NOODSPRONG

Na wekenlang onderhandelen is er dan toch een resolutie van de Veiligheidsraad aanvaard over Irak. Voor de Amerikaanse regering was de terugkeer naar de Verenigde Naties (VN) een pijnlijke gang. Een halfjaar geleden negeerde ze de VN en begon een oorlog tegen Irak zonder mandaat van de Veiligheidsraad en zonder zich te kunnen beroepen op het Handvest van de VN (dat oorlog alleen aanvaardbaar acht als het om zelfverdediging gaat). De lawaaierige voorstanders kon je toen, ook aan deze kant van de Atlantische Oceaan, horen roepen dat nu wel de overbodigheid van de VN was aangetoond en dat de Verenigde Staten, al dan niet met steun van enkele Europese schoothondjes, voortaan op hun eentje orde op zaken in de wereld zouden stellen.

De oorlog is voor gewonnen verklaard. Maar de parate massavernietigingswapens, die deze oorlog moesten rechtvaardigen, zijn er niet. Na maanden speuren is er nog niet een gevonden. Anders dan de regering had voorspeld, worden de Amerikanen niet als bevrijders maar als bezetters beschouwd. Vrijwel elke dag sneuvelen er Amerikaanse soldaten. Central Command, het militaire hoofdkwartier voor Irak, maakt alleen melding van 'incidenten' als er Amerikaanse doden bij vallen. Martijn Delaere van de Haagsche Courant ontdekte echter dat op luchtmachtbasis Ramstein in Duitsland elke dag twee grote transportvliegtuigen met gewonde Amerikaanse militairen uit Irak landen. Hun aantal loopt al in de vele honderden. Meer dan de helft van het Amerikaanse leger zit nu vast in Irak.

Volgens de Amerikaanse regering zou de wederopbouw van Irak gemakkelijk betaald kunnen worden uit de export van Iraakse olie. Misrekening: er zijn eerst miljarden nodig om de Iraakse olie-industrie weer te laten functioneren. Militair noch economisch kan het machtigste land ter wereld dit volhouden. Vandaar de Amerikaanse terugkeer naar de Verenigde Naties. Een resolutie van de Veiligheidsraad moet de bezetting van Irak alsnog de legitimiteit verschaffen die een halfjaar geleden door Donald Rumsfeld en consorten werd afgedaan als iets waarover alleen slappelingen zich druk maken.

Uiteindelijk is resolutie 1511 unaniem aangenomen, hoewel niet alleen de vertegenwoordigers van Frankrijk, Rusland en Duitsland daarbij forse kritiek op de door Washington voorgestelde tekst hebben geuit. Voor de Amerikaanse regering is het doel van de resolutie militaire en economische steun te verwerven voor de bezetting en wederopbouw van Irak. Maar voorlopig ziet het ernaar uit dat de meeste landen die deze steun zouden moeten leveren het mooi genoeg vinden dat resolutie 1511 unaniem is aangenomen, zoals president Bush een paar weken geleden een ontbijt op het Witte Huis voldoende beloning achtte voor de kritiekloze steun van de Nederlandse regering aan zijn oorlogspolitiek.

Zonder internationale bijstand komt Bush echter steeds meer in de problemen. Dat is niet alleen een gevolg van de onbezonnenheid waarmee de onervaren president aan de oorlog begon, zonder zich - anders dan zijn vader dertien jaar eerder - te verzekeren van internationale legitimiteit, militaire bijstand en financiele steun. Die problemen komen ook voort uit zijn kortzichtige en onverantwoordelijke binnenlandse politiek, die de Amerikaanse economie in nog geen twee jaar zwaar hebben getekend.

De econoom Paul Krugman stelde onlangs vast dat als een land in de Derde Wereld hetzelfde beeld te zien gaf als de Verenigde Staten, de alarmbellen over een aanstaande financiele crisis allang zouden rinkelen. Het begrotingstekort van de Verenigde Staten is nu verhoudingsgewijs groter dan dat van Argentinie. (Toen president Bill Clinton aftrad, kenden de Verenigde Staten een niet eerder vertoond begrotingsoverschot.)

Het handelstekort is groter dan dat van Indonesie aan de vooravond van de Oost-Aziatische crisis van 1997. Door reusachtige belastingverlagingen, die voornamelijk de sponsors van Bush, de allerrijksten, bevoordeelden, zijn de Amerikaanse overheidsfinancien veroordeeld tot immense structurele tekorten. Tot nu toe worden die aangezuiverd door buitenlands kapitaal, dankzij de nog steeds geprivilegieerde status van de dollar in de wereldeconomie. Maar dat is geen stabiele situatie: de rest van de wereld subsidieert zo voor 500 miljard dollar per jaar Bush' militaire avonturisme en subsidies aan Amerikaanse miljonairs. Uiteindelijk komt echter de waarheid aan het licht: dat dit geen productieve investeringen zijn. Wanneer buitenlandse investeerders daarachter komen en buitenlandse geldschieters geen Amerikaanse obligaties meer willen kopen, stort het kaartenhuis van Bush ineen. Resolutie 1511 is zo bezien de eerste noodsprong.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
25-10-2003

« Terug naar het overzicht