ONBERADEN UITBREIDING

Twee jaar na de uitbreiding van de Europese Unie (EU) met tien leden is van enige euforie geen sprake meer. Economisch valt de uitbreiding voor iedereen voordelig uit, maar dat is dan ook alles. Politiek is in de nieuwe lidstaten van democratische stabilisering geen sprake. Bij elke verkiezing wordt de zittende regering weggestemd. Steeds vaker komen onaangename, xenofobe en anti-Europese politici aan de macht, met als dieptepunt de huidige Poolse regering. Minister-president Jaroslaw Kaczynski, tweelingbroer van president Lech Kaczynski, noemde Polen onlangs 'een partner' van de Europese Unie - geen lid. Achteloos wordt de steun uit Brussel geincasseerd, maar van politieke en economische hervormingen is geen sprake meer.

Zolang ze nog geen lid waren, deden de aspiranten er alles aan om orde op zaken te stellen.

Iedereen wist dat de tien kandidaten lang niet aan alle voorwaarden voor het lidmaatschap voldeden toen ze werden toegelaten. De verwachting was dat ze zich zouden inspannen om dat alsnog te doen. Zeker in een land als Polen lijkt het omgekeerde het geval. Daar wordt de klok teruggedraaid, onder andere door het overheidsapparaat vol te stoppen met politieke vrienden van de zittende regering.

Dit voorspelt niet veel goeds voor de toetreding van Bulgarije en Roemenie volgend jaar. Er is geen reden te verwachten dat zich met deze staten niet hetzelfde zal voordoen, namelijk dat, eenmaal binnen, de nieuwe leden de lastige aanpassingspolitiek opgeven en parasieten van de rijke lidstaten worden, zonder hun politieke verantwoordelijkheid in Europa te nemen.

Op niet al te lange termijn leidt de onberaden uitbreiding van 2004 tot een gevaarlijke crisis. De EU eist dat Turkije voor het eind van het jaar zijn havens en luchthavens openstelt voor alle lidstaten, ook de nieuwe. Turkije is daartoe verplicht bij verdrag, maar dat verdrag heeft het niet geratificeerd. Vanwege Cyprus. Het wenst niet op deze wijze het Griekse deel van Cyprus te erkennen, nieuw lid van de EU, terwijl het noordelijk deel, alleen door Turkije als staat erkend, onder een handelsembargo zucht.

Juridisch heeft Turkije ongelijk. Maar het is door de EU indertijd wel belazerd. Toen in april 2004 in heel Cyprus werd gestemd over het VN-plan voor de hereniging van het eiland, waarschuwde de EU dat degenen die voor stemden zouden worden beloond, maar de tegenstemmers gestraft. De algemene vrees was op dat moment dat de Turks-Cyprioten tegen zouden stemmen. Vandaar dat ze zo onder druk werden gezet.

Maar het waren de Grieks-Cyprioten die het plan verworpen. Een week later werd het Griekse deel van Cyprus lid van de EU, volkomen in strijd met het eerdere standpunt van de EU dat alleen een herenigd Cyprus tot de Unie zou kunnen toetreden. De Turkse Cyprioten werden gestraft met het voortduren van het embargo en het achterwege blijven van de beloofde steun. Die werd in de EU-ministerraad geblokkeerd door het nieuwe lid Cyprus.

De toelating van een niet-herenigd Cyprus is wellicht de grootste blunder in de geschiedenis van de Europese integratie, een daad van politieke onverantwoordelijkheid zonder weerga. Niet alleen scheept deze beslissing de Unie op met een lidstaat zonder geaccepteerde grens, maar zij zit nu ook met een onopgelost herenigingsprobleem. De kwestie vergiftigt daarnaast de verhouding met Turkije. Dat zou al het geval zijn geweest zonder dat dit land in onderhandeling was met de EU over toetreding. Nu die onderhandelingen lopen, raken deze echter onvermijdelijk verstrengeld met de kwestie-Cyprus.

In Turkije is de wijze waarop de EU hiermee omgaat koren op de molen van degenen die op alle mogelijke manieren toenadering met Europa tegenwerken. Dat zal waarschijnlijk goed duidelijk worden bij de parlementsverkiezingen begin volgend jaar.

Ook wie tegen een Turks lidmaatschap is, moet inzien dat niemand gebaat is bij politieke verwijdering tussen Turkije en de EU. Het is onaanvaardbaar dat het onverantwoordelijke drammen van een lidstaat (overigens gesteund door Griekenland) de Turks-Europese betrekkingen verziekt.

De Turkse regering kan het zich niet veroorloven alsnog voor het dictaat van de EU te buigen en havens en luchthavens ook voor Cyprus open te stellen. Dat zou politieke zelfmoord zijn. De Europese Unie kan het zich daarentegen niet permitteren een mogelijk compromis (tegen openstelling havens opheffing van het embargo) te laten dwarsbomen door Cyprus.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
30-09-2006

« Terug naar het overzicht