Vernieuwingsslachtoffer Van der Laan

 

Wie in de vs een verkiezing om het lijsttrekkerschap verliest, doet niet meer mee. Hier wordt hij nr.2 op de lijst.


Omdat politici geloven dat peilingen voorspellingen zijn, moest Lousewies van der Laan onder ogen zien dat de fractie van D66 na de verkiezingen van 22 november zou bestaan uit Alexander Pechtold en haarzelf, met Pechtold als fractievoorzitter. Dat moet voor de huidige geen wenkend perspectief zijn geweest. Nauwelijks een half jaar nadat ze fractievoorzitter was geworden, kondigde ze aan niet voor een nieuwe termijn in de Tweede Kamer in aanmerking te willen komen.

Een volstrekt begrijpelijke slotsom, voor wie zich nog het partijtje moddervechten herinnert waarop de lijsttrekkerverkiezing tussen Pechtold en Van der Laan een paar maanden geleden uitliep.

D66 begon zijn bestaan met het voorstel het Nederlandse politieke stelsel compleet te veranderen in een Amerikaans. Dat zou de ‘ duidelijkheid in de politiek bevorderen’. Op staatsrechtelijk niveau is daar gelukkig niets van terecht  gekomen. Maar in reactie op de ‘ Fortuyn-revolutie’ is een aantal politieke partijen begonnen lijsttrekkers en partijvoorzitters rechtstreeks te laten kiezen. Men zou kunnen zeggen dat Lousewies van der Laan slachtoffer is geworden van een vernieuwing die als een zeldzaam succes van D66 kan worden gezien. Inmiddels is wel duidelijk geworden dat de overname van dit Amerikaanse model in Nederland averechtse effecten heeft.

Ik laat hier buiten beschouwing dat in de Verenigde Staten zelf zulke primaries, begin jaren tachtig vrij algemeen ingevoerd, desastreus werken en tot een vergaande corrumpering van het democratische proces hebben geleid, maar wil het verschil met de VS behandelen. Daar wordt gekozen voor één partijkandidaat per district (Huis van Afgevaardigden), staat (Senaat), of voor het presidentschap. Wie verliest doet verder niet meer mee. Maar in Nederland wordt de verliezer nummer twee op de lijst. (Tenzij de kandidaatstellingscommissie je vervolgens veel lager op de kandidatenlijst plaats, zoals Tineke Netelenbos overkwam na haar vergeefse poging een nieuwe politieke carrière als PvdA-lijsttrekker bij de Europese verkiezingen te beginnen.)


Zo’n tweede plaats is dan een onmogelijke positie. De ervaring met deze nieuwe vorm van het verkiezen van lijsttrekkers wijst dat uit. Opmerkelijk is overigens dat bij alle drie de betrokken partijen – PvdA, VVD en D66 – de lijsttrekkerverkiezing voor de Tweede Kamer werd georganiseerd vóórdat de partij een programma had vastgesteld. Een ondemocratische procedure, tenzij men een leidersdemocratie wil.


De PvdA begon met deze verkiezing, in een poging het moreel binnen de partij te herstellen na de electorale ramp van 2002. Na het aftreden van Ad Melkert, een half jaar eerder unaniem tot lijsttrekker gekozen door het congres van die partij, zou het eerst gaan om het door de leden verkiezen van een nieuwe fractievoorzitter. Met andere woorden: de Kamerfractie zou zijn eigen voorzitter niet meer mogen kiezen.


Gelukkig werd dit bizarre idee achterhaald door de val van het kabinet Balkende I, waarna tot de verkiezing van de lijsttrekker werd besloten. De kandidaten, Kamerleden Jeltje van Nieuwenhoven, Klaas de Vries en Wouter Bos, daarnaast outsider Jouke de Vries, verschilden niet erg van mening. Dat het nergens over ging, werd toen mooi gevonden. Maar na de keuze voor Bos zocht Van Nieuwenhoven snel een veilig heenkomen buiten de fractie en Klaas de Vries werd daarin een marginale figuur. Vervolgens voerde Bos twee jaar strijd tegen zijn partij en het programma waarop hij was gekozen, door een rechtstreeks gekozen burgemeester te bepleiten en een D66-achtig districtenstelsel. Twee thema’s die geen enkele rol speelden in zijn campagne voor het lijsttrekkerschap.


De VVD nam het voorbeeld van de PvdA over – ook hier zonder dat aan de competitie het verkiezingsprogramma van de partij ten grondslag lag. Frank de Grave bekende een tijdje geleden dat hij één van de bedenkers van deze strijd was geweest. Hij presteerde het te constateren dat de VVD hierdoor bijna was gespleten, maar dat het toch heel verstandig was geweest het zo te doen. Sterker nog: aangezien er maar weinig VVD-leden zijn en van die leden ook maar nauwelijks drie kwart had gestemd, moest de keus voor de lijsttrekker op den duur maar aan alle VVD-kiezers worden overgelaten. Wie dat zijn, weet hij niet.


Met democratie heeft dit alles niets te maken, tenzij men het houden van verkiezingen gelijkstelt met democratie. Tja. In Irak zijn naar mijn schatting sinds 1920 evenveel verkiezingen gehouden als in Nederland.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
10-08-2006

« Terug naar het overzicht