Gratis advies aan minister Plasterk

De Opgave: op alle niveaus de kwaliteit en professionaliteit van het onderwijzend personeel vergroten.

De kwaliteit van het onderwijs had centraal moeten staan in de laatste verkiezingscampagne, want de toekomst van Nederland is bovenal daarvan afhankelijk. Dat gebeurde niet. In het regeerakkoord is voor onderwijs en wetenschap nauwelijks anderhalve pagina - van de 53 - uitgetrokken. Het taalgebruik is ook hier abominabel. 'Tegen deze achtergrond zal de fusieprikkel voor het voortgezet onderwijs worden afgeschaft.'

Het goede nieuws is echter dat juist omdat de denkers van Beetsterzwaag niet veel hebben verzonnen, de nieuwe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen grote ruimte heeft. Voor het eerst gaat het hier om iemand die geen politicus is, maar wel, als het om onderwijs en onderzoek gaat, 'met zijn poten in de modder heeft gestaan'. Ik verwacht daarom veel van Ronald Plasterk en geef hem hierbij alvast een gratis advies.

Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Begin met het opheffen van de commissie-Korthals Altes. Die werd indertijd door staatssecretaris Rutte ingesteld om te 'adviseren' over 'selectie aan de poort' van de universiteit. De commissie leverde een ondermaats rapport af, waarin zij zich voor zo'n selectie uitsprak. Ze bestaat dan ook uit leden die geen enkele kwalificatie hebben op het terrein van selectieprocessen. Maar Rutte wilde geen experts, hij wilde lui die zijn vooroordelen bevestigden.

De logische stap die dan volgt, is ervoor te zorgen dat het centraal eindexamen, om te beginnen voor het vwo, weer over de hele linie wordt ingevoerd op basis van duidelijke criteria. Zodat het vwo-examen weer kan worden waarvoor het ooit was bedoeld: als toelatingsexamen voor de universiteit

Als dat inderdaad gebeurt, dient de propedeuse in ere te worden hersteld. Deze is indertijd ingevoerd als proefjaar: wie de tentamens van het eerste jaar met goed gevolg aflegde, mocht verder studeren. Maar bij de invoering van een nieuw studiefinancieringsstelsel, ruim twintig jaar gelden, besloot de Tweede Kamer dat studenten twee jaar over de propedeuse mochten doen.

Dat was een open uitnodiging om van het eerste jaar een 'pretjaar' te maken. Tegenwoordig wordt het al als heel streng beschouwd als universiteiten eisen dat studenten in het eerste jaar tenminste de helft van de studiepunten voor de propedeuse halen.

Dit is een idiote situatie, waaraan de nieuwe minister een eind moet maken. Maar dat kan alleen als hij een eind maakt aan het perverse financieringssysteem van universiteiten (maar ook andere onderwijsinstellingen).

Zij krijgen nu geld op basis van het aantal scholieren en studenten dat zij laten afstuderen. Dit heeft ertoe geleid dat exameneisen systematisch naar beneden worden bijgesteld, om aan de vereiste rendementscijfers te voldoen. Het betekent ook de verdere demoralisering van het docentenkorps, dat wordt 'afgerekend' op het percentage geslaagden, ongeacht hun prestaties.

Vandaar de volgende opgave voor de nieuwe minister: op alle niveaus de kwaliteit en de professionaliteit van het onderwijzend personeel vergroten en het onderwijs niet verder laten uithollen. Want het onderwijs in Nederland is de laatste twintig jaar georganiseerd naar het model van een negentiende-eeuwse fabriek. De mensen die het echte werk doen worden beschouwd als willoze radertjes in een machine die door managers en 'onderwijsdeskundigen' - die het zelf geen half uur voor een klas uit zouden houden - in elkaar is gezet.

Minister Plasterk zou hier een eerste stap kunnen doen door de wet Modernisering Universitair Bestuur van zijn PvdA-voorganger Ritzen af te schaffen. De 'modernisering' kwam namelijk neer op een extreem hierarchisch bestuursstelsel, waarbij zowel inspraak als collegiaal bestuur werden afgeschaft. Van bovenaf benoemde bonzen gingen de dienst uitmaken. 'Bovenaf' betekent in dit geval dat colleges van toezicht, die bij voorkeur bestaan uit voormalige 'captains of industry' zonder enige wetenschappelijke kwalificatie, colleges van bestuur van universiteiten aanstellen. Zij zijn aan niemand verantwoording schuldig, hoewel het hier toch om belastinggeld gaat.

Daarnaast moet de nieuwe minister een eind maken aan het misbruik dat onderwijsinstellingen van hun nieuwe autonomie hebben gemaakt door duur onderwijs af te schaffen in ruil voor een merkwaardig bijgeloof dat 'het nieuwe leren' heet. Ik heb al eerder uiteengezet dat het hier gaat om oplichterij van het zuiverste water. De autonomie van onderwijsinstellingen ontslaat de overheid immers niet van haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in Nederland.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
22-02-2007

« Terug naar het overzicht