‘Het karwei afmaken’ ?


Elsevier 29-05-2004

Het politieke debat over een nieuw mandaat voor de Nederlandse bezettingsmacht in Irak heeft sterk provinciale trekken aangenomen, en wel in twee opzichten. 

De Nederlandse militairen zijn gelegerd in de provincie Al Moethana en in het debat wordt de indruk gewekt of dit een kleine kolonie van Nederland is, afgescheiden van de rest van Irak. Provinciaals is het debat ook in overdrachtelijke zin: genegeerd wordt de bredere politieke context. Een aantal overwegingen.

‘Wij kunnen niet zomaar weggaan.’ Kletskoek. De beslissing om naar Irak te gaan gold willens en wetens voor zes maanden. Die termijn is indertijd met nog eens zes maanden verlengd, maar er is geen enkele verplichting daar mee door te gaan. Integendeel: door te gaan met de bezetting van de provincie Al Moethana vergt een geheel nieuwe politieke beslissing. 

Nederland deed mee aan die bezetting op basis van het scenario dat na de vernietiging van het regime van Saddam Hoessein in een overgangsperiode rust en orde gegarandeerd moesten zijn voor een nieuwe, democratische regering in Irak aan de macht zou komen. Dit scenario is een politieke fantasie van wensdenkers in Washington gebleken. Daardoor is de grond onder de oorspronkelijke beslissing van Den Haag weggevallen.

‘Wij moeten het karwei afmaken’. Maar wat is het karwei? In Al Moethana was niks aan de hand vóór wij er troepen heen stuurden – dat was juist een argument om het te doen. De laatste tijd is het er onrustiger, en worden er aanslagen gepleegd, waarvan één Nederlandse militair het slachtoffer is geworden. Minister van Defensie Kamp definieerde ‘het karwei’ een paar weken geleden als het opleiden van Irakese militairen en politiemensen die er de orde kunnen handhaven. Volgens hem waren wij daarmee nagenoeg klaar: op 1 juli zouden er 2800 Irakezen gereed staan om de taken van 1200 Nederlandse militairen over te nemen. 

Ik begrijp niet waarom niemand in de Tweede Kamer Kamp aan zijn woord houdt. En ook niet waarom hij dat zelf heeft vergeten. Als hij met zijn oorspronkelijke mededeling gelijk heeft, dan kan Nederland per 1 juli met een gerust hart zijn troepen terugtrekken.

Maar als hij niet gelijk heeft, als 2800 door Nederland opgeleide Irakese militairen en politieagenten niet in staat zijn de orde te handhaven in een gebied waar niet veel aan de hand is en nog geen 400.000 mensen wonen, wat is dan ‘het karwei’ en wanneer is dat dan geklaard?

Het gaat, zoals gezegd niet over ‘verlenging’van onze militaire aanwezigheid, maar over een besluit tot een nieuw mandaat. Dit zal genomen worden zonder dat regering en parlement enige zicht hebben op de politieke verhoudingen in Irak nadat de Verenigde Staten de macht zogenaamd hebben overgedragen aan een voorlopige regering van Irak, waarvan niemand weet hoe die eruit ziet, noch wat deze mag willen van de Amerikaanse ambassadeur, die Paul Bremer als Amerikaans gevolmachtigde opvolgt. Dat is John Negroponte, die in de jaren tachtig als Amerikaans proconsul in Midden-Amerika zijn reputatie vestigde als beschermer van lokale doodseskaders tegen democratische volksbewegingen. Met een staf van 2000 man krijgt hij in Bagdad de grootste Amerikaanse ambassade in de wereld tot zijn beschikking.

Het Nederlandse garnizoen in Al Moethana is een verlengstuk van de Amerikaans-Britse bezettingsmacht, oorspronkelijk bedoeld om in Irak stabiliteit te brengen. Het staat nu wel buiten kijf dat de aanwezigheid van een enorm Amerikaans leger, onbekwaam om vrede te handhaven, juist de voornaamste destabiliserende factor in Irak vormt. 

De voorstanders van een nieuw mandaat doen het voorkomen alsof Al Moethana een aparte Nederlandse kolonie is, met ‘goede’ inboorlingen. Maar de werkelijkheid is dat Nederland een kleine handlanger is van de regering van president Bush jr., zonder enige invloed op diens beleid. En zo zal ons land internationaal ook beoordeeld worden. 

Op 1 juli neemt Nederland het presidentschap van de Europese Unie voor zes maanden over. Van de 25 lidstaten zijn er maar een paar die troepen leveren aan de Amerikaans-Britse bezettingsmacht in Irak, vrijwel altijd in weerwil van de eigen publieke opinie. (Dit geldt in ieder geval voor de grootste, Italië en Polen.) Het schijnt niet tot de regering door te dringen dat ons voorzitterschap ernstig verzwakt wordt door de klakkeloze wijze waarop zij in Irak blindelings achter Washington aan blijft lopen. 

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
29-05-2004

« Terug naar het overzicht