Onophoudelijk calculeren

Onophoudelijk calculeren

‘particulieren kunnen het zich niet veroorloven lui, gemakzuchtig of niet geïnformeerd te zijn’

bart tromp

Geheel volgens verwachting heeft de privatisering van de energiebedrijven niet tot een verlaging van de prijzen voor particulieren geleid, maar wel tot een administratieve chaos bij de energierekeningen. De Tweede Kamer is boos en stelt minister Laurens Jan Brinkhorst verantwoordelijk. Brinkhorst is boos en stelt de vier overgebleven energiebedrijven in Nederland verantwoordelijk. Een half jaar geleden duwde Brinkhorst de privatisering door en stemde de meerderheid van de Kamer daarmee in. Zij negeerden waarschuwingen van mensen die het beter wisten, zoals de Algemene Energieraad, die deze uitkomst voorspelden. Toen stelde Brinkhorst dat van administratieve problemen geen sprake zou zijn, en de meeste fracties geloofden hem. Een reclamebaas (‘ directeur communicatie’) van één van de energiebedrijven legde eergisteren op de radio uit hoe het zover had kunnen komen. Op de stroomprijs was concurrentie eigenlijk nauwelijks mogelijk en administratieve problemen kwamen vooral voort uit de ingewikkelde regelgeving die ervoor moet zorgen dat de liberalisering tot echte marktwerking leidt. Liberalisering, privatisering en marktwerking worden in de heersende neoliberale ideologie altijd voorgesteld als alternatieven voor regelzucht en overheidsbureaucratie. Kennelijk ligt dat precies andersom: ze leiden tot meer regels en meer bureaucratie, al is het geen overheidsbureaucratie. Maar het echte probleem van de liberalisering is de burger, in dit verband ook bekend als ‘ consument’. Terwijl hij/zij vroeger alleen maar maandelijks een bedrag voor gas en elektriciteit hoefde over te maken, moet hij/zij nu kiezen. Welnu, volgens prof. dr. Eric van Damme, hoogleraar economie te Tilburg, zijn ze daartoe niet competent. ‘ ‘ De meeste consumenten zijn gemakzuchtig en slecht geïnformeerd,’’ meldde hij vorig jaar in NRC Handelsblad (6 juli). Ze denken dat de markt wel werkt en dat ze er niks voor hoeven te doen. Hij verwees naar de ervaringen in Groot-Brittannië met de vrije energiemarkt. Te weinig consumenten veranderden van aanbieder, en wie dat deden kozen even vaak een duurdere als een goedkopere. ‘ ‘ De Britten zijn te lui of te dom om van de geboden keuzevrijheid te profiteren.’’ Daardoor kunnen de energiebedrijven rustig de prijzen verhogen.

Aldus Van Damme, die vervolgens een alternatief schetste. De energieprijzen voor particulieren zouden moeten worden gekoppeld aan die voor grote ondernemingen, zodat de eersten kunnen profiteren van de onderhandelingsmacht van de laatsten. (Nu is het precies andersom: particulieren subsidiëren de lagere tarieven van de grote gebruikers.) Grimmig beëindigde de Tilburgse topeconoom aldus zijn betoog: ‘ ‘ Zij (particulieren) kunnen het zich niet veroorloven lui, gemakzuchtig of niet geïnformeerd te zijn. De overheid geeft ons keuzevrijheid, maar ze dwingt ons daarmee tot switchen.’’

Zo helder en onverbloemd als hier heb ik het leerstuk van de keuzevrijheid niet eerder geformuleerd gezien. Volgens de neoliberale leer hebben mensen geen andere keus dan keuzevrijheid. Zij schieten tekort, als consument, als burger, als zij van een keuzevrijheid waarvoor zij niet hebben gekozen geen welbewust gebruik maken. Dan zijn zij dom, lui of ongeïnformeerd, en is het hun eigen schuld als hun dankzij marktwerking een poot wordt uitgedraaid.

Wat dus nodig is, is een neoliberaal beschavingsoffensief. De mensen moeten leren ‘ hun eigen verantwoordelijkheid’ te nemen en dag en nacht uit te rekenen welke aanbieder van zorg, energie, water (nee, niet geliberaliseerd en goedkoper geworden), enzovoorts het voordeligste pakket offreert. En vervolgens niet achterover leunen, maar onmiddellijk ook van leverancier veranderen, hoeveel administratieve rompslomp dat ook met zich mee brengt. En dat niet één keer, want in een echte markt staan de prijzen nooit vast. Wie eenmaal gekozen heeft, is daarom veroordeeld voortdurend bij te houden of er ondertussen niet een nog goedkopere aanbieder in de markt opduikt.

Het inzicht dat het zo moet als iedereen gelukkig wil worden, werpt een ander licht op staatssecretaris Mark Rutte (VVD), die van ‘ leren ondernemen’ een verplicht vak in het onderwijs wil maken. Dat wekte de indruk dat op het ministerie van Onderwijs alweer een kleine politieke dwingeland is losgelaten, die zonder enig benul van het terrein waarop hij is benoemd, zijn eigen hobby aan het onderwijs en dus aan de jeugd van Nederland wil voorschrijven.

Die indruk is volledig misplaatst. Deze, naar eigen zeggen, rechtse VVD’er, is een idealist die ervoor wil zorgen dat de mensen al op de schoolbanken gedwongen worden te leren voor wat ze volgens de neoliberale beginselen horen te zijn: onophoudelijk calculerende burgers.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
20-01-2005

« Terug naar het overzicht