Verstaanbare politiek!

 Het vvd-program roept associaties op met een aldi-advertentie, maar daarin staat bij elk artikel wat het is en wat het kost.

Heerlijk! Het is weer tijd voor verkiezingsprogramma’s! Vorige week verscheen het ontwerp-programma van het CDA. Deze week presenteerde de VVD het hare. Dit valt allereerst op door de vormgeving. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie heeft een huis-aan-huiskrantje uitgebracht in de categorie ongevraagd drukwerk. Het roept associaties op met de wekelijkse advertentie van de Aldi-markt. Daarin staat echter van elk artikel vermeld wat het is en wat het kost. Zulke informatie ontbreekt grotendeels in het VVD-programma, dat bulkt van vage voorstellen die noch inhoudelijk, noch financieel worden onderbouwd.

Over defensie staat bijvoorbeeld niet meer dan dat ‘ Nederland de beschikking moet blijven houden over een moderne krijgsmacht, die zo nodig in moeilijke omstandigheden en ver van huis kan worden ingezet’, en ‘ Ons land moet voor de krijgsmacht meer over hebben.’ Driehonderd miljoen euro, volgens de summiere financiële paragraaf, waarbij niet duidelijk is of dit per jaar of voor de kabinetsperiode is bedoeld en al helemaal niet waarvoor dat bedrag wordt bestemd. Dat is wel erg mager.

De folder stelt een algemene belastingdaling van drie procent in het vooruitzicht, zonder enige serieuze financiële onderbouwing. Deels kan dat bedrag worden opgebracht door een kwart van de volksvertegenwoordigers af te schaffen. Volgens de voorzitter van de programcommissie doen die namelijk niets anders dan in een Mercedes met chauffeur van het ene overleg naar het andere rijden. Zo’n opmerking suggereert niet dat de man enig benul heeft van het lokaal bestuur.
In een meerpartijenstaat met coalitiekabinetten is het verkiezingsprogramma van een politieke partij een tamelijk absurd document, want het wordt nooit uitgevoerd. Het zou al heel mooi zijn als het regeringsbeleid na de verkiezingen gebaseerd is op verstandige compromissen tussen de programma’s van de deelnemende partijen. Maar de treurige ervaring van de laatste vijftien jaar is dat in een regeerakkoord ná de verkiezingen afspraken worden gemaakt die vóór de verkiezingen in geen en-kel programma voorkwamen.

Niettemin is zo’n programma van belang. Een politieke partij dient daarin met weloverwogen voorstellen te komen, die juridisch en financieel voldoende onderbouwd zijn om eventueel te kunnen worden uitgevoerd. Op die manier informeert het de kiezer niet alleen, maar levert het ook een maatstaf waaraan het optreden van die partij kan worden gemeten.
Dit VVD-programma is opgesteld onder leiding van Ben Verwaayen, een Nederlander die aan het hoofd van British Telecom staat. De minachting van het bedrijfsleven voor de politiek wordt hier pijnlijk geïllustreerd. Je kunt je niet voorstellen dat Verwaayen het aan zou durven zijn handtekening te zetten onder een aandelenprospectus voor zijn bedrijf van hetzelfde allooi als dit verkiezingsprogramma.

Drie conclusies laten zich niettemin uit het programma afleiden. Mark Rutte heeft een probleem minder. Al vóór de lijsttrekkersstrijd met Rita Verdonk werd hij in de media en door zijn tegenstanders afgeschilderd als ‘ links’. Wanhopig verdedigde hij zich daartegen. “Ik progressief? Helemaal niet, ” betoogde hij in oktober 2004 in Vrij Nederland. Maar ondanks zijn neoliberale beleidsdaden als staatssecretaris bleef dat linkse imago aan hem kleven. Met dit programma is hij daarvan in één klap verlost.

Dat is meteen de tweede conclusie. De VVD kiest nu duidelijk voor rechts. Het programma belooft voordelen aan degenen die het niet nodig hebben en heeft maar één oplossing voor alles, van openbaar bestuur tot onderwijs en kunst: iedereen en alles moet ondernemen.

De derde conclusie is dat de rechtse koers in een populistisch baseballjack wordt verkocht. Vorm en inhoud van het program zijn daarvan een signaal, evenals de verholen en onverholen stemmingmakerij tegen overheid en politiek, al strekt dit populisme zich niet uit tot tamboereren op minderhedenproblemen. Populistisch is ook dat de VVD zich opstelt als een buitenstaander die orde op zaken wil stellen, en niet als de partij die als enige al twaalf jaar lang regeringsverantwoordelijkheid draagt.

Het populisme komt ook tot uiting in het hijgerige proza van het programma. Korte zinnen, veel
beweringen, geen argumenten. Zo wil de VVD de politiek toegankelijk maken voor ‘ de mensen’. Politiek moet, net als dit programma, ‘ verstaanbaar’ zijn.

‘ Verstaanbaar’ is echter iets heel anders dan ‘ begrijpelijk’ of ‘ leesbaar’. Verstaanbaarheid is een kwestie van geluid en articulatie. Wat verstaan kan worden, is daarom nog niet begrijpelijk. Zo gezien komt het pleidooi voor ‘ verstaanbare politiek’ vooral neer op hard schreeuwen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
31-08-2006

« Terug naar het overzicht