Het liberale paradijs

Heleen Dupuis doet haar intellectuele reputatie eer aan met een voorstel dat in volstrekte warrigheid eindigt.

 

Kort geleden verscheen een speciaal nummer van het VVD-periodiek Liberaal Reveil. In dit nummer mochten liberale denkers uiteenzetten wat volgens hen door de politiek moet worden afgeschaft. De meeste aandacht kreeg de beschouwing van Patrick van Schie, directeur van de Teldersstichting (het wetenschappelijk bureau van de VVD). Deze wil echter niets afschaffen, maar iets invoeren: de doodstraf. Van Schie maakt er namelijk van dat zijn verhaal de afschaffing van artikel 114 van de Grondwet betreft (‘ De doodstraf kan niet worden opgelegd’). Zijn voornaamste argument is dat veertig tot vijftig procent van de bevolking volgens peilingen vóór de doodstraf is, waaruit volgt dat vijftig tot zestig procent dat niet is.

De andere bijdragen zijn korter, maar in het algemeen niet beter.

De econoom Hans Labohm wil van het Kioto-protocol af, omdat volgens hem ‘ tienduizenden betrouwbare wetenschappers’ hebben aangetoond dat het broeikaseffect niet bestaat. En voorzover het wel bestaat is het gunstig: nieuwe landbouwgronden kunnen in gebruik worden genomen en de plantengroei floreert bij meer CO2.

Tweede-Kamerlid Zsolt Szabo wil ‘ de ontwikkelingsindustrie’ afschaffen, omdat die volgens hem niets bijdraagt aan ontwikkelingsbeleid. Maar hij slaagt er niet in duidelijk te maken waarom ontwikkeling daarbij gebaat is.

Een ir. Henry Sturman wil de progressieve belasting afschaffen en vervangen door ‘een vlaktaks’. De kern van zijn betoog bestaat er echter uit dat wij, dankzij allerlei aftrekregelingen, helemaal geen progressief belastingstelsel hebben. Zo geredeneerd heeft Nederland feitelijk allang een vlaktaks. Aan het eind van zijn artikel komt dan ook de echte aap uit de mouw: het doel is niet een vlaktaks, maar belastingverlaging.

Eerste-Kamerlid Heleen Dupuis doet haar intellectuele reputatie eer aan met een voorstel de verplichte ziektekostenverzekering af te schaffen, dat vervolgens in volstrekte warrigheid eindigt.

Tweede-Kamerlid Stef Blok wil alle subsidies voor podiumkunsten afschaffen, onder het motto ‘Als cultuur broodnodig is, behandel cultuur dan ook als brood’. De in dit motto besloten redeneerfout wordt in zijn stuk met vele andere aangevuld. Dan is het afgelopen, meer weten de VVD-denkers niet voor afschaffing in aanmerking te laten komen. Terwijl Blok toch duidelijk de weg heeft aangewezen. Vervang in zijn motto ‘cultuur’ maar door ‘onderwijs’ of ‘defensie’ en een liberaal vergezicht van publieke kaalslag daagt over de horizon.

Vanwege het boek waaraan ik nu werk, moest ik bij het vergezicht van de afschaffingsbrigade denken aan de staat Albanië, die in 1912 ontstond na de Balkanoorlogen. Pas in de loop van de jaren twintig kwam een eind aan binnenlandse twisten en buitenlandse interventies, en in 1928 slaagde de meest gewiekste van de lokale hoofdmannen erin zich tot ‘koning van de Albanezen’ te laten proclameren. Als Zog I regeerde hij totdat Mussolini Albanië in 1939 binnenviel. Zog probeerde een moderne staat te scheppen, maar dat lukte niet erg. De traditionele samenleving bleef te sterk. De doodstraf werd veelvuldig toegepast, maar niet van bovenaf, door de staat. Ze was de uitkomst van bloedwraak tussen de clans, die de belangrijkste maatschappelijke instituties vormden. Zog zelf overleefde in dit kader met moeite 55 pogingen tot moord en waagde zich daarom zelden buiten zijn bescheiden paleis in Tirana. Als een Albanese Maurice de Hond had bestaan, was gebleken dat bijna honderd procent van de bevolking het met deze doodstraf eens was. CO2-problemen kende Albanië niet: in 1938 waren er maar 244 fabrieken, met 7435 arbeiders. De flauwekul van duur openbaar vervoer ontbrak: Albanië was het enige Europese land zonder spoorwegen. De inkomstenbelasting was een vlaktaks van zes procent, die door de rijken werd ontdoken en door de armen niet kon worden betaald. Van een verplichte ziektekostenverzekering was geen sprake, Albanië moest het doen met honderd artsen. Evenmin van sociale zekerheid en een ouderdomsvoorziening.

De door de moderne liberalen, om maar te zwijgen over de conservatieven van Burkestichting, zo verafschuwde afhankelijkheid van de verzorgingsstaat bestond hier niet. De mensen zorgden voor zichzelf! Cultuur werd niet gesubsidieerd en bestond uit het zingen van overgeleverde heldendichten, begeleid door een gusle. Die had maar één snaar, in plaats vier, zoals de meeste socialistische snaarinstrumenten hadden.

Dit Albanië was, kortom, een liberaal paradijs.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
03-03-2005

« Terug naar het overzicht