VIERMAAL LUBBERS

Er zijn verschillende manieren om te kijken naar het gedwongen vertrek van Ruud Lubbers als Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties.

De eerste is: Nederland verliest een hoge internationale functie. Niet erg overtuigend. Vijf jaar geleden voerde het toenmalige kabinet-Kok II (PvdA-VVD-D66) een krachtig bedoelde internationale lobby voor Jan Pronk als nieuwe Hoge Commissaris. Die lobby liep op niets uit. Niet verrassend, voor wie besefte dat de populariteit van Pronk in kringen van de Verenigde Naties was gebaseerd op de zakken geld die hij als minister kon uitdelen. In deze nieuwe functie zou hij juist geld moeten loszingen. Secretaris-generaal Kofi Annan kwam zelf met een andere Nederlandse kandidaat op de proppen: Ruud Lubbers, en die werd het.

De tweede manier is om de kwestie te bezien in het licht van de gang van zaken binnen de Verenigde Naties. Een stafmedewerkster diende vorig jaar een klacht in tegen Lubbers omdat hij haar vrijpostig zou hebben betast, waarna een intern onderzoek werd ingesteld. Op basis van dit onderzoek zag Kofi Annan geen juridische basis voor optreden tegen Lubbers.

Aan de vooravond van zijn halfjaarlijkse functioneringsgesprek met Kofi Annan werd het onderzoeksrapport echter aan verschillende kranten gelekt. Dit zette de zaak op scherp, ook omdat hierin melding werd gemaakt van vier andere vrouwen met klachten over pogingen tot ongewenste intimiteit. Dit was voldoende om Lubbers zozeer in opspraak te brengen dat Kofi Annan hem niet langer verdedigde - wellicht juist omdat hij diens persoonlijke keuze was geweest. Lubbers moest onder ogen zien dat zijn positie onhoudbaar was geworden.

In dit geval is duidelijk sprake geweest van een succesvolle intrige binnen het apparaat van de Verenigde Naties om Lubbers weg te werken. Daarop wees het interne onderzoeksrapport zelf. Lubbers heeft het indertijd voorgelegd aan minister van Staat Max van der Stoel. Het is moeilijk iemand te bedenken die zo juridisch precies en zonder aanziens des persoons handelt als de vroegere Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden van de OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Van der Stoel achtte het rapport niet alleen onzorgvuldig, maar ronduit vooringenomen ten aanzien van Lubbers en gaf daar overtuigende voorbeelden van.

De kwestie kan ook worden gezien als onderdeel van de Amerikaanse campagne tegen de Verenigde Naties in het algemeen, en Annan in het bijzonder. Kofi Annan stelt zich volgens het Congres en de regering te onafhankelijk op. De aanval op Annans protege Lubbers is dan in feite gericht op de secretaris-generaal zelf. Tekenend is dat de affaire afgelopen november weer werd opgerakeld door de Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, John Danforth. Dit terwijl de kwestie al was afgesloten; Annan besloot het bij een reprimande aan het adres van Lubbers te laten.

Onderdeel van de anti-VN-campagne is ook de poging Kofi Annan rechtstreeks verantwoordelijk te maken voor het schandaal van het Olie-voor-Voedselprogramma. Daarbij mocht Irak na de Golfoorlog van 1991-1992 een deel van zijn olie verkopen om zo, onder toezicht van de Verenigde Naties, voedsel voor de bevolking te kopen. Eerst verantwoordelijk voor dit programma is echter de Veiligheidsraad. Daarvan zijn de Verenigde Staten het belangrijkste en machtigste lid.

De laatste interpretatie van het ontslag van Lubbers betreft de Amerikaanse obsessie met seks en geweld, waarbij seks veel erger wordt gevonden dan geweld. De half ontblote boezem op televisie van een popzangeres op prime time leidde tot meer verontwaardiging dan de systematische martelingen van gevangenen door Amerikaanse militairen, waarvan Abu Ghraib niet meer dan een onderdeel is. De Amerikaanse politiek werd in de jaren negentig anderhalf jaar lam gelegd door Republikeinse pogingen de Democratische president Bill Clinton af te zetten omdat hij had gelogen over zijn relatie met een stagiaire.

Maar het Congres heeft de leugens van president George W. Bush over de onmiddellijke dreiging voor Amerika van Iraakse massavernietigingswapens niet eens aan de orde gesteld. Net als overigens de fundamentele schending van de Amerikaanse constitutie door president Ronald Reagan in het Iran-Contra-schandaal onbestraft bleef.

In zo'n context kon een volgens zijn reputatie succesvolle vrouwenliefhebber door vijf vermeende blauwtjes ten val worden gebracht.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
05-04-2005

« Terug naar het overzicht