ER STAAT NIET WAT ER STAAT

Het 'Regeerakkoord' van Balkenende-IV is een overeenkomst tussen de fracties van CDA, PvdA en ChristenUnie in de Tweede Kamer. Er staat niets in over een parlementair onderzoek naar de besluitvorming over steun aan de oorlog in Irak. In de oppositie drong de PvdA acht keer vergeefs aan op zo'n onderzoek. Nu stemde de nieuwbakken regeringspartij als een man tegen het voorstel van de SP dit alsnog te doen. PvdA-fractievoorzitter Jacques Tichelaar draaide er niet omheen: dit was de prijs voor regeringsdeelname. Een klap voor de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de PvdA. Maar waarom blijft CDApremier Jan Peter Balkenende zich met hand en tand tegen zo'n onderzoek verzetten?

In september 2002 verklaarde de toenmalige CDA-minister van Buitenlandse Zaken, Jaap de Hoop Scheffer, dat voor nieuwe militaire acties tegen Irak geen besluit van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) nodig was, aangezien Irak bestaande resoluties niet had uitgevoerd. Kort daarop ging Amerika naar de Veiligheidsraad, juist om tot een nieuwe resolutie te komen die geweld zou legitimeren.

Volgens Balkenende lag aan dit standpunt, waarop hij de uiteindelijke steun aan de oorlog baseerde, 'een sluitende juridische redenering' ten grondslag. Nooit is duidelijk geworden wat deze behelsde. CDA-minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer weigerde in te gaan op het verzoek van Kamerlid Bert Koenders (PvdA) om over deze kwestie de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) te raadplegen. Volgens mijn informatie negeerde de bewindsman bij de formulering van zijn bovengenoemd standpunt echter ook de volkenrecht-juristen van zijn eigen ministerie.

Later is uitgelekt dat de directie juridische zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken op 1 maart 2003 meende dat oude VN-resoluties niet zomaar konden worden opgevat als machtiging om een oorlog te beginnen. Eerder (januari 2003) had de directeur juridische zaken van het ministerie van Defensie vastgesteld dat alleen een nieuwe VN-resolutie kon dienen als 'grondslag voor een rechtmatige aanval'.

Maar de pogingen van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk om zo'n nieuwe resolutie aanvaard te krijgen in de Veiligheidsraad leden schipbreuk. Daarop begonnen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zonder volkenrechtelijk mandaat de oorlog.

Daarnaast voerde de regering bij voortduring aan dat de massavernietigingswapens van Saddam Hoessein het eigenlijke argument voor de oorlog vormden. Het bestaan van deze wapens, zo stelde ze bij herhaling, stond vast. Maar enig bewijsmateriaal voor deze opvatting heeft het toen al demissionaire kabinet nooit openbaar gemaakt. Wel is bekend geworden dat het zijn zekerheid, bij wat Balkenende parmantig 'een soevereine afweging' noemde, niet kon baseren op eigen informatie. Integendeel: de informatie die de regering bij Nederlandse inlichtingendiensten en anderen inwon, onder wie de leider van de VN-wapeninspecties, Hans Blix, liet zulke stelligheid in het geheel niet toe.

Het lijdt daarom weinig twijfel wat de uitslag van een parlementair onderzoek zou zijn. Er zou uit blijken dat de regering willens en wetens informatie en argumenten van de eigen ministeries en diensten heeft genegeerd, parlement en publiek onvolledig of ronduit verkeerd heeft ingelicht en als een hondje achter de Amerikaanse regering is aangelopen. Balkenende zou er op zijn best uit naar voren komen als een onnozele hals die zich graag van alles op de mouw laat spelden; op zijn slechtst als iemand die in een zaak van oorlog en vrede met opzet heeft gelogen. In beide gevallen zou het bewijs zijn geleverd dat hij onbekwaam is premier te zijn.

Het huidige Regeerakkoord stelt dat 'een adequaat volkenrechtelijk mandaat vereist is bij deelname aan missies met Nederlandse militairen'. De PvdA meent dat hiermee vastligt dat Nederland niet weer buiten de VN om een oorlog steunt. Echter: 'Lees maar, er staat niet wat er staat' (Martinus Nijhoff). Opname van het woordje 'adequaat' suggereert immers dat er verschillende volkenrechtelijke mandaten zijn.

Volgens Balkenende lag aan de Nederlandse steun aan de oorlog in Irak bijvoorbeeld zo'n 'adequaat volkenrechtelijk mandaat' ten grondslag, 'aan de rechtsgrond is voldaan volgens internationaal recht' (18 maart 2003). Een parlementair onderzoek had de onhoudbaarheid van deze bewering kunnen vaststellen. Nu dat er niet komt, is mijn slotsom dat het Regeerakkoord op dit punt alles open laat.



Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
10-03-2007

« Terug naar het overzicht