Nederlands nieuwe Europese politiek

 

Nederlands nieuwe Europese politiek

de tweede kamer is fel tegen uitbreiding van de eu met landen als moldavië. maar dat is helemaal niet aan de orde.


bart tromp
In Brussel was Romano Prodi als voorzitter van de Europese Commissie berucht om zijn onbegrijpelijke Engels. Afgelopen zondag was zijn Italiaans het probleem. De aanstaande premier van Italië zou toen hebben gesteld dat in de kopgroep van landen die verder wilden met de integratie van Europa, geen plaats was voor Nederland. Later heette het echter dat hij juist ‘ con Olanda’, met Nederland, had gezegd.
Het incident tekent niettemin de positie van Nederland na het
referendum. Ons land wordt niet langer gezien als één van de kernleden van de Europese Unie; een prijs van het referendum die wij nog niet kennen, maar zullen moeten betalen.
Het voorstel voor een referendum over de zogenoemde Europese Grondwet was een stunt van linkse partijen, ondernomen in de wetenschap dat er geen meerderheid in de Tweede Kamer voor
bestond. Dat veranderde toen ook de VVD-fractie slachtoffer werd van de misvatting dat democratie neerkomt op het zo vaak mogelijk openzetten van de stemlokalen. Verbaasd over eigen flinkheid lieten deze politieke partijen vervolgens na duidelijk te maken waar het referendum over moest gaan tot het te laat was.
De ‘ Grondwet’ was volkomen ongeschikt voor een referendum, omdat aan de uitslag geen ondubbelzinnige conclusie kon worden verbonden. Minister Zalm maakte er de volgende dag van dat Nederland te veel betaalde aan de EU. Een hele reeks onderzoekingen toonde later echter aan dat de tegenstemmers op grond van heel uiteenlopende motieven hun stem hebben uitgebracht, motieven die voor een groot deel niets met het grondwettelijk verdrag te maken hadden.
Over hoe het nu verder moet hielden en houden de referendumpartijen hun mond. De regering eveneens, althans tot voor kort. Twee weken voor Pasen begon de nieuwe Europese politiek van de regering met de opening van een website waarop men in twintig
minuten een vragenlijst over de Europese Unie in kon vullen. Eerder onderzoek had uitgewezen dat de meeste Nederlanders niet veel weten van de EU. Ze willen hoogstens twintig minuten aan het opvullen van die lacune besteden, als de informatie tenminste smakelijk wordt opgediend. Nu kregen zij de kans zonder informatie toch in diezelfde tijd hun ‘ mening’ te geven.
Op 18 april sloot de website en staatssecretaris Nicolaï vond het een enorm succes: 94.000 mensen hadden de vragenlijst ingevuld. Het aantal stemgerechtigde burgers bedroeg bij het referendum echter 12.172.740. Meer dan twaalf miljoen burgers hebben de vragenlijst dus niet ingevuld. De minder dan één procent die dat wel heeft gedaan, is in geen enkel opzicht representatief voor de stemgerechtigde burgers. De uitslag van deze peiling heeft geen enkele waarde.
Het tweede onderdeel van de nieuwe Europese regeringspolitiek is al even relevant. Op voorstel van de staatssecretaris sprak de Tweede Kamer zich vorige week ferm uit tegen een verdere uitbreiding van de EU met landen als
Oekraïne en Moldavië. Dit was een reactie op de uitslag van het referendum, hoewel volgens onderzoek slechts zes procent van de tegenstemmers op die grond tegen heeft gestemd – en dat was ook tegen de toetreding van Turkije, hetgeen buiten deze uitspraak valt.
Ook hier is sprake van een even loos als overbodig gebaar. Toetreding van Oekraïne en Moldavië is helemaal niet aan de orde en de EU heeft zelfs een speciale ‘ nabuurpolitiek’ voor deze en andere grenslanden ontwikkeld omdat zij geen lid worden. Of dat over vijftien of twintig jaar nog zo is, valt nu niet uit te sluiten, al helemaal niet door Nederland.
Deze opstelling van de regering en de meerderheid in de Kamer maakt een des te potsierlijkere indruk, omdat beide een paar maanden geleden niets deden tegen de toelating van Roemenië en Bulgarije in 2007, hoewel de Nederlandse stem er toen wél toe zou hebben gedaan. De regering was vóór en de grote partijen in de Tweede Kamer ook. Alleen CDA en SP stemden
tegen, omdat zij geheel terecht constateerden dat zeker Roemenië vanwege de wijdverspreide corruptie nog lang niet aan de voorwaarden voor het lidmaatschap van de EU voldeed. Als om het gelijk van dit standpunt te onderschrijven, verwierp het Roemeense parlement een paar weken later de wet tegen corruptie.
Balkenendes nieuwe Europese politiek: demonstratie van het feit dat het referendum meer schade heeft aangericht dan de uitslag kan rechtvaardigen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
20-04-2006

« Terug naar het overzicht