'n eeuwige dwarsligger er nu niet meer is.

Auteur
Max van Weezel
Verschenen in
Vrij Nederland
Datum verschijning
01-10-2007

« Terug naar het overzicht