FILIALISERING

July 15, 2006
BART TROMP: BYLINE: Bart Tromp

Voor de top van het bedrijfsleven bestaat het vergrijzingsprobleem niet. Zeker tot het 70ste levensjaar blijft men actief, de werkzaamheden gespreid over een handvol commissariaten. Dan is het voor de meesten mooi geweest. Zo ook voor Aad Jacobs, lang bestuursvoorzitter van de ING, daarna onder meer president-commissaris van VNU en Koninklijke Olie. In het recente Netwerk-onderzoek naar macht in Nederland eindigde hij na Elco Brinkman en Alexander Rinnooy Kan op de derde plaats van wat ooit 'de tweehonderd van Mertens' heette. (Op 19 oktober 1968 hield de voorzitter van het Nederlands Katholiek Vakverbond, P. Mertens, een fameus geworden rede waarin hij stelde dat 'de hele economie van ons land in handen is van rond de tweehonderd personen'.)

In een afscheidsinterview in NRC Handelsblad nam Jacobs de gelegenheid te baat om zijn zorg uit te spreken over de toekomst van het bedrijfsleven.

Hij voorzag de filialisering van Nederland. Dat vreemde woord heeft hij geleerd van de gouverneur van de Belgische centrale bank, die het gebruikte toen ING toestemming vroeg om de Belgische bank BBL te kopen. Dat was in diens ogen een nieuwe stap in de filialisering van Belgie: alles gaat naar het buitenland.

Dit gevaar bedreigt volgens Jacobs ook Nederland. Hij vreest dat steeds meer Nederlandse bedrijven en instellingen zullen worden opgekocht door grote buitenlandse bedrijven en investeringsmaatschappijen, die worden gedreven door winstzucht op korte termijn. 'Ik ben bang dat over tien tot vijftien jaar geen Nederlands bedrijf meer in de AEX-index zit.'

Jacobs kondigde aan dat hij hierover met minister Gerrit Zalm (VVD) gaat praten, maar geeft aan niet over pasklare antwoorden te beschikken. Zoals hij het gevaar beschrijft, gaat het om twee heel verschillende, ja zelfs tegenstrijdige zaken. Het eerste wat Jacobs aan de orde stelt, is dat Nederland zich uiterst naief opstelt in de internationale economie. Het doet net of hier geen sprake is van lands-belang en legt geen enkele belemmering in de weg van overnamepogingen uit het buitenland. Deze naiviteit staat in schril contrast met de houding van landen als Duitsland en Frankrijk, maar ook van de Verenigde Staten.

Denk maar aan de liberalisering van de energiesector, waarmee Nederland in Europa vooroploopt, met als vrijwel onvermijdelijke uitkomst dat de Nederlandse energieproducenten op termijn worden overgenomen door Franse of Duitse - die wel nog steeds door de staat worden beschermd. De waarschuwing van Jacobs luidt hier dat Nederland niet moet doen alsof er echt een vrije internationale economie bestaat waar staten geen barrieres voor buitenstaanders opwerpen en eigen ondernemingen bevoordelen.

Zijn waarschuwing heeft ook betrekking op een situatie waarin dat niet meer het geval is en waarin de wereld een economische ruimte is. In dat geval zullen grotere spelers even makkelijk of zelfs makkelijker Nederlandse bedrijven overnemen.

Volgens de tegenwoordig dominante neoliberale economische theorie is daar niets mis mee. Zo komt een optimale internationale economie tot stand, louter op basis van marktwerking en daaruit voortvloeiende kapitaalstromen. Deze neoliberale heilseconomie is van hetzelfde utopische karakter als die van de communistische heilstaat van weleer. In het kapitalisme is niet de markt doorslaggevend, maar macht, vooral de macht van grote staten, die in feite de spelregels van de wereldeconomie bepalen en naar believen negeren.

Jacobs heeft zo dubbel gelijk. De KLM is overgenomen door Air France, Hoogovens ging op in Corus. Het krantenconcern PCM is in handen van een Britse participatiemaatschappij, die het bedrijf straks met grote winst weer wil afstoten. Het zijn maar enkele voorbeelden. Filialisering betekent niet alleen dat bedrijven onder buitenlands bestuur komen te staan, wat inhoudt dat Nederlandse werkgevers en Nederlandse consumenten in zijn afwegingen niet meer een belangrijke rol spelen. Maar filialisering betekent ook dat er voor Nederlanders in zulke bedrijven minder carrierekansen bestaan en allerlei juridische en financiele dienstverlening, en ondersteuning verdwijnt of verhuist.

De logica van Jacobs' betoog leidt tot het overwegen van maatregelen op nationaal niveau. Maar het echte probleem ligt op het niveau van het huidige kapitalisme, dat geobsedeerd is door kortetermijnwinst voor aandeelhouders. Die heten zo, omdat zij anders hun aandelen niet willen houden.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
15-07-2006

« Terug naar het overzicht