Salvo’s tegen platheid

Salvo’s tegen platheid

Van Amerongens betoog over Wagner is scherpzinniger en evenwichtiger dan dat van Nietzsche

bart tromp

‘ Buikspreker van God’ is de schampere uitdrukking die Friedrich Nietzsche voor Richard Wagner muntte, nadat bruusk een eind was gekomen aan de vriendschap tussen de Baselse filologieprofessor enerzijds en Richard en Cosima Wagner anderzijds. Vriendschap is eigenlijk een veel te nuchter woord voor een tamelijk broeierige relatie, die dan ook geen stand hield. Nietzsches wraak na de breuk kreeg vorm in een aantal geschriften, waarvan Der Fall Wagner het eerste en bekendste is geworden. Met kenmerkende stelligheid stelt hij daarin dat Wagner niet thuishoort in de muziekgeschiedenis. Maar in die geschiedenis – Nietzsche was nooit bang zich tegen te spreken – markeerde hij wel een vermeldenswaardig nieuw en zelfs te duchten fenomeen: de opkomst van de toneelspeler in de muziek, waarbij de term toneelspeler staat voor aansteller en narcist.

Ruim twintig jaar geleden verscheen De buikspreker van God, waarin Martin van Amerongen (1941-2002) even oorspronkelijk als meeslepend zijn bevindingen neerlegde over Wagner en de Wagnerianen. Van Amerongens prachtige boek is in meer dan alleen de titel schatplichtig aan Nietzsche. Maar zijn betoog is scherpzinniger en zijn oordeel evenwichtiger. Terwijl Nietzsche, op zoek naar een anti-Wagner, bij Georges Bizet uitkwam, een last waar de componist van Carmen en De Parelvissers het beter zonder kan stellen, wijst Van Amerongen trefzeker de werkelijke muzikale tegenpool van de buikspreker van God aan: Jacques Offenbach, met zijn ruim honderd zogenaamde lichte opera’s, die – als wij afgaan op het dozijn dat min of meer repertoire heeft gehouden – even briljant als muzikaal treffend een nietsontziende kritiek op de bestaande verhoudingen inhouden.

Meer nog dan dat Van Amerongen niet tot een herziene versie van zijn Wagner-boek kwam, valt te betreuren dat zijn artikelen over Offenbach niet de basis hebben gevormd van een soortgelijke monografie over deze. Dat had onherroepelijk geleid tot een verdergaande gedachtevorming over Das Judentum in der Musik – ook de titel van Wagners oorspronkelijk anonieme brochure, allereerst bedoeld als afrekening met Giacomo Meyerbeer, de componist aan wie hij zo veel te danken had.

Waar Van Amerongen in 1983 concludeerde dat nu wel vrede gesloten kon worden met Wagner, omdat diens antisemitisme los staat van zijn muziek, voert Philo Bregstein in zijn nawoord bij de deze week verschenen nieuwe editie, Wagner, De Buikspreker van God (Mets & Schilt), een reeks auteurs aan die sindsdien hebben betoogd dat Wagners jodenhaat niet alleen valt af te lezen uit zijn libretto’s en personages, maar ook uit de partituren zelf. Ik ben benieuwd wat Van Amerongen hiervan zou hebben gevonden. Indertijd schreef hij: ‘ Nee, er bestaat geen fascistische toonsoort, er bestaat evenmin een antifascistisch septimeakkoord en een sociaal-democratische kwint is evenmin door de musicologie opgespoord.’

Zijn boek over Wagner heeft de tand des tijds goed doorstaan. Dat komt door zijn vermogen even boeiend, origineel en spits als grondig doordacht en gedocumenteerd een onderwerp te belichten waaraan velen zich al in aanmerkelijk zwaardere boeken hebben vertild. Behalve zijn talent is de sleutel hier toch zijn enthousiasme. Er zit niets plichtmatigs in dit schrijven, het komt voort uit geestdrift en interesse en een daaruit als vanzelfsprekend voortvloeiende behoefte anderen die daar nog niet van weten, deelgenoot te maken. Wij leven in een tijd waarin de gedachte aan ontwikkeling anders dan voor economisch nut verdacht wordt gevonden, waarin onwetendheid, gemakzucht, meeloperij en napraterij en het zwelgen in goedkope emoties doorgaan voor authenticiteit, onbevangenheid en het gezonde verstand van een helaas niet eens zwijgende meerderheid. Sinds de staatssecretaris van Cultuur enkele weken geleden verklaarde geen enkel verschil te zien of te willen maken tussen hogere en lagere cultuur is deze visie zelfs rijksbeleid.

Martin van Amerongen is hiervan een welsprekende weerlegging, een autodidact die zichzelf emancipeerde en er in zijn artikelen en boeken op aanstekelijke wijze in slaagde zijn inzicht en liefde voor kennis en cultuur voor velen toegankelijk te maken. Deze nieuwe uitgave van De buikspreker van God is in dit opzicht een geschenk aan het lezerspubliek, dat het verdient niet op zichzelf te blijven staan, maar gevolgd te worden door een verzameld werk, waarvan de afzonderlijke delen stuk voor stuk gerichte salvo’s zullen zijn tegen de platheid en domheid die het geestelijke klimaat in Nederland dreigen te bepalen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
06-01-2005

« Terug naar het overzicht