Terreur van het neoliberalisme

Terreur van het neoliberalisme

De 7,5 miljoen huishoudens kunnen geen gezamenlijke vuist tegen het handjevol energieleveranciers maken.

bart tromp

1 juli wordt de energievoorziening voor huishoudens in Nederland geliberaliseerd. Iedereen kan dan kiezen van welk energiebedrijf hij of zij in het vervolg gas en elektriciteit wil afnemen. Dit wordt door sommigen gevierd als een enorme overwinning van de vrije markt en van de keuzevrijheid van de consument. Een of andere hoofdman van de liberaliseerders verkondigde vorige week trots op de radio dat nu een eind zal komen aan ‘ een stukje communisme in Nederland’.Tot nu toe is onder de burgers niet veel geestdrift te bespeuren over de zoveelste privatisering en liberalisering in het publieke domein. Zij hebben er niet om gevraagd en zij weten niet waar het goed voor is. Gelukkig is er het ministerie van Economische Zaken, in Nederland al meer dan tien jaar kampioen van privatisering en liberalisering, ongeacht de samenstelling van de regering of de politieke kleur van de minister. Dit ministerie heeft op kosten van de belastingbetaler een duur uitziende propagandakrant over de zegeningen van de liberalisering onder 7,5 miljoen huishoudens laten verspreiden. ‘ De klant is voortaan koning,’ meldt Economische Zaken juichend. Voor de zekerheid legt de krant uit dat deze liberalisering een uitvloeisel is van het enige waar het in de Europese Unie echt om gaat: het vrije verkeer van kapitaal, mensen, goederen en diensten. De ‘ Kies energie’-krant verschijnt op een strategisch moment: zonder twijfel zal deze informatie de kiezers op 10 juni naar de stemlokalen drijven.

Over de voordelen van liberalisering is het ministerie terughoudend. ‘ De verwachting is dat de liberalisering van deenergiemarkt zal leiden tot betere service en scherpere prijzen.’ Scherpere prijzen, niet lagere. Scherper betekent hier: hoger. Vorig jaar waarschuwde de Algemene Energieraad dat deze zoveelste onberaden liberalisering tot duurdere elektriciteit zal leiden, tot meer vervuiling (veroorzaakt door de onderbenutting van relatief schone productiecapaciteit als gevolg van de invoer van goedkopere, maar met vervuilende middelen opgewekte elektriciteit) en tot een onbetrouwbaarder stroomvoorziening. Investeringen in nieuwe centrales en het in stand houden van een overcapaciteit met het oog op pieken in gebruik, dat is voor met elkaar concurrerende bedrijven immers een kostenfactor waarop ze graag zullen bezuinigen. Zo ontstaat bovendien schaarste, een andere factor waardoor de prijzen zullen stijgen.

Een kostenfactor waar de ‘ Kies energie’-krant geen melding van maakt, is die van concurrentie zelf. Ondernemingen willen klanten werven en voeren daarvoor allerlei dure campagnes, terwijl hun administratiekosten veel hoger liggen dan in het geval één nationale administratie zou bestaan.

Vijf jaar geleden werd de energiemarkt al opengesteld voor ongeveer 650 grootgebruikers. De energiebedrijven hebben toen zó goed met elkaar geconcurreerd dat ze verlies lijden op de contracten met deze klanten. Volgens de wetten van de markt, die ze aan de Bezuidenhoutseweg horen te kennen, wordt dat verlies nu verhaald op 7,5 miljoen huishoudens, die geen gezamenlijke vuist tegen het handjevol energieleveranciers kunnen maken. Maar hierover geen woord in de rooskleurige brochure van minister Laurens Jan Brinkhorst en zijn economen.

Over hoe het zal aflopen hebben deze utopisten van de vrije markt al evenmin iets mee te delen. Moderne economen geloven immers dat markten zichzelf reguleren en stabiliseren. Elk benul van de werking van het kapitalisme is hun vreemd; dat woord willen ze niet eens horen. Dit geldt niet voor de Energieraad, waar geen marxisten in zitten, maar wel mensen die weten waar ze het over hebben. Volgens de raad zal de nu slecht gereguleerde en half geliberaliseerde EU-energiemarkt een golf overnames en fusies doormaken, waarna een oligopolie zal ontstaan van vijf tot zeven enorme bedrijven. Dag vrije markt.

Er is niets nieuws of onverwachts aan dit proces: zulk marktfalen was in een lokale en nationale context ruim honderd jaar geleden de reden waarom radicale liberalen en sociaal-democraten tot de oprichting van nutsbedrijven overgingen.

Nutsbedrijven heten terecht zo. Zij zijn niet gericht op het maken van winst, maar op het op betrouwbare wijze verschaffen aan de bevolking van energie, water en openbaar vervoer. Het maken van winst staat in dienst van de doelstelling van het bedrijf. Nu is doel middel geworden en middel, winst maken, doel – desnoods ten koste van de consument. Het is een deprimerend voorbeeld van de voortgaande terreur van het neoliberalisme.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
03-06-2004

« Terug naar het overzicht