Ongeloofwaardig Europa


Elsevier 01-01-2005


Het land behoort tot de armste van Europa. Het is weinig meer dan in naam een democratie. Het openbaar bestuur wordt, net als rechtspraak en economie gekenmerkt door vergaande vormen van corruptie. Dit is niet het profiel van Turkije, maar van Roemenië. Over het mogelijke lidmaatschap van Turkije is in de afgelopen maanden een forse discussie op gang gekomen. Die zal voorlopig nog wel even doorgaan, ook al heeft de Europese Raad in Brussel twee weken geleden besloten dat over een jaar de onderhandelingen met Turkije over een volwaardig lidmaatschap gaan beginnen. 

Een andere uitkomst was niet mogelijk. Daarvoor had de EU zich al veel te veel gecommitteerd aan een Turks lidmaatschap, waarvan de mogelijkheid al in 1963 was vastgelegd. Op 11 december 1999 besloot de Europese Raad Turkije toe te laten als kandidaat-lid van de EU, een besluit dat later door alle parlementen in de lidstaten is onderschreven. Het ging er sindsdien alleen maar om of, en vooral wanneer, Turkije aan de voorwaarden voor het lidmaatschap zou beantwoorden. Heel veel mensen die nu dat lidmaatschap ten principale aan de orde willen stellen, hebben dus de afgelopen vijf jaar zitten slapen. Dat geldt zeker ook voor politici die in 1999 hun mond hielden, maar nu doen alsof het lidmaatschap van Turkije een open kwestie is.

Voor deze misvatting in de publieke opinie zijn er verzachtende omstandigheden. De vraag of Turkije lid van de EU kan worden, is nooit eerder in alle ernst aan de orde gesteld in de politieke meningsvorming. Dat is een gevolg van de karakteristieke wijze waarop grote politieke beslissingen in het proces van Europese integratie tot stand komen. Die worden namelijk nooit als zodanig genomen. Plotseling komt namelijk aan het licht dat ze eigenlijk al veel eerder genomen zijn. Zo is het gegaan met de recente uitbreiding met tien nieuwe leden, zo is het gegaan met de Europese Monetaire Unie en met de invoering van de euro, zo is het altijd gegaan. 

Door besluitvorming op te knippen in allemaal kleine stukjes die worden voorgesteld als ‘voorlopig’, ontstaat een keten van voldongen feiten. En aan het eind van die keten, als de Grote Beslissing formeel moet worden genomen, blijkt dat dit al gebeurd is doordat alle voldongen feitjes bij elkaar opgeteld één Voldongen Feit vormen.

In de jaren negentig heeft deze ‘gemeenschapsmethode’ steeds meer wrevel gewekt onder de burgers van Europa, die zich - volstrekt begrijpelijk - keer op keer buiten spel gezet voelen. Het ziet er nu naar uit dat de kwestie van het Turkse lidmaatschap de zaak wordt waarop dit allang gegroeide ongenoegen zich gaat ontladen, hoe ongelukkig dat ook is. Want ook hier zijn er al veel te veel voldongen feitjes. Schermen met de gedachte aan een tweederangslidmaatschap, zoals verschillende politieke partijen en politici de afgelopen tijd hebben geopperd, is volksverlakkerij. Zo’n voorstel komt vijftien jaar te laat.

Dit wordt ongewild onderstreept door een ander besluit van de Europese Raad van Brussel. Deze nam de evaluatie van de Europese Commissie over dat kandidaat-lid Roemenië zo’n voortgang had geboekt met het voldoen aan de voorwaarden van het lidmaatschap, dat het in januari 2007 tot de Europese Unie toe kan treden. Je wrijft je ogen uit. Vorige maand vonden er presidentsverkiezingen in Roemenië plaats waarvan de eerste ronde zo opzichtig frauduleus was dat verkiezingswaarnemers dreigden hun werk te staken. Wie het voortgangsrapport van de Europese Commissie leest - waarop de Raad zich beroept - leest de ene boterzachte conclusie na de andere als het gaat over rechtsstaat, bestrijding van corruptie, openbaar bestuur en wat al niet. Op geen enkele wijze wordt aannemelijk gemaakt dat de vijftien jaar politieke en economische corruptie die Roemenië na de val Ceaucescu kenmerkten op 1 januari 2007 verleden tijd kunnen zijn. 

Met dit rapport maakt de Commissie duidelijk dat de criteria voor het lidmaatschap naar believen kunnen worden opgerekt. Het besluit van de Europese Raad om Roemenië als lid toe te laten is even onverantwoordelijk als lichtzinnig, en zeer geschikt om het publieke vertrouwen in ‘Europa’ verder verminderen. Het geeft echter het Europese Parlement de kans om nu eens werkelijk zijn tanden te tonen: door straks zijn instemming aan dit besluit te onthouden en zo de geloofwaardigheid van Europa te herstellen.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
01-01-2005

« Terug naar het overzicht