Nog steeds de kluts kwijt

Nog steeds de kluts kwijt

De grote partijen zijn nog steeds bezig de verkeerde lessen uit de verkiezingen van 2001 te trekken.

bart tromp

Het einde van dit kalenderjaar wordt allerwegen aangegrepen om er de balans van op te maken, meestal in sombere tonen. Maar een jaar is een kunstmatig afgebakende periode. 2004 gaf te zien dat de schok van 2001, vooral geassocieerd met de opkomst van Pim Fortuyn en zijn gewelddadige dood, nog lang niet is uitgewoed. De val van het eerste kabinet-Balkenende en de daaropvolgende verkiezingen van januari 2002 hebben allerminst tot nieuwe politieke stabiliteit geleid.

De LPF verloor binnen een jaar tweederde van zijn aanhang, zonder dat de VVD daarvan profiteerde. Sinds Geert Wilders zich van de VVD afscheidde, worden hem in de peilingen de zetels van de LPF toegedacht. Dit virtuele fenomeen – peilingen zijn nu eenmaal iets geheel anders dan verkiezingen – krijgt een enorme aandacht in de media, maar ook in de politiek.

De grote partijen zijn nog steeds bezig de verkeerde lessen uit de verkiezingen van 2001 te trekken, vooral door Fortuyn meer nog in stijl dan in standpunt te imiteren, een recept voor politieke instabiliteit. Het voornaamste gebod luidt haast maken en hard schreeuwen. Bij de twee vorige verkiezingen is een ongekend aantal nieuwelingen in de Tweede Kamer beland, wat tot een ernstige uitholling van haar institutionele geheugen heeft geleid. Vrijwel alle partijen hebben de laatste twee jaar een wisseling van leiderschap doorgemaakt. Maar wat lees ik nu? De grote politieke partijen zijn druk doende met het zoeken van nieuwe kandidaten voor de volgende verkiezingen. Men herkent het voorbeeld van de PvdA, die nu al vanaf 1992 elke keer met een geheel vernieuwde lijst komt, nadat een groot deel van degenen die daar bij de vorige verkiezingen met veel fanfare hoge posities op hadden gekregen, met stille trom is afgemarcheerd. Zoiets bevordert de toenemende hijgerigheid in de politiek. Bij het verschijnen van het rapport van parlementaire onderzoek naar het integratiebeleid onder leiding van VVD-Kamerlid Stef Blok werd dit onmiddellijk door collega’s als knoeiwerk afgedaan. Maar toen die het eindelijk gelezen hadden, kwam de Kamer maanden later tot positieve conclusies. Eerst kondigt het kabinet, ondersteund door een reeks Kamerleden en commentatoren, met veel poeha het einde van het poldermodel aan. Maar een paar maanden (en een massale demonstratie van de al doodverklaarde vakbeweging) later blijft van al die grootspraak niets over.

De hijgerigheid die het publieke klimaat nu beheerst, heeft te maken met diverse factoren. Ik noem er drie. De eerste is de spelverruwing in het publieke debat. Die heeft te maken met salonfähig worden van een populistische stijl, waarin met alle geweld gezegd moet worden waar het op staat, elke mening even zwaar telt en nuance of voorzichtigheid als slapheid geldt. Het gebruik van deze stijl is aangewakkerd door een email- en internetcultuur waaruit enigszins beschaafde omgangsvormen verdwenen zijn. Politici en journalisten doen daar hard aan mee, uit angst ‘ het contact met de kiezer’ te verliezen.De tweede factor is de opkomst van een vulgair-sociologische visie, die niet zelden eindigt in een samenzweringstheorie. Hierin is elk incident, elke opvallende gebeurtenis, het topje van een ijsberg, symptoom van een algemene, maar onder de waterspiegel verscholen kwaal welke de gehele samenleving doorwoekert. Zo’n manier van zien maakt het onmogelijk afzonderlijke kwesties op hun merites te onderzoeken en te beoordelen, maar leidt onvermijdelijk – zeker in combinatie met de eerste factor – tot stellingnames die zelf weer het maatschappelijke klimaat verpesten. Een voorbeeld is de oorlogsverklaring die VVD-leider Gerrit Zalm uitsprak na de moord op Theo van Gogh, met als stille boodschap dat deze was uitgebroken tussen vijftien miljoen gewone Nederlanders en één miljoen Nederlandse of in Nederland wonende islamieten. (Het laatste is overigens een volkomen aan de fantasie ontsproten aantal.)

De derde factor is het gebrek aan geheugen en herschrijving van de recente geschiedenis. Zalm is daar zelf een mooi voorbeeld van. Hij en zijn partij doen de laatste twee jaar net alsof de paarse coalities linkse regeringen waren, die alles verkeerd hebben gedaan, zodat alles nu anders moet. Alsof Paars niet voornamelijk een neoliberale agenda volgde, met Zalm op een centrale post als minister van Financiën. Nederland is veel stabieler en gelukkiger dan de uitlatingen van politici en commentaren en berichtgeving in de media doen vermoeden. Op dat niveau is men nog steeds de kluts kwijt.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
30-12-2004

« Terug naar het overzicht