Brulbeer

Brulbeer

Eén van mijn favoriete politieke anekdotes betreft het ontslag van Hugh Dalton als Chancellor of the Exchequer (minister van Financiën) in het eerste kabinet Attlee. Toen Dalton in 1947 de miljoenennota moest presenteren, sprak hij onderweg naar het Lagerhuis ruimhartig met journalisten die meeliepen. Dalton besefte niet dat zijn toelichting op de begroting langer zou duren dan het zakken van de kranten. Die brachten het nieuws vóór de volksvertegenwoordiging er kennis van had kunnen nemen. Dat is ook in Groot-Brittannië een politieke doodzonde en het eindigde ermee dat Dalton zijn ontslag aanbood aan minister-president Attlee. Volgens Daltons memoires drukte Attlee spijt en medeleven uit. Volgens Attlees secretaris, die bij het gesprek aanwezig was, keerde Attlee zich tot hem toen Dalton het vertrek had verlaten en vroeg verbijsterd: ‘ He talked to the press! Why on earth did he talk to the press?’

Uiteraard dook dit verhaal op uit mijn geheugen toen ik vernam van de laatste wederwaardigheden van de Amsterdamse wethouder Rob Oudkerk. Nee, ik heb de column van Heleen van Royen niet gelezen, want uitgerekend afgelopen zaterdag is PS niet bij mij bezorgd. De algemene reactie van politiek Amsterdam is dat het op zijn best weinig verheven gedrag van de wethouder een zaak voor de PvdA-fractie is. In deze zelfde dagen diende de wethouder van Leefbaar Rotterdan, Rabella de Faria, haar ontslag in omdat ze niet langer het vertrouwen van haar fractie genoot. Ook in dit opzicht is de dualisering van het gemeentebestuur kennelijk een mislukking geworden. Wethouders zijn volgens de nieuwe opzet immers geen lid meer van de gemeenteraad en dus ook niet van de politieke fracties daarin. Ze dienen het vertrouwen te genieten van de gemeenteraad, niet van één bepaalde partij daarin.

Oudkerks ontboezemingen bij Van Royen volgden op het achterlichtincident waarbij de plaatselijke partijleider de klassieke bonzenkreet ‘ Weet je wel wie ik ben?’ aanhief tegen de agenten die hem staande hadden gehouden. Daartussenin zocht hij het nieuws met frisse ideeën over de ‘ vernieuwing’ van de Partij van de Arbeid. Aan alle leden moest gevraagd worden ‘ of ze lid moeten blijven’. (Moeten? Van wie?) Zeker de helft zou dan (moeten?) verdwijnen, in ieder geval ‘ mensen als Jan Pronk, Klaas de Vries en Bram Peper’. De partij staat volgens Oudkerk namelijk voor een splitsing tussen ‘ nieuw-progressief’ en ‘ oud-conservatief’. Wat die termen betekenen, daarover liet Oudkerk zich niet uit. Zoals gebruikelijk, want sinds deze brulbeer de politieke arena heeft betreden is het onmogelijk geweest hem op een inhoudelijke, geargumenteerde en overwogen stellingname te betrappen. Zijn daden zijn woorden. Wie herinnert zich niet hoe hij als nieuw en vernieuwend Kamerlid aankondigde wel eens de bezem te zullen halen door de bestofte vergaderruimten en dan meteen een eind te maken aan het ‘ ouderwetse’ fractievoorzitterschap van Jacques Wallage? Wie herinnert zich Oudkerk niet als de Perry Mason van de Bijlmer-enquête, vragen stellend en antwoorden uitlokkend waarvan achteraf uitkwam dat ze een volkomen verkeerd beeld van de werkelijkheid gaven? Wie herinnert zich niet hoe Oudkerk, inmiddels na acht jaar uitgekeken op het lidmaatschap van de Kamer, het feit dat de PvdA er ogenschijnlijk in Amsterdam bij de gemeenteraadsverkiezingen genadig was afgekomen, in alle bescheidenheid aan zijn lijsttrekkerschap toeschreef? En hoe hij daarna, met diezelfde karakteristieke bescheidenheid, zich bereid verklaarde zijn wijze lessen aan de rest van de Partij van de Arbeid te geven?

Zelf herinner ik me nog een debatje voor de radio, toen het erover ging of de lijsttrekker van de PvdA in beginsel door alle leden moest worden gekozen. Dit was Oudkerk lang niet vernieuwend genoeg, hij vond dit eigenlijk niks, ‘ oud-conservatief’ zou hij vandaag de dag waarschijnlijk zeggen. Neen, de lijsttrekker moest door alle PvdA-kiezers worden gekozen, voor minder deed hij het niet. Hoe dit te realiseren was een detail waar hij zich als visionair niet druk over hoefde maken. Als dit het soort daden is waarmee Oudkerk zich politieke gestalte geeft, kan ik mij voorstellen dat de andere partijen en wethouders in de Amsterdamse gemeenteraad het dualisme voor de gelegenheid vergeten en deze hete aardappel op het bord van de PvdA schuiven. Als het gaat om beleid heeft deze wethouder nog niet veel meer laten zien dan het met lasterlijke aantijgingen wegwerken van de directeur van ‘ Werk’, de succesvolle concurrent van de Sociale Dienst die Oudkerk moet hervormen. Daarom kan hij profiteren van het advies dat Clement Attlee ooit aan de toenmalige voorzitter van de Labour Party, Harold Laski, gaf: ‘ Een periode van stilte van uw kant zou zeer welkom zijn.’

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
15-01-2004

« Terug naar het overzicht