Gepasseerde stations


Elsevier 17-01-2004

In het afgelopen half jaar had onder Italiaans voorzitterschap overeenstemming moeten worden bereikt over de zogenaamde ontwerp-grondwet voor de Europese Unie. Deze had er moeten zijn vóór over enkele maanden tien nieuwe leden toetreden. Maar de Italiaanse diplomatie liet de zaak veel te veel op zijn beloop en had ook geen oog voor de bizarre onverzettelijkheid van nieuw lid Polen, dat er aan vast wil houden dat Polen in de Europese Raad 27 stemmen krijgt, twee minder dan de grootste lidstaat, Duitsland.

De mislukking van het topberaad in Rome werd in Warschau met luid gejuich begroet. Geen wonder dat de EU-voorzitter voor de eerste helft van dit jaar, Ierland, al heeft laten weten geen mogelijkheid te zien de zaak vlot te trekken. Dit betekent dat het dossier ‘Europese constitutie’ op 1 juli 2004 belandt op het bureau van minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot, want de tweede helft van 2004 bekleedt Nederland (waarschijnlijk voor het laatst) het Europese voorzitterschap.

Van oudsher kent het proces van Europese integratie een eigenaardig traject van besluitvorming, dat zelfs een eigen naam heeft gekregen: de gemeenschapsmethode. Deze komt erop neer dat de vertegenwoordigers van de lidstaten in eerste instantie een onderhandelingsresultaat in algemene termen nastreven. Later kan dit binnen de Europese instituties worden uitgewerkt. De ratio achter de gemeenschapsmethode is dat men nooit tot een gezamenlijke uitkomst zou komen, als deze al meteen in detail zou moeten zijn geformuleerd. De gemeenschapsmethode kan daarom kortweg worden omschreven als een overeenkomst om het eens te worden.

Dat er sinds de totstandkoming van het Verdrag van Maastricht (1991), waarbij de Europese Unie werd opgericht, zoveel Intergouvernementele Conferenties (IGCs) zijn gehouden, wijst er echter op dat de gemeenschapsmethode aan slijtage onderhevig is. Want elke IGC moest de problemen oplossen die bij de vorige niet waren geregeld. Na de kakofonie waarin de IGC van Nice in december 2000 eindigde, besloot men tot de instelling van Europese Conventie, die ter voorbereiding van een nieuwe IGC, een Europese ‘grondwet’.moest ontwerpen. 

In feite was dit een tamelijk desperate poging de gemeenschapsmethode nieuw leven in te blazen. Was deze gelukt, dan hadden de lidstaten in december in Rome zonder veel mitsen en maren ingestemd met de ontwerp-constitutie. Op de inhoud ervan hadden ze via hun afgevaardigden in de Conventie immers ten overvloede grote invloed uit kunnen oefenen. Dat de top in Rome is mislukt, is dan ook ernstiger dan een tekortschieten van de Italiaanse diplomatie. Het wijst op een misschien wel definitief failliet van de gemeenschapsmethode. Want het heeft er veel van dat het nieuwe lid Polen (en het al wat oudere nieuwe lid Spanje) zich met betrekking tot de ‘Europese grondwet’ helemaal niets meer aan deze gemeenschapsmethode gelegen willen laten liggen. De consequenties voor de Europese Unie zijn in dat geval immens, want bij gebrek aan een alternatief smeermiddel voor besluitvorming, dreigt dan een patstelling in permanentie.

Dat is het eerste grote probleem waar het Nederlandse voorzitterschap in juli mee wordt opgescheept. Het twee is daarvan het spiegelbeeld: daar gaat het juist om één van de uitvloeisels van de gemeenschapsmethode, het mogelijke lidmaatschap van Turkije. Want in het najaar moet de EU besluiten om met Turkije onderhandelingen over de toetreding van dit land tot de Unie te beginnen. En als dat besluit genomen is, dan staat het vast dat Turkije op termijn lid van de EU wordt, welke voorwaarden er formeel ook gesteld zijn. Denk maar aan het besluit vorig jaar om tien nieuwe aspirant-leden toe te laten, ook al voldoen die op wezenlijke punten niet aan de toetredingsvoorwaarden. Ook toen werd gezegd dat het eigenlijk onfatsoenlijk was om daarover nu nog te gaan zeuren en dat het besluit om ze toe te laten eigenlijk al tien jaar eerder was genomen, toen onderhandelingen over hun mogelijke lidmaatschap waren begonnen.

Wij zien hier de hoge prijs die aan de gemeenschapsmethode vastzit als deze succesvol verloopt: elke wezenlijke politieke beslissing blijkt op een al gepasseerd station te zijn genomen als hij aan de orde komt. Zo is het gegaan met de huidige uitbreiding van de EU, zo is het gegaan met de invoering van de Euro, zo is het gegaan met alle grote strategische besluiten in Europa. En zo zal het gaan met het Turkse lidmaatschap.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
17-01-2004

« Terug naar het overzicht