Iraanse bom bestaat niet


Elsevier, 22 april 2006


Een klein aantal staten mag kernwapens hebben, alle andere niet

Vorige week maakte de president van Iran, Mahmoud Ahmadinejad, bekend dat zijn land was begonnen met de productie van verrijkt uranium. Nieuws dat allesbehalve onverwacht kwam. Het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) stelde drie jaar geleden al vast dat Iran in het geheim bezig was met het bouwen van installaties met dat doel. Iran verklaarde toen dat het verrijkt uranium nodig had als brandstof voor kerncentrales: de olierijkdom van het land is immers eindig. Dat is op zich geen dwaas argument. Maar verrijkt uranium is ook geschikt om nucleaire wapens mee te fabriceren en de algemene verdenking is dan ook dat Iran daarop uit is. 


De productie van verrijkt uranium is niet verboden onder het Non-Proliferatieverdrag (NPV). Maar grote mogendheden en het IAEA streven ernaar Iran daarvan af te houden om zo de mogelijkheid te verkleinen dat er nog een kernwapenstaat bijkomt. Dit is moeilijk te realiseren, om drie redenen. In de Veiligheidsraad, waar de zaak uiteindelijk terecht zou kunnen komen, zijn Rusland en China om economische en politieke redenen allerminst geneigd het spel hoog te spelen tegen Iran. In de tweede plaats kan louter het produceren van verrijkt uranium onmogelijk als aanleiding gelden voor vergaande maatregelen tegen Iran. Hier wreekt zich de asymmetrie van het NPV: een klein aantal staten mag kernwapens hebben, alle andere niet. In de derde plaats maakt de steeds oorlogszuchtiger taal van de regering-Bush een diplomatieke oplossing moeilijk. Inbinden zou als gevolg van die taal onaanvaardbaar gezichtsverlies voor het Iraanse regime betekenen.


De wetenschapsredacteur van NRC Handelsblad, Karel Knip, plaatste de Iraanse doorbraak in het juiste licht. Zijn artikel had als kop ‘Iran is nu even ver als Nederland in 1969’. In dat jaar werden bij Urenco in Almelo zeventig ultracentrifuges aan elkaar geschakeld tot een cascade die verrijkt uranium isoleert. Iran heeft nu een cascade van 164 van zulke gascentrifuges in werking gesteld – naar Nederlands model. Ze zijn geleverd door de Pakistaan Abdul Qadeer Khan, die het ontwerp tijdens zijn stage bij Urenco ontvreemdde. De Nederlandse cascade knalde overigens al vrij spoedig uit elkaar, wat ook al eens is gebeurd met een Iraans exemplaar. 


Het verrijkingspercentage van 3,5 dat de trotse Iraanse president meldde, is voldoende voor een kerncentrale. Voor kernwapens is echter een percentage van tenminste 80 nodig. Om verrijkt uranium voor nucleaire wapens te produceren, zijn cascades van tienduizenden ultracentrifuges nodig. Daar is Iran nog heel ver vanaf. Net als van de fabricage van een bom waarin het verrijkte uranium past en die per geleid projectiel kan worden vervoerd. Deskundigen schatten dat het tien jaar duurt voordat Iran dit punt kan bereiken.

Het standpunt van president George W. Bush is dat Iran geen nucleair wapen mag hebben, en ook niet over de capaciteit en de kennis mag beschikken om zo’n wapen te vervaardigen. Om die reden wordt nu in Washington met wapens gerammeld en is Iran opgewaardeerd tot de voornaamste bedreiging van de Verenigde Staten – de positie die Irak drie jaar geleden innam in de Amerikaanse demonologie.

Een aanval op Iran heeft net zo weinig rechtvaardiging als die op Irak en zal eveneens volkomen averechts werken. Aangezien de Verenigde Staten geen landstrijdkrachten beschikbaar hebben voor nog een oorlog wordt de strijd toevertrouwd aan de Amerikaanse luchtmacht. Na Indochina, de Eerste Golfoorlog, Afghanistan en Irak heeft die nog steeds niet willen onderkennen dat luchtaanvallen een militair conflict niet kunnen beslechten. 

Als Iran naar het bezit van kernwapens streeft, is dat overigens volledig te begrijpen. Het land ligt onder schot van Israëls kernwapens, en grenst aan Pakistan en Rusland. Van deze drie kernwapenstaten hebben de eerste twee in het geniep een kernmacht opgebouwd. Ze zijn buiten het NPV gebleven zonder dat er in Washington een haan naar kraaide. 

Oud-chef defensiestaf Arie van der Vlis verklaarde laatst publiekelijk dat, als hij dezelfde functie in Iran had vervuld, hij zou hebben geadviseerd een eigen nucleaire afschrikkingsmacht te ontwikkelen. In de huidige wereld wordt systematisch met twee maten gemeten als het gaat om nucleaire wapens. Ook een ander bewind in Teheran kan zijn laatste zekerheid zoeken in het bezit van kernwapens.

Een treffend voorbeeld van die twee maten: VVD-kamerlid Hans van Baalen, veteraan van de Leidse studentenweerbaarheid, steunt alvast een eventuele Amerikaanse nucleaire aanval op Iran, zo meldde hij in een radioprogramma.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
22-04-2006

« Terug naar het overzicht