Jan Bloch voorspelde dat voeren van oorlog nutteloos is
BIJNA HONDERD jaar geleden werd in Den Haag de eerste Vredesconferentie gehouden. Algemene doelstelling: het aan banden leggen van oorlog.
Plaats van overleg was de huidige residentie van het staatshoofd, Huis ten Bosch. Het Vredespaleis bestond nog niet; de Vredesconferentie stimuleerde de Amerikaanse miljonair Carnegie tot de bouw ervan.
Het kleine en afzijdige Nederland leek toen de beste plaats voor een ontwapeningsoverleg van 26 staten, waaronder Turkije, China en Japan.
Nederland maakte zich als conferentieoord bijna onmogelijk door aanvankelijk aan te dringen op deelname van Oranje-Vrijstaat en Transvaal - de Zuid-Afrikaanse Boerenrepublieken waarmee Groot-Brittannie in het najaar van 1899 oorlog zou gaan voeren.
Het initiatief voor de Vredesconferentie was afkomstig uit de toenmalige Russische hoofdstad Sint Petersburg. Op 24 augustus 1898 overhandigde de Russische minister van Buitenlandse Zaken, graaf Moeraviev, op de wekelijkse bijeenkomst van ambassadeurs en zaakgelastigden aan het hof, een memorandum met het voorstel een Vredesconferentie te beleggen.
Het memorandum was rechtstreeks geinspireerd door de niet lang daarvoor in Sint Petersburg gepubliceerde studie van de Poolse spoorwegmagnaat en staatsraad Ivan Bliokh, De toekomst van de oorlog, in technisch, economisch en politiek opzicht.
Het publicatieverbod van de censor was tenietgedaan door de in 1894 aangetreden tsaar, Nicolaas II. Deze was diep onder de indruk geraakt van Bliokhs werk en wisselde nog voor de verschijning in druk van De toekomst van de oorlog verschillende keren uitgebreid met de auteur van gedachten.
Dat juist Rusland met het voorstel tot een Vredesconferentie kwam, schreven politici toen veelal toe aan de zwakke positie van het reuzenrijk binnen het statenstelsel. De convocatie van de Vredesconferentie ging dan ook niet van een leien dakje.
Omdat Polen, ondanks verschillende opstanden, aan het eind van de negentiende eeuw nog steeds deel uitmaakte van het Russische keizerrijk, is de naam van de schrijver altijd gerussificeerd. Maar Ivan Bliokh heette in feite Jan Bloch.
In heel Europa maakte zijn boek grote indruk. Die waardering was meestal niet gebaseerd op kennisname van alle drieduizend pagina's van Blochs zesdelige studie. In Nederland verscheen deze bijvoorbeeld in 1899 als De oorlog der toekomst. Uittreksel. Auteur: 'Staatsraad Johan von Bloch'.
Hoe veelomvattend zijn studie ook is, de strekking ervan is simpel en duidelijk. Door de ontwikkeling van wapentechniek, transportmiddelen en maatschappelijke organisatie in het algemeen, zou een oorlog een zo verwoestend effect op alle deelnemende partijen uitoefenen, dat het zinloos was deze nog langer te zien als voortzetting van politiek met andere middelen. Een moderne oorlog zou lang duren en alleen maar verliezers opleveren. Daarom zouden staten zo verstandig moeten zijn in onderling overleg oorlog onmogelijk te maken.
In militaire kringen in Europa heerste echter de opvatting dat oorlogen kort zouden duren en beeindigd zouden worden door een beslissende veldslag. Bloch stierf in 1902. De Eerste Wereldoorlog toonde zijn gelijk aan; ook zijn waarschuwing dat oorlog tot sociale revolutie zou leiden.
Zo zou het in Rusland gaan. En juist het gevaar van revolutie is, naar het schijnt, een voorname overweging in Sint Petersburg geweest om tot een Vredesconferentie op te roepen.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 01-03-1999