HET INTERNETMONOPOLIE

Het begint er al mee dat het woord niet deugt. 'Globalisering' is geen correcte vertaling van het Engelse 'globalisation'. 'Globaal' betekent in het Nederlands immers: 'ruw geschat, in het algemeen', en globaliseren dus: 'niet in details te regelen'. De juiste vertaling is 'mondialisering', al is dat woord van het Frans afgeleid (monde betekent 'wereld'), want met het begrip wordt bedoeld dat allerlei processen een steeds transnationaler, wereldomspannender bereik krijgen.

Dat is althans de stelling van degenen die menen dat mondialisering een nieuw verschijnsel is, niet veel meer dan een kwart eeuw geleden begonnen. Het woord 'globalisation' werd voor het eerst in 1961 in een woordenboek opgenomen, en pas de afgelopen vijftien jaar is het gebruik van dat woord gemeengoed geworden.

Mondialisering is echter helemaal geen nieuw verschijnsel en politici zouden moeten ophouden ons er bang mee te maken. Mondialisering in zijn moderne vorm begon met het ontstaan van een kapitalistische wereldeconomie in de late vijftiende eeuw. In een deel van de toenmalige wereld, met West-Europa als kern, kwam een wereldwijde arbeidsverdeling tot stand op basis van een vorm van economisch handelen, kapitalisme, en een daarop gebaseerd netwerk van overzeese handelsroutes.

Deze mondialisering is in de loop der eeuwen geografisch en in intensiteit toegenomen, zij het golfsgewijs. Daarmee ontstond bij verschillende staten de behoefte aan internationale coordinatie van de wereldeconomie. Deze behoefte komt onder meer tot uiting in de groei van internationale regimes, die bepaalde kwesties coordineren en organiseren. Sinds het midden van de negentiende eeuw hebben deze organisaties vaak een formele structuur gekregen.

De eerste was de International Telegraph Union die in 1865 werd opgericht, in 1874 gevolgd door de Universal Post Union. Beide waren het resultaat van het in 1863 door de voornaam-ste industriestaten begonnen overleg om internationale communicatie te standaardiseren. Dit ontwikkelde zich tot de huidige, in 1932 opgerichte International Telecommunication Union (ITU). De technische standaard die de ITU voorschrijft, beslaat nu een handboek van zo'n honderdduizend bladzijden, een demonstratie van de complexiteit van wat wij als normaal beschouwen.

In het kader van de Wereldhandelsorganisatie hadden een kleine tien jaar geleden onderhandelingen plaats, waardoor het wereldwijde telecommunicatieregime grondig wijzigden. Nationale monopolies verdwenen, evenals belemmeringen voor internationale communicatie, zoals hoge tarieven. Maar onder dit gewijzigde internationale regime vielen niet de nieuwe informatiediensten gebaseerd op internet.

In de afgelopen jaren heeft dit medium een spectaculaire groei doorgemaakt en het is bezig andere vormen van telecommunicatie in belang te passeren. Maar wie beheert dit immense systeem? Of liever gezegd: wie zou het internet moeten beheren? Dat was de vraag die kortgeleden op een topberaad van de Verenigde Naties (VN) in Tunis centraal stond.

Het beheer komt neer op de registratie van adressen van websites en het bijhouden van het internetadresboek. Op de top in Tunis drongen veel landen erop aan het beheer over te dragen aan de VN en zo een internationaal regime in het leven te roepen dat vergelijkbaar is met de ITU. Zij keerden zich daarmee tegen de bestaande situatie. Tot op heden wordt het adresboek van internet beheerd door een vrijwel onbekende particuliere organisatie, ICANN, afkorting van Internet Corporation for Assigned Names and Numbers. Deze is in feite Amerikaans - mede een gevolg van het feit dat internet is ?ontstaan uit een netwerk dat door het Pentagon werd geinstalleerd - en staat onder toezicht van het Amerikaanse ministerie van Handel.

Daardoor hebben de Verenigde Staten een feitelijk monopolie op wat inmiddels het belangrijkste communicatiesysteem ter wereld is. Dat is hoe dan ook geen aanvaardbare situatie. Ook niet zonder het wantrouwen dat de Amerikanen van dit monopolie misbruik zouden kunnen maken door bijvoorbeeld de internetadressen van staten te schrappen waarmee Washington in onmin ?verkeert. Toch is in Tunis terecht besloten om ?het beheer van internet voorlopig aan ICANN over te laten, al komt er wel een internationaal inspraakorgaan. Want de staten die het sterkst op internationalisering aandrongen, deden dat niet vanwege het Amerikaanse monopolie, maar om greep te kunnen krijgen op het vrije verkeer van informatie.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
03-12-2005

« Terug naar het overzicht