Aftreden Pastors


Trouw, Podium, 14 november 2005
Politici spelen een rol, en zo hoort het ook

door Bart Tromp

Populisten als Pastors en Pechtold willen te allen tijde kunnen zeggen wat ze denken. Maar dit bizarre uitgangspunt maakt zowel politiek bedrijven als samenleven onmogelijk.

Een kleine crisis in de Rotterdamse gemeentepolitiek heeft geleid tot het aftreden van Marco Pastors, één van de drie wethouders die namens 'Leefbaar Rotterdam' deel uitmaakten van het gemeentebestuur.

Zijn aanblijven werd onmogelijk nadat de gemeenteraad het vertrouwen in hem opgezegd, omdat hij zich niet had gehouden aan een eerder gemaakt afspraak. Die afspraak hield in dat hij zich alleen maar over moslims uit zou laten als het ging over zaken die zijn eigen portefeuille betroffen. De motie was ingediend door oppositiepartij GroenLinks, maar werd ook gesteund door de fractie van het CDA.

Wethouder Van den Anker van Leefbaar Rotterdam bestempelde de gang van zaken als een voorbeeld van 'oude politiek' en niet alleen zij meende dat hier sprake was van inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Dat was een tamelijk gedurfde uitspraak, voor wie in aanmerking neemt de wijze waarop mevrouw Van den Anker indertijd zelf wethouder werd.

Het begon ermee dat haar voorgangster als wethouder aftrad, zonder dat de gemeenteraad het vertrouwen in haar had opgezegd of dat er anderszins sprake was geweest van een openbaar en politiek conflict over haar functioneren. Het was haar partij Leefbaar Rotterdam die haar in een geheel afgesloten achterkamer tot aftreden dwong, geheel in strijd met het zo geroemde dualisme. De afgetreden wethouder noch de partij gebruikten de vrijheid van meningsuiting vervolgens om opening van zaken te geven over deze merkwaardige gang van zaken.

Daarna werden via een advertentie wethouderskandidaten geworven waaruit de partijtop mevrouw Van den Anker benoemde. De kiezers van (Leefbaar) Rotterdam stonden gedurende dit hele proces volledig buiten spel. Het is het meest krasse, maar zeker niet enige voorbeeld van de oligarchische wijze waarop de enkele jaren geleden ingevoerde dualisering van gemeente- en provinciale besturen ertoe leidt dat de kiezer steeds minder invloed krijgt op de samenstelling van de dagelijkse besturen in gemeente en provincie.

Niet alleen in verband met deze zaak kan men zonderlinge opvattingen over de vrijheid van meningsuiting vernemen, waarbij het uitgangspunt lijkt te zijn dat iedereen te allen tijde moet kunnen zeggen wat hij of zij 'denkt' (meent). Dit is een even bizar als werkelijkheidsvreemd uitgangspunt. Het zou niet alleen het bedrijven van politiek onmogelijk maken, maar het samenleven als zodanig.

Mensen spreken altijd in een bepaalde rol en in een bepaalde context. Beide zijn gedefinieerd in termen van de sociale verwachtingen die daaraan verbonden zijn, en die bepalen zowel de - overdrachtelijke - spreekruimte welke als normaal wordt beschouwd als de grenzen daarvan.

Als ik een hoorcollege geef over de ontwikkeling van het Europese statenstelsel kan ik geen opmerkingen maken over de aantrekkelijkheid van meisjesstudenten onder mijn gehoor. Als ik dat wel zou doen, zou dat tot opschudding en disciplinaire maatregelen leiden, en terecht. Een verweer dat mijn vrijheid van meningsuiting zo een wassen neus krijgt, zou als volkomen belachelijk worden afgedaan.

Dit wat extreme voorbeeld dient om duidelijk te maken dat in alle maatschappelijke situaties codes gelden over wat iemand in een bepaalde positie wel of niet kan zeggen. De politiek verschilt daarbij niet van andere contexten. Ook hier treden mensen op in specifieke rollen en aan die rollen zijn specifieke verwachtingen gekoppeld.

Eén van de karakteristieken van het populisme dat met Fortuyn opgang maakte in de Nederlandse politiek is de pretentie dat de codes die in de politiek gelden afgeschaft kunnen worden, omdat politici geen rollen mogen spelen maar 'echte' mensen zijn, die niet gebonden zijn aan de stilzwijgende afspraken die het onderlinge gedrag reguleren.

Beleefdheid en fatsoen worden dan voor onecht gehouden, rekening houden met anderen 'achterkamertjesgedoe'. Een echte vent (of 
vrouw) zegt gewoon waar het op staat, zoals Pastors bij voorbeeld Rotterdamse kiezers op de PvdA graag aanduidde als 'SDAP-vee', een vondst waar hij erg mee ingenomen leek. Een tweede karakteristiek van dit populisme is dat de vertegenwoordigers ervan zich het alleenrecht van vertegenwoordiging toekennen, omdat 'het volk' nu eenmaal één en ondeelbaar is. Dat tweederde van de Rotterdamse kiezers niet op Leefbaar Rotterdam heeft gestemd doet daar in de eigen ogen niets aan af, wat een reden temeer is om zich niet afspraken en codes 
met anderen te houden. 

Na zijn vertrek verklaarde Pastors dan ook over de gemeenteraadsleden van andere partijen dat hij ze 'het liefst allemaal uit het raam zou willen gooien'.

Maar dit populisme is allang niet meer het monopolie van de epigonen van Fortuyn. Het optreden van de nieuw aangetreden minister van Bestuurlijke Vernieuwing, Alexander Pechtold, D66, is daar het meest recente bewijs van. De  bewindsman, al jarenlang beroepspoliticus, poseert als nieuwkomer in de politiek en debiteert over van alles nog wat meningen over zaken die met zijn beleidsterrein niets van doen hebben. Zij krijgen ruime aandacht in de media - de Volkskrant opende ooit de voorpagina over zes kolommen met de kop dat Pechtold verbaasd was over Den Haag - terwijl diezelfde media nauwelijks aandacht besteden aan zijn beleid, of wat daarvoor door moet gaan.

Aldus wordt de indruk versterkt dat het er in de politiek vooral om gaat dat iedereen ongezouten zijn eigen particuliere mening uit.

Het verstandigste woord in de wartaal over de vrijheid van meningsuiting die nu al een paar jaar gesproken wordt, is afkomstig van de vader van Theo van Gogh, die zijn zoon ooit voorhield: 'Theo, je mag alles zeggen, maar het hoeft niet'.

Het wordt tijd om de gedachte op te geven dat alles wat niet door de wet 
bestraft kan worden gezegd mag worden. Het wordt tijd om te denken voordat je wat zegt belangrijker te vinden dan te zeggen wat je denkt.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Trouw
Datum verschijning
14-11-2005

« Terug naar het overzicht