Steun oorlog in Irak is beschamend

 

Het dossier-Irak moet open. Thomas von der Dunk wil dat D66 een parlementair onderzoek eist. Dreef trouw Ben Bots gedrag?, vragen Karel van Wolferen e.a. En Bart Tromp acht het steunen van de oorlog in Irak een schande - voor de democratie en het recht.

Het was een middeleeuws tafereel vorige week in de Kamer. Minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot stelde hardop de vraag of de wereld misschien toch niet rond was. De regeringspartijen reageerden ontzet. Fractievoorzitter Maxime Verhagen (CDA) meende dat de bewindsman in de war moest zijn geweest en VVD-Kamerlid Hans van Baalen werd kwaad: iedereen wist toch dat de wereld plat was? Dat zie je zo! Bovendien staat dat in het regeerakkoord! Het verlossende woord kwam van de minister-president: de wereld was nog steeds net zo plat als zijn eerste kabinet drie jaar geleden had vastgesteld. In alle bescheidenheid achtte hij het vasthouden aan dit standpunt een prijzenswaardige vorm van consistentie.


Aldus ontliep de Kamer de zoveelste kans eindelijk eens in alle openheid te discussiëren over de gronden waarop de Nederlandse regering heeft ingestemd met de oorlog die de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk in maart 2003 tegen Irak begonnen. De gronden die daarvoor officieel zijn aangevoerd, zijn immers niet alleen dubieus en tegenstrijdig, maar ook absurd, en deels in strijd met de Nederlandse grondwet.


Toen na de oorlog in Irak geen ’massavernietigingswapens’ werden aangetroffen, deden regeringspartijen en kabinet dat af met het verhaal dat Nederland niet daarom de oorlog had gesteund. In werkelijkheid werd voorafgaande aan die steunbetuiging door ministers en leden van regeringsfracties keer op keer gehamerd op de vreselijke dreiging die zou uitgaan van de Iraakse duivelsinstrumenten. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer: ’De legitimatie voor het optreden van de internationale gemeenschap ligt voor mij nagelvast in de kwestie van de massavernietigingswapens.’ Minister-president Balkenende beriep zich zelfs op de vertrouwelijke inzage die hij van premier Blair had gehad in Britse gegevens over de aanwezigheid van dergelijke wapens.


Het staat nu wel vast dat premier Blair helemaal niet over bewijzen van hun aanwezigheid beschikte, evenmin als president Bush jr.. De onder hun druk opgeklopte vermoedens van Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten bevatten geen gegevens die als harde bewijzen konden worden beschouwd. Nu wordt de verantwoordelijkheid voor het opvoeren van niet bestaande massavernietigingswapens toegeschreven aan falende inlichtingendiensten. Maar het waren Bush, Blair en hun consorten die logen over het bestaan en de ’onmiddellijke dreiging’ van de massavernietigingswapens van Saddam Hussein.


De Nederlandse regering beschikte uiteraard helemaal niet over zulke bewijzen. Waarom heeft zij zich aan deze leugen gecommitteerd? Alles wijst er ook op dat Nederlandse inlichtingendiensten sceptisch stonden tegenover de beweringen van hun Britse en Amerikanse zusterdiensten, daargelaten wat Bush en Blair op basis daarvan fabriceerden.


Toen het kabinet zijn politieke steun aan de oorlog uitsprak, waren de nieuwe VN-wapeninspecties al in volle gang. Voor de nucleaire wapens was al vastgesteld dat Irak daarover niet beschikte, noch over een programma om deze te vervaardigen. Het was op dat moment al raadselachtig waarom de Amerikaanse en Britse regering niet in staat waren gebleken de VN-inspecteurs de weg te wijzen naar de massavernietigingswapens waarvan zij zeker zeiden te weten waar ze waren en dat ze er waren.


Nadat die wapens niet bleken te bestaan, beweerden kabinet en regeringspartijen, volkomen in strijd met ervoor, dat Nederland de oorlog niet had gesteund vanwege die wapens. Toch wel vreemd, want de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zijn die oorlog begonnen omdat zij daadwerkelijk door de massavernietigingswapens van Saddam Hussein zouden worden bedreigd. Op geen andere grond kregen hun regeringen instemmingen van hun volksvertegenwoordigingen om tot oorlog over te gaan. Hieruit kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de Nederlandse regering een oorlog is gaan steunen die volgens haar op geheel verkeerde gronden is begonnen, al heb ik niet gemerkt dat premier Balkenende dit Bush onder ogen heeft gebracht tijdens het ontbijt op het Witte Huis dat de dank van de Amerikaanse regering voor onze steun tot uiting bracht.


Sinds die massavernietigingswapens niet blijken te bestaan, luidt de rechtvaardiging voor steun dat het was omdat Saddam Hussein zich niet hield aan resoluties van de Veiligheidsraad. Afgelopen zaterdag dreunde minister Kamp van Defensie het als een vanzelfsprekendheid voor de radio op.


Besef wat de draagwijdte van dit argument is: het houdt in dat elke staat een oorlog tegen een andere staat mag beginnen als de eerste vindt dat de laatste zich niet aan een resolutie van de Veiligheidsraad heeft gehouden. Zelfs Bush en Blair hebben zo’n bizarre stelling niet durven betrekken. Zij hebben alles eraan gedaan de Veiligheidsraad zover te krijgen dat die een mandaat zou bieden voor militair optreden tegen Irak. Maar daarin slaagden zij niet. Vrijwel alle leden van de Veiligheidsraad vonden begin maart 2003 dat er op dat moment geen reden was de wapeninspecties te beëindigen en een oorlog te beginnen. Twee van de vijftien leden lieten zich bewerken voor zo’n resolutie te stemmen, waarop Blair en Bush deze terugtrokken en zomaar een oorlog begonnen, volkomen in strijd met het Handvest van de VN en met het volkenrecht in zijn algemeenheid.


De Nederlandse regering bleef ook op dit punt in gebreke haar steun aan deze oorlog te rechtvaardigen. Geen wonder dat zij ook op dit punt al meer dan twee jaar weigert de juridische argumenten publiek te maken waarop ze zegt te steunen, en in de volksvertegenwoordiging ter discussie te stellen.


Buiten beschouwing laat ik dan nog de oorlogsargumentatie zoals uitgedragen door de VVD, bij monde van Kamerlid Van Baalen: ’Saddam Hussein was een dictator en die moest weg’. Deze partij meent met een rechts-populistische koers het verloren electoraat terug te winnen. De burger wordt hier net zo dom geschat als dit Kamerlid zich voordoet. Van nauwelijks hoger niveau is de bewering van premier Balkenende dat de bewijslast voor het niet bestaan van de Iraakse massavernietigingswapens bij Saddam Hussein lag, een onzinnige bewering omdat het niet bestaan van iets wat niet bestaat onmogelijk te bewijzen is.

Onvoorstelbaar dat Balkenende op dit niveau van argumentatie steun aan een aanvalsoorlog rechtvaardigt. De wijze waarop Nederland - dat wil zeggen de twee kabinetten-Balkenende en de regeringspartijen die hen steunen of hebben gesteund - de keuze voor steun aan de oorlog tegen Irak heeft gemaakt en daaraan vasthoudt, beschouw ik als een even grove als beschamende aantasting van de parlementaire democratie en de rechtsorde, nationaal en internationaal. De houding van de premier in deze kwestie is slechts te karakteriseren als: constant botter.

Bart Tromp in: de Volkskrant van 11-10-2005.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
De Volkskrant
Datum verschijning
11-10-2005

« Terug naar het overzicht