Robin Cook

 ‘een oorlog die internationaal niet gelegitimeerd is en binnenlands geen steun geniet, is niet verantwoord.’

Zaterdag stierf Robin Cook aan een hartaanval tijdens vakantie in Schotland. Sinds 16 maart 2003 was hij backbencher van de Labour-partij in het Lagerhuis, een voor hem vreemde positie. Voor het eerst gekozen in 1974, had hij vanaf 1986 deel uitgemaakt van de front bench, de bankjes waarop aan de ene kant de leden van de regering zitten en aan de andere die van het schaduwkabinet.

De reputatie van een Brits politicus berust zeker in eigen kring op zijn debatteerkunst. Toen James Callaghan begin jaren tachtig aftrad als leider van Labour, werd niet de formidabele Denis Healey tot zijn opvolger gekozen, maar Michael Foot. Dat gebeurde toch vooral vanwege de dodelijke manier waarop hij kort daarvoor Sir Keith Joseph (de ideologische leidsman van Margaret Thatcher) alle hoeken van het Lagerhuis had laten zien. Foot leidde Labour vervolgens in 1983 naar de verpletterendste nederlaag uit zijn geschiedenis.

Cook maakte al in de jaren tachtig naam, maar zijn reputatie als de grootste parlementariër van zijn tijd verwierf hij op 26 februari 1996 in het debat over het achttienhonderd bladzijden dikke rapport van Sir Richard Scott over geheim gehouden leveranties van Brits oorlogsmateriaal aan Saddam Hoessein in de jaren tachtig. De toenmalige schaduwminister kreeg het rapport pas twee uur vóórdat het debat zou beginnen, maar deed niettemin een dermate scherpe en superieur gedoseerde aanval op de Conservatieve regering dat deze zich daarvan in moreel opzicht nooit meer zou herstellen, al overleefde premier John Major de stemming met één stem meerderheid. Vriend en vijand waren diep onder de indruk van Cooks optreden.

Toen Labour in 1997 eindelijk de verkiezingen won, kon Tony Blair er niet omheen hem van schaduw-minister tot echte minister van Buitenlandse Zaken te maken. Cook kondigde aan ‘ een ethische buitenlandse politiek’ te willen voeren, maar moest al snel ervaren dat Blair geen onafhankelijke bewindslieden beliefde en eerder te rade ging bij zijn hofhouding aan adviseurs en spindokters dan bij zijn ministers. De opstelling van Cook kwam hem bovendien slecht uit nadat hij zich had gebonden aan het beleid van George Bush jr.

Na de verkiezingen van 2001 ontnam Blair Cook zijn functie, volgens sommigen op aandringen van Washington. Als troostprijs werd hij Leader of the House, wat in hedendaagse Nederlandse termen vertaald zou kunnen worden als minister van Bestuurlijke Vernieuwing. In die vernieuwing slaagde hij deels in het Lagerhuis, waarvan sommige procedures nog afgestemd waren op het tijdstip dat in Londen de straatlantaarns werden aangestoken. Zijn pogingen tot een uiteindelijk democratisch gekozen Hogerhuis te komen werden echter door Blair gefrustreerd.

Deze periode stond echter vooral in het teken van de voorbereidingen tot Britse deelname aan een Amerikaanse oorlog tegen Irak. Cook was van mening, onder andere op basis van wat hij als minister van Buitenlandse Zaken te weten was gekomen, dat geen sprake was van Iraakse vernietigingswapens die een bedreiging voor de buitenwereld vormden, en dat een oorlog die internationaal niet gelegitimeerd was en binnenlands geen steun genoot, niet verantwoord was. Toen hij daarvoor geen gehoor vond bij Blair, trad hij af met een korte en indrukwekkende rede in een volgepakt Lagerhuis, die, voor het eerst in de geschiedenis van dat huis, met een donderend applaus werd beloond. Die rede is afgedrukt in The Point of Departure, een dagboek over deze periode, en één van de interessantste boeken over de Britse politiek die ik ken. Op de website van de BBC is het mogelijk er de video-opname van te zien.

In deze rede legt hij ook haarscherp uit waarom het militaire optreden in Kosovo in 1999, tijdens zijn ministerschap, wel geheel en al gerechtvaardigd was, de oorlog tegen Irak echter niet. (Het Parool maakte in zijn in memoriam melding van critici die meenden dat hij dit verschil nooit goed had uitgelegd. Die konden kennelijk niet lezen.)

Wie de tekst van zijn afscheidsrede nu nog eens helemaal tot zich laat doordringen, kan niet anders dan concluderen dat Robin Cook een moedig en integer politicus was, die liever aftrad dan dat hij medeverantwoordelijk was voor een oorlog waarvan hij wist dat die onder valse voorwendsels zou worden gevoerd. Dat hij volkomen gelijk heeft gekregen, maakt zijn dood des te bitterder.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
11-08-2005

« Terug naar het overzicht