Schimmenstrijd

Dat eerst de lijsttrekker en dan pas het programma wordt gekozen, toont de infantilisering van de politiek aan. Wie het ook wint, hij of zij wordt straks met de andere kandidaten gekozen op basis van het programma

Wat een vreemde vertoning was dat, Minister Rita Verdonk die vanaf een zeepkist verklaarde dat ze wel lijsttrekker van de VVD wilde worden, nadat ze dat twee weken eerder had uitgesloten. De hele toespraak werd in hoofdletters uitgesproken, en na elke oneliner wachtte ze even op applaus –dat niet kwam. Eerst dacht ik dat dit kwam omdat ze alleen maar journalisten als gehoor had. Later zag ik dat toch een kleine menigte standhouders in de BouwRAI op haar kabaal was afgekomen. Maar ze klapten niet. Ze keken verbaasd naar een voorstelling waarvoor ze niet gekomen waren.
Vrij dodelijk was later de montage die liet zien dat Rita Verdonk vrijwel letterlijk de overeenkomstige toespraak van Pim Fortuyn voor Leefbaar Nederlands had uitgesproken. De vergelijking viel in haar nadeel uit. Niet omdat Fortuyn ‘ authentiek’ was, maar omdat hij beter toneelspeelde.

De overname van diens script veroorzaakte in de VVD en het kabinet consternatie. Fortuyn had campagne gevoerd tegen ‘ Den Haag’, tegen ‘ het politieke establishment’. Maar Rita Verdonk is minister van een regering, waartegen ze in haar overgenomen toespraakje nu juist tekeerging. Het ontbrak er nog maar aan dat ze aankondigde ‘ de bende van Balkenende’ te zullen gaan opruimen. De volgende dag wachtte haar in de ministerraad dan ook een ijzige ontvangst. En niet alleen daar: ze had een grote mond over het beleid van regeringen waarvan nu juist de VVD, als enige partij, al twaalf jaar deel uitmaakt.

Aangezien de kandidaatlijsttrekker het volgens de beste populistische traditie had gelaten bij vage kreten, kon niet over de politieke inhoud van haar boodschap worden gepraat, zodat de commentaren geheel gedomineerd werden door spindoctors en andere wijsneuzen. Kay van de Linde, Verdonks eigen spindoctor, vond het prachtig. En hij weet waarover hij het heeft. Van de Linde was de leider van de verkiezingscampagnes van Leefbaar Nederland, die in 2001 twee en in 2002 nul zetels opleverde.

Deskundig commentaar was er ook van andere coryfeeën. Ik noem Dig Istha, het brein achter de meeste verkiezingsnederlagen van de PvdA onder Wim Kok, en daarna de strateeg die in 2001 Sharon Dijksma tot partijvoorzitter zou hebben laten kiezen als er geen andere kandidaten waren geweest. Ik noem ook Jacques Monasch, die als oud-lid van het PvdA-campagneteam in 2001 een boek schreef waarin hij uitlegde dat de nederlaag van toen vermeden had kunnen worden als er naar hem was geluisterd.

Oppervlakkige waarnemers en kortzichtige commentatoren vinden de rechtstreekse verkiezing van lijsttrekkers of andere functionarissen in een politieke partij een geweldige stap vooruit. Bijvoorbeeld vergeleken bij de aanwijzing van Ad Melkert of Hans Dijkstal, die in ‘ achterkamertjes zou zijn geregeld’. Uit zo’n oordeel merkt men dat kortzichtigheid niet alleen ten aanzien van de toekomst werkt, maar ook als het om het verleden gaat. Melkert werd helemaal niet in een achterkamertje aangewezen. Hij werd op een congres van de PvdA eenstemmig gekozen aangezien niemand anders het toen had aangedurfd zich kandidaat te stellen.

Dat is in een partij de normale gang van zaken: de nieuwe lijsttrekker (of voorzitter) is in het algemeen de onomstreden opvolger van de vorige. Alleen als de partij zich in de problemen bevindt, kan er een strijd tussen meer kandidaten ontstaan. Liever niet, want de risico’s zijn groot. De voorzitterstrijd in 1979 tussen Max van den Berg en Wim Meijer verziekte het klimaat in de PvdA voor jaren en veroordeelde deze partij tijdenlang tot de oppositie.

Zo’n lijsttrekkerswedstrijd als nu in de VVD heeft bovendien een innerlijk tegenstrijdig karakter. Wie het ook wint, hij of zij wordt straks met de andere kandidaten gekozen op basis van het verkiezingsprogramma. En wie de andere kandidaten zijn, wordt niet door de lijsttrekker bepaald. Dit maakt deze wedstrijd per definitie inhoudelijk irrelevant. Maar de kandidaten voor het lijsttrekkerschap van de VVD doen het niettemin voorkomen alsof zij persoonlijk uitmaken wat de partij straks vindt en doet. Omdat dat niet zo is, worden wij getrakteerd op een schimmenstrijd, waarbij de spindoctors van de kandidaten alles ondergeschikt maken aan beeldvorming.

In een serieuze partij zou vóór de verkiezing van de lijsttrekker eerst het verkiezingsprogramma zijn vastgesteld. Nu dat niet het geval is, kan men alleen maar spreken van een verdere infantilisering van de politiek.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
13-04-2006

« Terug naar het overzicht