Het woeste Arabië


Elsevier, 18 februari 2006
Saudiërs zien elke vorm van originaliteit als een gevaar voor politiek of religie

Iedereen heeft zo zijn hobby’s. Die van de diplomaat en arabist Marcel Kurpershoek is het verzamelen van bedoeïenenpoëzie. Kurpershoek is nu ambassadeur in Turkije, maar in de perioden dat hij in het Midden-Oosten (Riad, Damascus, Caïro) posten bekleedde, gebruikte hij zijn verlof om deze liefhebberij te beoefenen. Dat betekende ook: lange tochten in de woestijn der woestijnen, het Lege Kwartier, gelegen in het midden van Saudi-Arabië. Van zijn wederwaardigheden bracht hij verslag uit in een tweetal boeken. Kortgeleden zijn die gebundeld in Het woeste Arabië (uitgeverij Augustus).

Kurpershoek is op zoek naar het oorspronkelijke Arabië, ‘dat meer geschiedenis en een rijkere cultuur heeft dan de regeltjes en tirannie van een kaste van islamitische theologen die alle verbeelding en gevoel wantrouwt’. Dit Arabië is echter ‘verdwenen onder de olie en geestelijke dwingelandij’.

De huidige staat Saudi-Arabië is een van de weinige ter wereld die zelfs niet de pretentie hebben een democratie te zijn. Hij is nog geen honderd jaar oud en kwam tot stand door de veroveringspolitiek van de clan waaraan hij zijn naam ontleent. De erfgenamen van de stichter, Ibn Saud, maken er nog steeds de dienst uit. Sinds de ontdekking van olie baden zij in weelde. Om hun positie te handhaven, delen de heersers ruimhartig geld uit aan de bewoners, zodat deze ongestoord hun levensstijl kunnen voortzetten van zitten, praten en eten. Gastarbeiders doen al het werk.
Ibn Saud veroverde het grootste deel van het Arabisch schiereiland dankzij het verbond dat de stamvader van zijn dynastie in 1744 afsloot met prediker Mohammed Ibn Abdel Wahhaab, de stichter van het wahabisme, dat zijn letterlijke en fundamentalistische versie van de islam liefst te vuur en te zwaard verbreidt. Dit verbond bestaat nog steeds en tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat Osama bin Laden en de meeste vliegtuigkapers van 11 september 2001 afkomstig zijn uit Saudi-Arabië. 

De oude stammenpoëzie vormt de kroniek van de geschiedenis van Arabië voordat de Saudiërs en wahabieten de macht verwierven. Die hebben er alles aan gedaan deze te vernietigen, in een kaalslag waarin alle cultuur sneuvelde die niet past in de ‘zuivere islam’. Het is Kurpershoek erom te doen de laatste nog levende sporen van deze dichtkunst op te sporen en in kaart te brengen. De woestijnpoëzie staat onder de stammen nog steeds in hoog aanzien, ook al is deze onmiskenbaar aan het verdwijnen. Dat wordt in dit verslag gesymboliseerd door de dood van de dichter Dingaan in 1998; opvolgers ziet Kurpershoek niet in een samenleving die elke originaliteit als een politiek of religieus gevaar beschouwt. 

Hij beschrijft zijn speurtocht op droge toon. Zijn Saudische gesprekspartners begrijpen in het geheel niet wat hem drijft. De ideeën van wetenschappelijke nieuwsgierigheid en van belangeloze interesse zijn hun vreemd, want in hun wereld geldt altijd voor wat, hoort wat. Het is niet het enige geval van intercultureel misverstand. Eigenlijk is daarvan voortdurend sprake. 

Soms wordt het hem te machtig en kan hij niet tegen de hypocrisie van een cultuur waarin vol afschuw wordt gesproken over de decadentie van het Westen, waarin verbijsterd wordt gereageerd op zijn mededeling dat een vrouw in het Westen kan scheiden van haar echtgenoot (‘dan zouden hier alle mannen verstoten zijn’), en waar het de gewoonste zaak van de wereld is om voor een bescheiden bedrag een boerenmeisje uit Egypte te importeren, te huwen, en na consumptie van de echtelijke genoegens een paar weken later weer te verstoten. 

De rellen over de karikaturen van de profeet Mohammed in de Deense krant Jyllands-Posten ontstonden niet spontaan. Het staat wel vast dat de regering van Saudi-Arabië, die op 26 januari zijn ambassadeur in Kopenhagen terugriep, een doorslaggevende rol heeft gespeeld. Het woeste Arabië verheldert op twee manieren de achtergrond van deze politiek. 

Aan de ene kant probeert een bedreigd regime moslimfundamentalisten zo de wind uit de zeilen te nemen. Maar dat kan het doen, omdat het zelf het religieus monopolie heeft verleend aan een vorm van de islam die volkomen onverdraagzaam is, en die uitsluit dat andere opvattingen recht van bestaan hebben. Op zo’n basis is een ‘dialoog’, waar tegenwoordig veel over wordt gesproken, onmogelijk. Deze veronderstelt immers de aanvaarding van levensbeschouwelijk pluralisme.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
18-02-2006

« Terug naar het overzicht