Lessen uit het verleden?

Nooit is een bank of bedrijf bereid geweest een cent in de BIJ VOORBAAT verliesgevende betuwelijn te steken.

bart tromp

Lessen uit het verleden?

Het mocht geen parlementaire enquête worden, het onderzoek van de Tweede Kamer naar de kostenoverschrijdingen van grote infrastructurele projecten als de Betuwelijn en het Nederlandse gedeelte van de hogesnelheidslijn (hsl) van Parijs naar Amsterdam.Beide projecten naderen hun voltooiing op het moment dat de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten met openbare verhoren begon. De enorme overschrijdingen van de geraamde kosten kunnen niet meer worden teruggedraaid . Ze zijn er debet aan dat de belastingbetaler tot in lengte van dagen linksom of rechtsom op zal draaien voor exploitatietekorten, die mede het gevolg zijn van deze overschrijdingen.

Het enige wat het onderzoek dus kan opleveren, is lering, lering voor een volgende keer. Tot nu toe ging het bij de verhoren uitsluitend om de kostenbeheersing, of liever gezegd het gebrek eraan. Daaruit bleek dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat de greep op het Betuwelijnproject aan het eind van de jaren negentig geheel had verloren, vooral omdat de financiële administratie niet deugde en de directie Financieel Economische Zaken, die als interne waakhond hoort op te treden, daartoe niet in staat werd gesteld door degenen die voor de bouw verantwoordelijk waren. De genomen risico’s liepen uit op enorme kostenoverschrijdingen, waarover minister Tineke Netelenbos de Tweede Kamer niet inlichtte, want dan zouden aannemers weten hoe hoog zij hun begroting naar boven konden bijstellen. Hier lijkt de les te zijn dat als men bij zo’n infrastructureel project de officieel goedgekeurde begroting overschrijdt, dit in het geheim dient te gebeuren, zonder dat de Tweede Kamer er weet van krijgt. Maar dat is nu precies wat de laatste jaren steeds weer is gebeurd!

Uit internationaal vergelijkend onderzoek komt naar voren dat zulke grote projecten vaak (maar niet altijd, en zeker niet altijd in dezelfde mate) veel meer kosten dan begroot. Dat is op zich een politiek gegeven: het besluit wordt doorgedreven op basis van een zo laag mogelijke schatting van de kosten en met uitsluiting van mogelijke complicaties en tegenvallers. Wat daarna meestal gebeurt, is dat de voorstanders in hoog tempo een tunnelvisie ontwikkelen, waarin tegenvallers en kritiek als niet terzake worden genegeerd. Zo wordt hun persoonlijk prestige gekoppeld aan voortzetting van het project – iets wat zonder meer valt af te lezen aan het doortastende optreden van vier opeenvolgende vrouwelijke ministers van Verkeer en Waterstaat, die te flink waren om van een verkeerd uitgevallen beslissing terug te komen.

Maar hoe gebrekkig ingelicht ook, de meerderheid in de Tweede Kamer, die het project is blijven steunen, kon beter weten en wist beter. Ik neem als voorbeeld het toenmalige CDA-Tweede-Kamerlid Gerd Leers, indertijd één van de geestdriftigste voorstanders van de Betuwelijn. Maar wel op drie voorwaarden: het bedrijfsleven moest mee investeren in de bouw, de Noordtak van de Betuwelijn (over Oldenzaal) moest tegelijk met de hoofdroute klaar zijn en een goede aansluiting met het Duitse spoorwegnet moest verzekerd zijn. Dat was in 1993. Nooit is een bank of bedrijf bereid geweest ook maar een cent in het bij voorbaat verliesgevende project te steken, zelfs niet het half dozijn Rotterdamse havenbedrijven waarvoor de lijn in feite is aangelegd. De Noordtak is door Netelenbos geschrapt. Er is geen goede aansluiting met Duitsland. Maar de meerderheid van de Tweede Kamer heeft de laatste elf jaar in het gegeven dat aan deze eigen voorwaarden niet werd voldaan, nooit een reden gezien om het project stop te zetten. In plaats van de regering te controleren, nam ze dier tunnelvisie over. Toen alle rekensommen op verdrievoudiging en meer van de kosten uitkwamen, verzonnen de voorstanders een nieuw argument. Het ging hier om een strategische keuze, die niet met een zakjapanner in de hand kon worden gemaakt.

Ik hoop dus dat de commissie-Duivesteijn bij haar onderzoek ook de Kamer zelf zal betrekken. Want tot nu toe blijkt niet dat uit het mislukken van Betuwelijn en hogesnelheidslijn enige lering is getrokken. Integendeel: de volgende infrastructurele ramp staat al voor de deur. Ditmaal zijn de tunneldenkers de bestuurders van de noordelijke provincies, die zich door Siemens hebben laten wijsmaken dat die gebaat zijn bij het aanleggen van diens magnetische zweeftrein. Regering en parlement hebben deze megalomanen echter niet van hun waan verlost.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
02-09-2004

« Terug naar het overzicht