De man en zijn plan

Ook een scepticus als ik ontkomt niet aan de indruk dat wouter bos een even authentiek als sympathiek politicus is.

 


Met Dit land kan zoveel beter heeft Wouter Bos het genre van de campagnebiografie onvervalst in Nederland geïntroduceerd. In de Verenigde Staten is dit allang gemeengoed. Een ambitieuze politicus zorgt ervoor dat hij zichzelf en zijn ideeën voor een breed publiek etaleert in een boek voor hij zijn race begint naar het gouverneurschap, een zetel in de Senaat, of de prijs der prijzen, het Witte Huis.


Tien dagen geleden proclameerde Bos zichzelf tot kandidaat-premier en een week geleden presenteerde hij zijn boek. Dat kwam goed aan bij de VVD, waarvan de mogelijke partijleiders, Zalm en Van Aartsen, terstond een scheldoffensief begonnen met eigenaardige trekken. Het gebruikelijke verwijt van inhoudsloosheid aan het adres van Bos sloeg onmiddellijk terug op Van Aartsen zelf, net zo’n diepdenker als Wiegel. Zalms dreigement dat de VVD alleen maar een coalitie met de PvdA wil aangaan als zij bij de verkiezingen meer zetels bemachtigt dan de sociaaldemocraten, maakt bovenal duidelijk dat hij een nieuwe ‘ paarse’ coalitie niet uitsluit.

Een campagnebiografie heeft een vast stramien, waaraan Wouter Bos zich keurig heeft gehouden. De eerste helft vertelt hoe onze held is opgegroeid en via omwegen (manager bij Shell) toch in de politiek zijn roeping heeft gevonden. Dit deel vereist dat de politicus het persoonlijke voorop stelt. Dat doet Bos op een voorbeeldige manier, door alles buiten beschouwing te laten wat niet rechtstreeks met zijn weg naar de politiek te maken heeft. Het siert hem dat hij niet is bezweken voor de druk zijn persoonlijke leven onderdeel te maken van zijn politieke persona. (‘ Persoon’ is afgeleid van het latijnse persona, dat ‘ masker’ betekent.)

Maar als hij eenmaal in de politiek is beland, wordt zijn verhaal wel erg mager. Ik had graag meer vernomen over de gang van zaken in het paarse kabinet waar hij deel van uitmaakte, en ook hoe het er aan de top van de PvdA aan toeging in het niet alleen voor die partij rampzalige jaar 2002. Maar ik begrijp volkomen dat zulke informatie niet past in een campagnebiografie, die nu eenmaal tot doel heeft een prettig gevoel op te wekken over de hoofdpersoon. Nu, daar slaagt de auteur behoorlijk goed in. Ook een scepticus als schrijver dezes ontkomt niet aan de indruk dat Wouter Bos even authentiek als sympathiek is in zijn huidige rol als gedreven politicus.


Volgens voorschrift gaat het tweede deel van de campagnebiografie over het plan van de man. Als politieke analyse haalt dit boek het niet bij scherpzinnige Overmoed en onbehagen van zijn voormalige CDA-collega Bert de Vries. Maar dat is geen eerlijke vergelijking, want een grondige kritiek op het beleid van het kabinet-Balkenende past niet in het concept van een campagnebiografie.

Zo vaag als Zalm en Van Aartsen het voorstellen, houdt Bos het boek echter ook niet. In de eerste plaats pleit hij voor een brede verzorgingsstaat, dat wil zeggen een verzorgingsstaat waar iedereen aan bijdraagt en iedereen baat bij heeft. Dus geen inkomensafhankelijke AOW, maar ook geen vanzelfsprekende uitkering voor wie (nog) niets aan de verzorgingsstaat heeft bijgedragen.


In de tweede plaats verwerpt hij, goed gebruik makend van zijn ervaringen bij Shell, de opvatting dat de overheid het bedrijfsleven als voorbeeld moet nemen. Evenmin wil hij iets weten van het doorgaan met ‘stelselwijzigingen’, die de levensverwachtingen van mensen op het spel zetten en altijd averechtse gevolgen hebben. Zijn kritiek op het neoliberale maakbaarheidsdenken strekt zich uit tot het begrip ‘ eigen verantwoordelijkheid’ als dekmantel van bezuiniging en privatisering.


In de derde plaats houdt hij een pleidooi voor een politiek die een tweedeling van de Nederlandse samenleving in een grote middenklasse en een kleinere – grotendeels allochtone – onderklasse voorkomt.


Dat zijn alledrie opvattingen die volkomen passen in de beproefde sociaaldemocratische traditie. Ook hier is vernieuwing een beroep op het oude – al laat Bos zorgvuldig achterwege zich op die traditie te beroepen. Daar staat tegenover dat hij in dit boek met geen woord rept over twee stokpaardjes die hij in de afgelopen jaren heeft bereden: het afschaffen van het streven naar gelijkheid en het invoeren van een even idioot kiesstelsel als zijn vroegere paarse kompaan Van Aartsen voorstaat. ‘Dat is winst,’ zou ik dit geval mijn oude held Den Uyl willen citeren.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
22-12-2005

« Terug naar het overzicht