Blairs verdiende neergang

Blairs verdiende neergang

De politieke stijl van Blair paart overmoed aan kortzichtigheid. Hij is daar jaren goed mee weggekomen.

bart tromp

Nergens moet de verkiezingsuitslag zondag zó hard zijn aangekomen als op Downingstreet 10, de ambtswoning van de Britse premier. Labour werd niet alleen gepasseerd door de Conservatieven, maar ook door de Liberaal-Democraten en boekte het slechtste resultaat sinds 1918, slechter nog dan het historische dieptepunt van 1983.De vooruitzichten op een positieve uitslag van het referendum over ‘ de Europese grondwet’ in het najaar zijn nog somberder geworden dan ze al waren. Een negatieve uitslag zal het Tony Blair eigenlijk onmogelijk maken Labour volgend jaar opnieuw aan te voeren bij de dan beoogde verkiezingen voor het Lagerhuis.

Toen Blair zeven jaar geleden premier werd, maakte hij geen geheim van zijn ambitie Groot-Brittannië in plaats van een plek aan de zijkant een centrale politieke positie in de Europese Unie te geven. Hij toonde zich onmiskenbaar de meest pro-Europese minister-president die het Verenigd Koninkrijk ooit heeft gekend. De voornaamste formele hindernis om zijn doel te bereiken is de Economische en Monetaire Unie (EMU), want daar doet Groot-Brittannië, als één van de weinige lidstaten van de EU, niet aan mee. Zolang dat het geval is, zullen de Britten nooit de positie kunnen innemen die Blair nastreeft.

De eerste regeerperiode van Blair stond in het teken van één politiek doel, waaraan al het andere werd opgeofferd: herverkiezing. Ook al hield dit in dat de meeste traditionele thema’s van Labour werden verloochend. Dit leverde in 2002 een verkiezingsoverwinning op die bij nader inzien minder overtuigend is dan op het eerste gezicht het geval lijkt te zijn. De grote Labourmeerderheid in het Lagerhuis kwam dankzij het onzinnige Britse kiesstelsel (dat Wouter Bos in Nederland wil invoeren) tot stand op basis van 40,7 procent van de uitgebrachte stemmen, bij een ongekend lage opkomst, van nog geen zestig procent. Hierna maakte de regering aanstalten Groot-Brittannië tot de EMU te laten toetreden. Minister Gordon Brown van Financiën stelde financiële en economische criteria vast; als daaraan was voldaan, zou een referendum volgen. Dat was voorzien voor dit najaar, maar daarvan kan nu geen sprake meer van.

De politieke stijl van Blair paart overmoed aan kortzichtigheid. Hij is daar jaren goed mee weggekomen. Maar uiteindelijk is zijn oorlogspolitiek voor Irak niet te combineren met zijn Europese strategie. De laatste is dan ook mislukt, bevestigde de verkiezingsuitslag van zondag. De afstand tussen Groot-Brittannië en Europa is groter dan ooit, ook onder de Britse kiezers, als ik afga op het verbijsterende succes van de partij die wil dat het land de Europese Unie verlaat.

Deze treurige uitkomst heeft Blair geheel en al aan zichzelf te wijten. In zekere zin is ze het onvermijdelijke gevolg van het geheel aan politieke praktijken dat ooit als New Labour werd aangeprezen. Het eerste element daarin is dat Blair van begin af aan een politiek in strijd met de idealen van Labour heeft gevoerd, maar dat altijd verholen hield totdat hij de partij voor een voldongen feit kon stellen. Hetzelfde gebeurde met de fractie in het Lagerhuis, de Labourregering en de voornaamste departementen. Ze zijn door Blair successievelijk buitenspel gezet als politieke en beleidsvoorbereidende lichamen. Op kabinetsvergaderingen liggen zelden documenten ter discussie voor, maar deelt de eerste minister mee wat het beleid zal zijn, uitgezonderd op het terrein van Brown. Dat beleid wordt gemaakt door de persoonlijke staf van Blair, die nu al ongeveer honderd man telt, niet door degenen die politieke of ambtelijke verantwoordelijkheid dragen. Het machtsmiddel van Blair ten opzichte van kabinet en partij waren steeds opiniepeilingen en zijn gemeten populariteit. Met zijn onvoorwaardelijke en kritiekloze steun aan de oorlog tegen Irak heeft hij beide verspeeld. Bij de stemming in het Lagerhuis over meedoen aan de oorlog, maart vorig jaar, stemden 139 afgevaardigden van Labour tegen – de grootste rebellie in het Lagerhuis sinds de controverse over Home Rule voor Ierland in 1886. En dat was nog vóórdat de dreiging van Iraakse massavernietigingswapens, waarmee Blair zo welsprekend de noodzaak van de oorlog had verdedigd, op leugens en bedrog bleek te stoelen.

Sindsdien is het volstrekt begrijpelijk bergafwaarts gegaan met het vertrouwen van publiek en politici in de man die eens de succesvolste leider van Labour leek te worden.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
17-06-2004

« Terug naar het overzicht