Flink blijven doen in Irak

Flink blijven doen in Irak

ik word bijna onpasselijk van de wijze waarop de regering kritiekloos achter de Amerikanen blijft aansloffen.

bart tromp

Nu de eerste Nederlandse militair is Irak is gesneuveld, klinkt ferme taal. Voor terreur zal niet worden geweken, melden politieke flinkdoeners en zij voegen eraan toe dat een incident als dit geen invloed mag hebben op de nog steeds onbeantwoorde vraag of Nederland na 1 juli door moet gaan met zijn steun aan de Anglo-Amerikaanse bezettingsmacht in Irak.Maar het draagvlak onder zo’n voortzetting brokkelt af, zowel in het parlement als onder de bevolking. Dat is heel begrijpelijk. Onbegrijpelijk is daarentegen de opstelling van de regering en van regeringspartijen VVD en CDA, al zijn de christen-democraten al begonnen te tornen aan de vanzelfsprekendheid van verlenging.

Onbegrijpelijk, want de basis op grond waarvan een jaar geleden tot uitzending van Nederlandse troepen werd besloten, is vervallen. De voorstanders van weer een verlenging dienen met andere woorden te argumenteren waarom ze van hun oorspronkelijke uitgangspunt willen afwijken. De tegenstanders hoeven niets anders te doen dan de regering aan haar woord van een jaar geleden te houden.

Uitgangspunt toen was dat Nederland steun zou verlenen aan de officiële bezettingsmacht van Amerikanen en Britten bij het handhaven van rust en orde in de provincie al-Moetanna. Zulks in afwachting van een regeling waarbij de Verenigde Naties ‘ een vitale rol’ (dat waren de termen die president Bush en premier Blair hadden gebezigd) bij de hervorming van Irak tot een constitutionele democratie zouden spelen. Volgens verwachting zou deze overgang binnen zes maanden gestalte krijgen en zes maanden was dan ook de termijn die werd uitgetrokken voor de Nederlandse aanwezigheid. Bij dit besluit ging men er stilzwijgend van uit dat het rooskleurige scenario van de Amerikaanse regering werkelijkheid zou worden. Na vernietiging van het regime van Saddam Hoessein zou het nog een tijdje duren voordat de laatste verzetshaarden waren uitgetrapt, en de opbouw van de democratie ongestoord voortgang zou vinden. Voor deze overgangsperiode waren de Nederlandse troepen bedoeld.

Maar van dat scenario is niets terechtgekomen, evenmin als van een vitale rol van de Verenigde Naties, ook niet na de verlenging van nog eens zes maanden. De voorwaarden op basis waarvan Nederland ruim twaalfhonderd beroepsmilitairen in Irak stationeerde, zijn eenvoudigweg nooit vervuld.

Het lijdt weinig twijfel dat het Nederlandse detachement voortreffelijk functioneert. De bedachtzame wijze waarop de militairen hun militaire en politionele taken vervullen, is in media in de Verenigde Staten al ten voorbeeld gesteld aan de Amerikaanse strijdkrachten, die eerst schieten en dan vragen stellen. Maar dat heeft niet geholpen, en Nederland moet onder ogen zien dat het in Irak uiteindelijk niets anders is dan een verlengstuk van een Amerikaanse politiek waarop het geen enkele invloed uitoefent, maar waarmee het wel vereenzelvigd wordt.

De onthullingen over systematische mishandeling en vernedering van Iraakse gevangenen door Amerikaanse militairen versterken alleen maar het beeld van falend beleid. Enerzijds onderstrepen ze dat deze Amerikaanse regering steeds meer meent te kunnen opereren buiten de regels van het oorlogsrecht om, iets wat al duidelijk werd toen vermoedelijke Taliban-strijders zonder vorm van proces en zonder uitzicht op een rechtsgang werden opgesloten in de Amerikaanse basis Guantanamo, met als lafhartig voorwendsel dat dit ‘ eigenlijk’ Cubaans territorium is, en de gedetineerden daarom niet aan het Amerikaanse recht hoeven te worden onderworpen. Anderzijds getuigen deze mishandelingen van de wanhoop van bezetters die maar geen greep kunnen krijgen op een land waar ze niets van weten.

Van dit falen is Nederland, dat moet nuchter onder ogen worden gezien, collaborateur, en ik word bijna onpasselijk van de wijze waarop de minister-president en minister Kamp van Defensie doen alsof Nederland in Irak zijn eigen kolonie vol tevreden inboorlingen in Irak bestuurt, en tegelijkertijd kritiekloos achter de Amerikaanse regering blijven aansloffen. Twee weken geleden citeerde ik de woorden van Kamp uit een weinig opgemerkt interview: dat de Nederlandse missie met de bijna voltooide opleiding van 2800 man Iraakse politie in al-Moetanna ‘ klaar’ is. Daar hoor ik niets meer over. De grootste wijsheid is nu: doorgaan, omdat het anders nog erger wordt, ook al is er geen ‘ exit-strategie’. Niets is dommer dan een uitzichtloos beleid voortzetten. Dat heeft ons land in voormalig Joegoslavië kunnen leren.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
13-05-2004

« Terug naar het overzicht